Lula en Dilma beschermen de armen en verzorgen de rijken

Analyse

Lula en Dilma beschermen de armen en verzorgen de rijken

Lula en Dilma beschermen de armen en verzorgen de rijken
Lula en Dilma beschermen de armen en verzorgen de rijken

De voorbije acht jaar ontsnapten 22 miljoen Brazilianen uit de armoede dankzij het Zero Honger programma van Lula en Dilma. Toch zijn beide travaillisten geen pure socialisten. Lula kreeg de bijnaam vader der armen en moeder der rijken. Dilma deinsde er niet voor terug om met bankiers in zee te gaan.

De Braziliaanse arbeiderspartij PT profileert zich graag als uitgesproken socialistisch, al legden ze daar doorheen de jaren wat minder de nadruk op.

Dat beide travaillisten Lula en Dilma een nationale en sociale oriëntatie voor Petrobras voorstonden, staat buiten kijf.

Vaders van de armen, moeders van de rijken

Die socialistische oriëntatie legden ze ook in andere sectoren aan de dag. Ze voerden een minimumloon in en verhoogden dat jaarlijks, tussen 2003 en 2014 is dat loon met 72 procent toegenomen.

Daarnaast voerden ze de Bolsa Familia in, een systeem van toelagen dat bijna 14 miljoen gezinnen bereikt. Die maatregelen, onder andere, verminderden de extreme armoede in Brazilië met meer dan een kwart in tien jaar tijd. Het gevolg hiervan was de stijging van de binnenlandse consumptie.

De regering stelde prijsrestricties in en startte een grootscheeps programma om sociale woningen te bouwen. Deze maatregel genereerde heel wat broodnodige jobs en deed de werkloosheid jaar na jaar afnemen en duwde de doorsnee lonen omhoog, althans tot 2013.

Maar hoe progressief de travaillisten op sommige vlakken ook waren, op macro-economisch vlak voerden ze geen socialistische politiek. Lula en Dilma hebben op kritieke momenten bespaard zoals regeringen-van-de-rijken dat doen.

Het pad van de economische orthodoxie

Dilma Rousseff bezondigde zich eind 2014 opnieuw aan het voeren van een weinig socialistisch beleid. Ze was net door de meerderheid van de kiezers herkozen, toen ze de in Chicago getrainde bankier Joaquim Levy aanstelde als minister van Financiën.

Van Levy is het algemeen geweten dat ‘hij bekend staat als iemand die goed in de openbare uitgaven kan snijden.’ De volgende maanden zou de regering bijna 20 miljard dollar besparen door lonen te bevriezen, ministeries af te schaffen en ambtenaren te ontslaan.

Mandatarissen gedragen zich als peetooms die postjes en gunsten uitdelen en altijd wel wat weten te ritselen voor de aanhangers.

Zo zette Rousseff het land ‘opnieuw op het pad van de economische orthodoxie. Ook Lula en Dilma namen dus anti-sociale maatregelen.

Dat kwam omdat hun Arbeiderspartij nooit de volstrekte meerderheid had en de presidenten dus verplicht waren coalities te sluiten met de conservatieven.

Ze gingen bijvoorbeeld in zee met politici zoals met Eduardo Cunha, voorzitter van de Kamer, en Michel Temer, vice-president voor de afzettingsprocedure van Dilma. Beiden planten hen schromeloos een mes in de rug.

Maar Lula en Dilma hebben ook ziekten van het Braziliaanse politieke bestel overgenomen en zich geschikt in ‘de traditionele manier van het land te besturen.’ Een van die kwalen is het cliëntelisme (of patrimonialismo).

Mandatarissen gedragen zich als peetooms die postjes en gunsten uitdelen en altijd wel wat weten te ritselen voor de aanhangers.

Brazilianen willen meer

Lula kwam er nog mee weg wanneer hij zulke maatregelen trof, hij was nog steeds erg populair aan het einde van zijn presidentschap. Dilma, echter, vervreemdde haar achterban en kreeg in 2013 af te rekenen met massale straatprotesten.

De eerste manifestaties eisten betaalbaar openbaar vervoer in São Paulo. De beweging groeide, rond een gamma van eisen dat voortdurend breder werd.

