‘De Brits-Franse inval in Libië vijf jaar geleden was een grote fout’, concludeert een Britse parlementaire onderzoekscommissie. Maar wat met de fouten die nu nog worden gemaakt? Willen de westerse landen echt een einde maken aan de chaos in Libië of is het weer het kortetermijndenken dat primeert? Een analyse.
H et was bang afwachten wat de volgende stap in Libië zou zijn nadat de regering van nationaal akkoord, de eenheidsregering die tot stand kwam met de steun van VN-gezant Martin Kobler en na moeizame onderhandelingen in het Marokkaanse stadje Skhirat, begin september de stad Sirte veroverde en de terroristische organisatie IS verdreef.
Betekende de inname van Sirte het einde van de aanwezigheid van IS in Libië?
Betekende de inname van Sirte het einde van de aanwezigheid van IS in Libië of ging de organisatie elders in het land of in de buurlanden opnieuw opduiken zoals de Franse minister van defensie Jean-Yves Le Drian op 5 september waarschuwde? Wat met de milities die aan het offensief meegedaan hebben? Blijven ze de eenheidsregering van Faez Serraj steunen of gaan ze zich tegen die regering keren? En wat na Sirte? Zouden de regeringstroepen verder oprukken om meer grondgebied in te palmen?
De macht aan de generaal
Maar het was generaal Khalifa Haftar, de belangrijkste vertegenwoordiger van de tegenmacht in het noordoosten van het land die voor de verrassing zorgde. Op 11 september, één dag voor het Offerfeest, lanceerde hij een offensief tegen milities die de oliehavens aan de Libische kust controleerden. En dat is hem gelukt ook. In amper twee dagen tijd is hij erin geslaagd om drie grote oliehavens, namelijk Zueitina, Ras Lanuf en El-Sidr, te veroveren. Een dag daarna veroverde hij een vierde olieterminal. Khalifa Haftar is algemeen bevelhebber van het Nationale Libische Leger. Hij werd in deze functie benoemd door de regering in Tobrok, één van de drie regeringen die Libië rijk is.
Deze ontwikkelingen werpen een schaduw op het broze succes dat de eenheidsregering in Sirte had geboekt. Want ondanks de internationale erkenning heeft de regering van Faez Serraj nog altijd niet de goedkeuring van het Libische parlement in Tobrok gekregen. Nochtans leek de eenheidsregering goed op weg te zijn om meer legitimiteit te winnen toen ze begin mei en met de steun van milities uit de stad Misrata in het noordwesten van het land operatie Al-boenian Al-Maroos (Stevige Structuur) lanceerde.
Libische strijdkrachten vuren hun wapens af tijdens het gevecht om Sirte, op 21 juli. Het offensief boekte pas succes na de Amerikaanse luchtaanvallen op IS-doelwitten op 1 augustus.
© Reuters
De verovering van Sirte was geen gemakkelijke opdracht. Het offensief boekte pas succes na de Amerikaanse luchtaanvallen op IS-doelwitten in Sirte. De Amerikaanse steun kwam er op 1 augustus. Op één week tijd konden de regeringstroepen tachtig procent van het grondgebied van de stad veroveren. Het was slechts een kwestie van tijd, werd er begin september aangekondigd, om de drie wijken die nog onder de controle van IS waren te bevrijden.
Frankrijk en de generaal
Meteen na de overwinning van generaal Khalifa Haftar in de zogenaamde olie-halve maan aan de Libische kust hebben de Westerse landen in een gezamenlijke mededeling de nieuwe machthebbers gevraagd om zich onmiddellijk en onvoorwaardelijk uit het heroverde gebied terug te trekken.
‘Olie-infrastructuur, productie en export moeten onder controle blijven van de Nationale Olie-Corporatie (NOC) die onder de autoriteit van de internationaal erkende regering opereert’, staat er in de mededeling te lezen. De VS, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië en Spanje hebben opnieuw hun steun betuigd aan de regering van Nationaal Akkoord als enige legitieme autoriteit in Libië.
Hoe ernstig zijn de Westerse landen in hun steun aan de regering Serraj?
Maar hoe ernstig zijn de Westerse landen in hun steun aan de regering Serraj? Frankrijk dat de mededeling mee ondertekend heeft, heeft onlangs nog generaal Haftar in zijn oorlog tegen “jihadisten” in Benghazi gesteund. De operatie werd geacht geheim te blijven maar de dood van drie Franse soldaten heeft roet in het eten gegooid.
Op 20 juli kondigde de Franse overheid de dood van drie soldaten aan. De drie waren op inlichtingenmissie en zijn omgekomen toen hun helikopter crashte vlakbij Benghazi in het oosten van het land, luidt de officiële verklaring. Een verontwaardigde Faez Serraj vond het onaanvaardbaar dat Frankijk in Libië intervenieerde zonder de internationaal erkende regering op de hoogte te brengen. Maar de Franse overheid had niet het volledige verhaal verteld.
Een militie die zich de “brigade ter verdediging van Benghazi” noemt, heeft op 17 juli al aangekondigd de helikopter neergehaald te hebben. Beelden die verspreid werden via sociale media tonen aan dat de helikopter van Russische makelij is. Het bewijs volgens de krant Le Monde dat het toestel behoort tot generaal Khalifa Haftar, de enige die in Benghazi over zulke toestellen beschikt.
Franse militaire bronnen verdedigden zich door te zeggen dat de Franse aanwezigheid in Libië zich beperkt tot het inzamelen van informatie en kadert in de strijd tegen IS. ‘Het nationale Libische Leger onder leiding van Khalifa Haftar is het embryo van het toekomstige verenigde leger. Het is normaal om het te helpen verder ontwikkelen’, zei een militaire bron aan de krant Le Monde. Bovendien zijn de Fransen niet de eersten die in Benghazi zijn. ‘De Amerikanen waren hier voor ons’, zei dezelfde bron nog aan Le Monde.