De vakbonden van de petroleiros bijvoorbeeld wilden een nieuwe wet tegenhouden die het gemakkelijker maakte om contracten te geven aan onderaannemers -en koppelbazen- en om Petrobras te beschermen tegen privatisering.

Agencia Brasil (CC BY 3.0 br)

Protesten in Brailië in 2013

Agencia Brasil (CC BY 3.0 br)

Bij aanvang van Dilma’s tweede ambtstermijn in 2015, lanceerde het conservatieve kamp de frontale aanval tegen Dilma. Politici van de oppositie, maar ook van coalitiepartner PMDB begonnen in groten getale te mobiliseren.

Hun propaganda verbond Dilma aan corruptieschandalen bij het staatsbedrijf Petrobras. Haar tegenstanders wezen haar met de vinger voor de snel aftakelende economische toestand. Grote delen van de bevolking waren receptief voor deze aantijgingen.

Massamedia van de dictatuur

De dominante mediagroepen speelden een bijzonder kwalijke rol. Deze groepen -met O Globo voorop- monopoliseren de publieke opinie. Ze zijn groot geworden tijdens en dankzij de militaire dictatuur die begon in 1964 en in 1985 eindigde.

Sindsdien trokken deze op beslissende momenten de kaart van rechts, begin de jaren 1990 bijvoorbeeld ten voordele van de ultra-corrupte president Collor de Mello. Nu voeren ze een ongewoon heftige campagne tegen Dilma Rousseff en Lula da Silva.

Ook de erg behoudsgezinde Evangelische kerken deden alles om de anti-Dilma-beweging te doen aanzwellen. Met de afzetting van Dilma haalt deze alliantie een belangrijke overwinning binnen.

 thierry ehrmann (CC BY 2.0)

Dilma Rousseff

thierry ehrmann (CC BY 2.0)

In de anti-Dilma campagne speelt Petrobras opnieuw een belangrijke rol. Begin 2014 komen de eerste berichten over omkoping bij Petrobras naar buiten. Ze worden tegen Dilma uitgespeeld tijdens haar verkiezingscampagne. Vanuit het gerechtelijk onderzoek wordt selectief tegen Dilma en Lula gelekt.

Vandaag, uit de enquête die steeds blijft uitbreiden -die in de volksmond Operatie Lava Jato of Operatie Car Wash luidt- blijkt wat voor een mega melkkoe Petrobras is.

Arbeiderspartij onder vuur

Een connectie van politici, managers bij Petrobras en contractanten hebben de voorbije jaren naar schatting 2,5 miljard dollar uit de kas van de onderneming gestolen. Deze hold-up lag mee aan de basis van het recordverlies van 8,5 miljard dollar dat Petrobras over 2015 moest boeken.

Politici, managers en contractanten hebben de voorbije jaren naar schatting 2,5 miljard dollar uit de kas van Petrobras gestolen.

De firma’s kochten politici en managers om opdat deze hen contracten zouden toekennen. De prijs van de contracten werd artificieel aangedikt, zo konden de samenzweerders commissies afromen.

Vele tientallen parlementsleden van tientallen partijen hebben hun handen bezoedeld.

In maart 2016 lekte de Odebrecht-lijst uit -genoemd naar de grootste Braziliaanse bouw-multinational- met namen of codenamen van 316 politici die van Odebrecht smeergeld hadden gekregen.

Dilma deed niet mee aan de zwendel, van Lula is dat onduidelijk. Van alle partijen maakt de de Braziliaanse Democratische Beweging Partij zonder meer het meest de handen vuil.

Kamervoorzitter Cunha van de PMDB had miljoenen op geheime rekeningen in Zwitserland geparkeerd, terwijl verklaarde onder eed het tegendeel beweerde.

Ook huidige president ad interim Temer’s naam is gevallen. Hij zou in 2012 bijna een half miljoen dollar van een bouwbedrijf naar de partijkas van de PMDB hebben gesluisd. De Braziliaanse orde van advocaten klaagde aan dat van zijn regering maar liefst zeven excellenties in het omkoopschandaal verwikkeld zijn.

Regering Dilma is zakenkabinet

In een commentaar in de Nederlandse Volkskrant noemde iemand deze regering ‘een zakenkabinet’, en het schoentje past!

Niet alleen politici worden vervolgd, Marcelo Odebrecht, baas van de gelijknamige firma, is tot 19 jaar cel veroordeeld voor zijn aandeel in deze hold-up. Andre Esteves van BTG Pactual, een van de grootste investeringsbanken in Brazilië, is aangehouden.

Pas nog viel de politie binnen bij Joesley Batista, een miljardair die mede-eigenaar is van het grootste vleesverpakkingsbedrijf ter wereld JBS.

In Brazilië kijkt niemand ervan op dat deze bedrijven tot de grootste ‘investeerders in politiek’ behoren.

Dit zijn geen kleine garnalen. De buitenlandse ondernemingen van Lava Jato evenmin, zoals de motorenbouwer Rolls Royce of het Nederlandse SBM, één van de grootste verhuurders van werkschepen voor de petroleumindustrie.

In Brazilië kijkt niemand ervan op dat deze bedrijven tot de grootste investeerders in politiek behoren. Politici en politieke partijen mogen zich overigens door privé-ondernemingen laten financieren.

Dat gaat zover dat Braziliaanse kranten in het parlement geen partij-fracties onderscheiden maar bancadas_,_ fracties van verkozenen, uit verscheidene partijen, die de belangen van hun privé-sponsors behartigen.

Fotos GOVBA (CC BY-NC-SA 2.0)

Joesley Batista van JBS met Jaques Wagner

Fotos GOVBA (CC BY-NC-SA 2.0)

Zo bleek JBS na de verkiezingen van eind 2014 maar liefst 160 vertegenwoordigers in het parlement te hebben terwijl Odebrecht er 141 had. Deze situatie leidt tot een promiscue vervlechting van geld en politiek, een verrot politiek systeem waar wie geld heeft zich gewoon politieke invloed koopt.

Tijdens de massabetogingen van 2013 was de radicale hervorming van dit systeem één van de belangrijkste eisen van de straat. President Rousseff ging erop in en stelde voor een volksraadpleging te houden en hiervoor een hervormingscommissie zonder politici op te richten.

Zover is het echter nooit gekomen. Het plan is getorpedeerd door de PMDB van Eduardo Cunha, lid van de regeringscoalitie. Bovendien beleefde het Braziliaanse parlement na de verkiezingen van 2014 een ruk naar rechts.

Het rurale blok van de mega-boeren en de agro-industrie ging met 33 procent vooruit, en het Evangelische blok had 53 zetels of 10 procent van de verkozenen.

Wie vermoordde de economie?

Dilma Rousseff moest dus afrekenen met opgezweepte mobilisaties op straat en een rechtse meerderheid in Kamer en Senaat die voor haar afzetting stemde.

De economie zou nu snel weer opveren, althans dat was wat de mainstream media lieten geloven. Zie bijvoorbeeld hoe Joe Leahy, een recidivist van de propaganda, begin mei in de Financial Times deze illusie opbouwt.

Onder de titel ‘Temidden van de chaos vindt Brazilië een zwakke economische polsslag terug’ schrijft hij.

Dilma Rousseff moest afrekenen met opgezweepte mobilisaties en een rechtse meerderheid in Kamer en Senaat die voor haar afzetting stemde.

‘De meeste analisten geloven echter dat [Dilma’s] echte misdaad er in de ogen van de markten, de industrie en de kiezers in bestond dat ze één van ‘s werelds meest belovende groeiverhalen heeft vermoord.’

Leahy citeerde Ricardo Mendes van het consultancybedrijf Prospectiva.

‘If you resolve the political crisis, the economic recovery can happen.’ [Als je de politieke crisis oplost, is een economisch herstel mogelijk, vvdr].

Een nauwkeurige ontleding van bovenvermeld artikel legt een zware beschuldiging bloot. Dilma heeft volgens de bron een groeiende economie vermoord. De markten, de industrie en kiezers die deze aantijging uiten.

Wie zijn dat? Iedereen en niemand. De expert Ricardo Mendes “weet” echter dat, als Dilma weg is, de economie zal hernemen. Zijn expertise en geloofwaardigheid berust echter louter op zijn werk voor Prospectiva. Anderszijds verheft de journalist hem tot die status.