‘Het valt niet te ontkennen dat de militaire successen die generaal Khalifa Haftar de voorbije maanden in Benghazi heeft geboekt te danken zijn aan de Franse aanwezigheid in het noordoosten van Libië’, zegt Mattia Toaldo, Libië-expert bij het denktank ECFR (Europese Raad voor Buitenlandse Relaties).
De ambiguïteit van het Westen
Dat Frankrijk niet het enige land is dat cavalier seul speelt in Libië is een feit. In het verleden hebben de VS luchtaanvallen uitgevoerd op stellingen van IS. En vorige dinsdag moest de Italiaanse minister van binnenlandse zaken Roberta Pinotti één en ander uitleggen na een lek in de media over een militaire missie waarbij tweehonderd Italiaanse soldaten naar Libië gestuurd zouden worden. De minister verklaarde dat het om een humanitaire missie ging die tot stand is gekomen op vraag van de regering in Tripoli.
De logica zoeken achter de handelingen van de bondgenoten in Libië is een moeilijke opdracht.
Het gaat, volgens de minister, om de bouw van een militair ziekenhuis in de luchthaven van de stad Misrata. Italië stuurt tweehonderd personeelsleden, onder wie 65 dokters en verplegers, om het ziekenhuis te runnen en honderd soldaten om het ziekenhuis te beschermen. Op sociale media in Libië werd er wel gelachen met deze “medische” missie.
De logica zoeken achter de handelingen van de bondgenoten in Libië is een moeilijke opdracht. Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten, beiden bondgenoten van het Westen, steunen Khalifa Haftar in Libië. ‘Deze dubbelzinnigheid is eigen aan het Amerikaanse en Europese beleid in de regio. Langs de ene kant wil men landen als Irak, Syrië en Libië stabiliseren maar langs de andere kant maakt men deals en sluit men contracten af met Golfstaten die betrokkenpartij zijn in de conflicten binnen die landen’, zegt Libië-expert Mattia Toaldo.
‘Het recente bezoek van de Franse president aan Egypte en het wapencontract tussen de twee landen mag niet los gezien worden van de steun van Frankrijk aan generaal Haftar in zijn oorlog tegen de gewapende milities in Benghazi’.
Controversieel en toch populair
Generaal Khalifa Haftar
Magharebia (CC BY 2.0)
Feit is dat Khalifa Haftar, de gepensioneerde generaal en vroegere bondgenoot van Khaddafi die zich later tegen hem keerde en die met de CIA heeft samengewerkt en lange tijd in de VS heeft gewoond, sterker staat na zijn militaire successen in Benghazi. De inname van de olieterminals kwam als een verrassing maar is op zich niet zo onlogisch.
Het is juist de daadkracht van de man die hem populair maakt bij veel Libiërs, vooral in het oosten van het land. Hij vertegenwoordigt de sterke leider die in staat is om een leger te leiden en de extremisten halt toe te roepen. Zijn verovering van de oliehavens wordt bovendien als een zware klap gezien voor Ibrahim Jadran, de militieleider die de controle had over de oliehavens en die de opeenvolgende regeringen heeft gechanteerd en in ruil voor zijn steun grote sommen geld kon vragen aan de regering van nationale eenheid.
Het is juist door de strijd tussen de verschillende regeringen en militieleider Jadran dat de olieterminals sinds 2013 offline zijn gebleven. Dat heeft geleid tot een spectaculaire daling in de inkomsten. Momenteel produceert Libië 200,000 vaten ruwe olie. Dat is minder dan een vijfde van wat ze produceerde in 2012. Slechts de helft van de productie wordt uitgevoerd.
Stammen en milities
Het is nu afwachten hoe de regering in Tripoli zal reageren. Niet alle regeringsleden staan op dezelfde lijn. ‘Een militaire confrontatie zou desastreus zijn’, schrijft Claudia Gazzini, Noord-Afrika specialiste bij de International Crisis Group. Volgens Gazzini is het best mogelijk dat de olie-export hervat wordt aangezien de Nationale Olie-Corporatie, de instantie die de oliehavens beheert een onafhankelijke instelling is die goede relaties heeft met het Nationale Libische Leger. De inkomsten gaan naar de Nationale Bank in Tripoli, ook een onafhankelijke instantie die de lonen in Libië uitbetaalt.
‘Alle lonen, ook die van de soldaten van Haftar, worden door de Nationale bank uitbetaald’, zegt Mattia Toaldo, ‘en dat op zich is in de politieke en militaire chaos die er in Libië heerst altijd een garantie geweest voor een minimale stabiliteit in het olierijke Noord-Afrikaans land’.
‘Een verdere afzwakking van de eenheidsregering betekent de splitsing van Libië, niet in twee of drie delen, maar in tientallen deeltjes’.
‘Om uit de impasse te geraken zou de internationale gemeenschap in de richting van nieuwe onderhandelingen moeten duwen. Niet met politici die al hun geloofwaardigheid hebben verloren maar met lokale leiders’, zegt Mattia Toaldo.
‘In Libië heeft elke stad een eigen militie of zelfs verschillende milities. Stammenleiders hebben in het verleden voor verzoening gezorgd tussen stammen en steden. Daarop verder werken is de oplossing. Want een verdere afzwakking van de eenheidsregering betekent de splitsing van Libië, niet in twee of drie delen, maar in tientallen deeltjes, met het ontstaan van ministaatjes als gevolg. De macht is dan aan de maffia’.