Welke deugdzame cirkel?

‘Sommige economisten zeggen dat als Mr. Temer president wordt en een geloofwaardig economisch team kan vormen, kan de gunstige ontwikkeling -de deugdzame cirkel- voortduren’, aldus Leahy

Hiermee spoort de journalist de lezers aan in Temer te geloven en neigt zijn stijl eerder naar volksverlakkerij en manipulatie dan naar berichtgeving. Zijn stellingen vallen wellicht in goeden aarde bij het lezerspubliek van een dergelijke zakenkrant .

De werkelijkheid, het grotere plaatje, is een tikkeltje ingewikkelder. Brazilië was een groeiland, dat klopt, maar vanaf 2010-2011 begon de groei te haperen.

‘Onder het oog van Dilma’, sneert Leahy, ‘is de groei van het bruto binnenlands product gezonken van 7,5 procent in 2010 tot minder dan 3,8 procent vorig jaar.’ Alsof Dilma Rousseff daar persoonlijk de hand in heeft gehad. Op een reeks externe factoren had ze geen of te weinig vat.

Multinationals plannen niet voor het algemeen belang, ze zijn egoïstisch uit op winstbejag

Om te beginnen heeft ze geen controle over de internationale grondstoffenmarkten en de multinationals die deze markten beheersen.

Deze multinationals plannen niet voor het algemeen belang, ze zijn egoïstisch uit op winstbejag. Ze hadden enkel oog voor de hoge prijzen en produceerden daarom steeds meer.

Dat leidde tot overproductie, de ineenstorting van de prijzen en van de inkomsten van de landen die leven van de export van grondstoffen.

Terwijl de productiecapaciteit toenam, brak de financiële crisis van Wall Street uit, die eerst de economieën van de rijke wereld verlamde en daarna schokgolven door de regio’s joeg die aanvnkelijk weerstonden aan de crisis, zoals Brazilië.

Crisis made in China

De zogenaamde super-cycle van de grondstoffen is voorbij in alle sectoren, in de metalen en mineralen, maar ook in petroleum en gas en de landbouw. Daarbij komt dat China een nieuwe wending geeft aan zijn economie.

Beijing verandert van een werkplaats van de Westerse multinationals in een economie die prioriteit geeft aan de binnenlandse consumptie. Daardoor ligt de groei van de Chinese economie lager dan de fenomenale percentages van de afgelopen drie decennia en daalt ook China’s vraag naar grondstoffen.

China was Brazilië’s voornaamste exportbestemming, goed voor 18 procent van de export in 2014. Maar de verminderde vraag vanuit China -en de val van de prijzen- hadden grote impact in Brazilië.

Een volgende factor zijn de geldstromen van de mondiale financiële industrie. Het zogenaamde groeiverhaal Brazilië trok na de crash van Wall Street grote kapitaalstromen aan. Rond 2010 waren deze stromen goed voor 9 procent van de Braziliaanse economie.

Rond 2010 waren deze internationale geldstromen goed voor 9 procent van de Braziliaanse economie.

De kapitalen waren vrijgemaakt door de stimuli-politiek van de Amerikaanse centrale bank die miljarden in de Amerikaanse economie -en vooral de banken- injecteerde.

De financiële industrie investeerde echter niet in de VS, ze kanaliseerde haar kapitalen naar speculatieve beleggingen in de opkomende markten waaronder Brazilië.

Dat leidde tot een sterke opwaardering van de real, de Braziliaanse munt.

Vanaf 2013, toen de economie in de VS zogezegd opnieuw aantrok, stelde de Amerikaanse overheid het einde van de stimuli-programma’s in het vooruitzicht. De financiële industrie ging opnieuw kapitalen verplaatsen, dit keer naar de VS en weg van Brazilië en andere ontwikkelingslanden.

Daardoor ontwaardde de Braziliaanse real sterk. Brazilië probeerde de vlucht tegen te houden door de interest te verhogen, maar het tij viel niet te keren.

Toenmalig Financieminister Mantega noemde de vrije in- en uitstroom van die kapitalen zonder meer een c_urrency war,_ een aanslag op het Braziliaanse monetaire systeem.

 Rodrigo Soldon (CC BY 2.0)

Het financiële centrum in Rio de Janeiro, met de hoofdkantoren van Petrobras en Vale.

Rodrigo Soldon (CC BY 2.0)

Een andere factor van het “einde van de economische groei” zijn de hoogste lange termijn-interestvoeten ter wereld. Dat is historisch zo gegroeid en de bankensector profiteert er volop van.

Hij is sterker dan de industrie. De kapitalisatie van twee van de grootste banken, ligt hoger dan de som van de kapitalisatie van Petrobras en Vale, de twee grootste ondernemingen in de oliewinning en de mijnbouw.

De banken verrijken zich aan de schulden die zowel de privé-sector en de huishoudens als de overheid hebben uitstaan. Nochtans wordt ook het (slechte) beheer van de staatsschuld integraal op het conto van president Dilma Rousseff geschreven.

Agencia Brasil (CC BY 3.0 br)

Lula woont de openingsceremonie bij van een nieuw boorplatform van Petrobrás

Agencia Brasil (CC BY 3.0 br)

Wie gelooft dat al die troubles tot het verleden behoren, met het nieuwe regime van president Temer, is eraan voor de moeite. ‘Zelfs als de afzettingsprocedure doorgaat,’ voorspelden economisten in april, ‘staan Brazilië nog zeker twee recessiejaren te wachten’.

Grondwetswijziging om sociale zekerheid te ontmantelen

De recessie zal nog verdiepen vanwege de instabiliteit, gecreëerd door de campagne tegen Dilma, en omdat Temer onmiddellijk de sociale en publieke voorzieningen begint te ontmantelen en vooral de zwakste bevolkingslagen opnieuw verarmt.

Daarvoor wil Michel Temer nu de Grondwet aanpassen, deze legt namelijk de percentages van de begroting voor onder meer aan onderwijs en gezondheid vast. Maar met zijn amendement op de Grondwet wil Temer de publieke uitgaven plafonneren.

Gedurende twintig jaar lang mogen de reële uitgaven niet verhoogd worden, terwijl de bevolking wel met 9 procent zal toenemen. Intussen zijn ook de noden in onderwijs, gezondheidszorg, sociale voorzieningen, woningbouw en ook in basisinfrastructuur enorm gestegen.

De armste Brazilianen zullen het moeten vergelden, omdat ze minder overheidsgeld zullen ontvangen.

Geen tijd te verliezen

Volgens ontwikkelingsexpert Fernando Alcoforado steunt deze politiek op de premisse dat het probleem met de financies van de staat komt van te hoge uitgaven. Die premisse is fout, aldus Alcoforado. Het probleem ligt bij de schuldenlast -en de banken.

In 2015 gaf de staat, volgens Alcoforado, 500 miljard reals of 150 miljard dollar uit aan het afdragen van schulden.

Van de federale begroting gaat 47 procent naar interesten en aflossingen, maar slechts 4 procent naar onderwijs, gezondheid en werkgelegenheid

Van de federale begroting gaat 47 procent naar interesten en aflossingen, maar slechts 4 procent naar onderwijs, 4 procent naar gezondheid en 4 procent naar werkgelegenheid, slechts 0,04 procent naar cultuur en 0,03 procent naar burgerrechten.

Dan betekent extra besparen op uitgaven een extra-verarming van de bevolking en de garantie dat de transferts van rijkdom naar de financiële industrie blijven duren, zegt Alcoforado.

De (internationale) zakenwereld doet het ene voorstel na het andere over wat waarnemend president Temer moet doen. ‘Brazilië kan leren van Spanje’, schrijven twee onderzoekers van de Brusselse denktank Bruegel. De ene is hoofd economist van de Franse zakenbank Natixis, de andere werkt voor Deutsche Bank.

Deze “bankiers” raden Temer aan ‘een geloofwaardig aanpassingsprogramma’ door te voeren, vooral in de arbeidsmarkt en het bankensysteem, en externe steun te vragen aan het Internationaal Muntfonds, ‘hoe onpopulair het ook is.’

Geen tijd te verliezen! Joe Leahy in de Financial Times draagt zijn steentje bij: ‘Bij de andere essentiële hervormingen hoort een drastische daling van de arbeidskost.’

‘Voor de economie van Brazilië zou het goed zijn als Temers zakenkabinet een tijdje ongestoord de kans krijgt impopulaire maatregelen door te drukken, waartoe ook het flexibiliseren van de arbeidsmarkt en het heffen van extra belasting behoren’, besluit Hans Wansink van de Volkskrant.

Die bede wordt al gedeeltelijk verhoord. Nu Brazilië volop de politieke en economische crisis voelt, stijgt de werkloosheid (met meer dan 8% in de grote steden, in februari) en dalen de lonen. Zo wordt Brazilië voor de patroons weer competitief.

Sombere toekomst

Dilma Rousseff maakt weinig kans onder haar afzetting te ontkomen, niet omdat ze echt strafbare daden gepleegd heeft, maar omdat het rechtse kamp nu eenmaal sterker is. De kans is reëel dat Michel Temer toch de resterende 2,5 jaar van Dilma’s presidentsmandaat zal uitzitten.

Al weet je het nooit, over de definitieve afzetting rommelt het nu fel in de Braziliaanse Senaat.

Een somber vooruitzicht voor de Braziliaanse volksklassen. Ze zijn op straat gekomen opdat de corruptie zou worden uitgeroeid. Sommigen geloven dat het gerecht tot op het bot zal gaan.

‘Door operatie Lava Jato zijn politici van alle grote partijen aangeklaagd en tycoons van de bouwondernemingen veroordeeld. Dat is een teken dat er verandering komt in de cultuur van straffeloosheid.’ Dat zegt journalist Alex Cuadros, die zopas het boek Brazillionnaires heeft gepubliceerd. Is Cuadros naïef?

‘Door operatie Lava Jato zijn politici van alle grote partijen aangeklaagd en tycoons van de bouwondernemingen veroordeeld.’

Procureur-generaal Rodrigo Janot klaagt dat politici het gerechtelijk onderzoek tegenwerken. Janot: ‘Politici en ondernemers hebben de staat omgevormd tot hun privé-club.’

Volgens Janot is het noodzakelijk ‘de ketens van het patrimonialisme’ te breken, maar is dat even lastig als destijds de strijd om de slavernij af te schaffen.

Temer’s regering is deals aan het sluiten met ondernemingen die in het corruptieschandaal betrokken zijn, zodat ze zich kunnen vrijkopen.

Temer heeft de zakenwereld en de mainstream media aan zijn zijde, evenals de internationale politieke conjunctuur in Latijns-Amerika.

Dilma Rousseff trok in 2013 nog hard van leer tegen de Verenigde Staten, wiens NSA haar communicatie had onderschept en bij Petrobras de expertise van de diepzee-pré-sal-geologie had gestolen.

Maar Temer papt aan met het Amerikaanse establishment. Tijdens de stemming in de Kamer naar aanleiding van de afzettingsprocedure zond hij senator Aloysio Nunes van de Braziliaanse sociaal democratische partij PSDB op missie naar Washington om er met functionarissen en lobbyisten te gaan praten.

Ministério das Relações Exteriores (CC BY-ND 2.0)

Unasur met Michel Temer

Ministério das Relações Exteriores (CC BY-ND 2.0)

Eens goed en wel aan de macht trekt Temer op tegen de Latijns-Amerikaanse solidariteit.

Zowel Unasur, de Unie van Zuid-Amerikaanse Naties, als de Organisatie van Amerikaanse Staten hebben de campagne voor de afzetting van president Dilma Rousseff veroordeeld als uiterst zorgwekkend voor de rechtszekerheid in Brazilië en de regio.

Nu slaat Temer terug. In de landengroep Mercosur belet hij dat Venezuela de volgende zes maanden het voorzitterschap waarneemt, zoals de beurtrol dat nochtans voorziet. Venezuela heeft (nog steeds) een uitgesproken progressieve regering.

Temer wil dat Mercosur veel activistischer de kaart van de vrijhandel trekt. Hij spant hier samen met de Paraguayaanse overheid en haar illegale regering sinds de parlementaire staatsgreep in 2012.

Met Michel Temer aan de macht versterkt het neo-liberalisme zich dus ook op zijn Zuid-Amerikaanse as.