Opleiding tot Belg bestaat 10 jaar
Dennis Kant
29 augustus 2014
Nieuwkomers die in Vlaanderen arriveren moeten van de overheid een cursus volgen wanneer vaststaat dat ze hier voor een behoorlijke tijd zullen blijven. Deze noodzaak tot aanpassing in de samenleving is niet van alle tijden. Pas sinds 1 april 2004 is de inburgering realiteit, het viert dus haar tinnen jubileum.
© Stampedia
“Arbeiders, welkom in België! U denkt eraan in België te komen werken? Wellicht heeft U reeds de ‘grote beslissing’ genomen? Wij, Belgen, zijn verheugd dat U aan ons land de bijdrage van uw arbeidskracht en uw intelligentie komt leveren.
Bovenstaande tekst uit een brochure van 1964, gericht aan Marokkaanse en Turkse gastarbeiders, hoeft de dag van vandaag niet meer verspreid te worden. Steeds meer migranten vinden de weg naar België. Van alle kanten wordt geroepen dat Europa vol is en de arbeidskracht en intelligentie die in de jaren `60 nog zo gewenst waren, worden nu angstvallig geweerd. Nu ligt de nadruk vooral op de sociale problemen, die migratie met zich meebrengt – de botsing tussen de culturele gebruiken van de nieuwkomers, en die van de ingezetenen. Inburgering is dan ook veel belangrijker geworden. De personen die nog worden toegelaten moeten zich steeds meer en beter adapteren aan de samenleving.
Inburgering
“Maar de groep van verplichte inburgeraars neemt af, omdat de grootste migratiestromen tegenwoordig uit (Oost-)Europa komen. Door het vrij verkeer van personen binnen Europa is die groep niet verplicht om in te burgeren. Toch proberen onthaalbureaus, zoals die van Antwerpen stad, zoveel mogelijk Oost-Europeanen te overtuigen om een inburgeringstraject te volgen”, zo vertelt Chams Zaougui van het Kruispunt Migratie-Integratie.
Ook in Gent probeert men meer mensen te bereiken. Volgens Janne Vanderyse van Kompas Gent is het nog steeds moeilijk om migranten tot bij het onthaalbureau te krijgen. “Toch zien we een verbetering ten opzichte van vroeger. Dit komt doordat we veel gerichter rekruteren.”
De inburgering in Vlaanderen en het Brussels-gewest wordt geregeld door de lokale onthaalbureaus. Sinds 2007 is de inburgering in Vlaanderen verplicht. In Brussel en Wallonië bestaat deze verplichting nog altijd niet.
Achter die verschillende beleidskeuzes gaan twee heel andere visies op inburgering schuil. Voor de ene is inburgering een vorm van gastvrijheid. Het ontvangende land geeft de migrant de mogelijkheid om deel uit te gaan maken van de samenleving. In dat geval gaat het om een aanbod, waar de nieuwkomer vrijwillig gebruik van kan maken. De andere visie denkt eerder in termen van een verplichting: aangezien de migrant zich hier wil vestigen, mag er wel iets van hem geëist worden, namelijk dat hij zich aanpast aan de normen en waarden van het land.
Cursus
Inhoudelijk is er sinds 2004 veel veranderd. Bij de invoering van de cursus dienden zich veel Turkse en Marokkaanse migranten aan. Tegenwoordig zijn er uiteraard meer nationaliteiten te bespeuren. Ook de cursussen evolueren mee. Toch wordt volgens Vanderyse de Nederlandse taal meer en meer de standaardtaal bij de cursussen. “Oorspronkelijk werd er vooral Turks en Marokkaans gesproken bij de inburgering. Tegenwoordig wordt waar mogelijk zoveel mogelijk Nederlands gebruikt. Termen met betrekking tot de inburgering worden sowieso in het Nederlands behandeld.” Voor de mensen die nog geen Nederlands spreken, geen nood. Er worden 13 talen aangeboden. De talen die niet worden aangeboden, worden met behulp van tolken toch vertaald naar de gewenste taal.
Een ander verschil situeert zich op gebied van de noden van de inburgeraars. De eerste groep inburgeraars waren vooral eerste generatie Marokkanen en Turken, en gezinsherenigers zonder werk. Nu, door het openstellen van de grenzen, krijg je een instroom van Oost-Europese migranten die niet verplicht zijn om hierheen te komen en voornamelijk geïnteresseerd zijn in werk. Bijgevolg hebben ze geen tijd om naar de inburgeringscursus te komen net omdat ze werk hebben. “De grote uitdaging is om deze groep ook bij de cursus te krijgen”, zo klinkt het.
“Door ons aan te passen aan de inburgeraar kunnen we veel gerichter werken. Dit heeft succes”, zo vertelt Vanderyse. Een belangrijk aspect daarbij is het aanpassen van de methodiek. “Voorheen werd er sturend gewerkt, er werd veel voorgekauwd. Nu hebben we onze methodiek aangepast aan de noden van de huidige inburgeraars en werken we sturend. De leerkracht Maatschappelijke Orientatie biedt materiaal aan waarmee de inburgeraar zelf aan de slag kan. Heeft iemand al werk, dan wordt hem/haar niet bijgeleerd hoe de sollicitatieprocedure werkt maar is er meer tijd voor andere aspecten.”
Over de inhoud van de inburgeringscursus werd door linkse activisten nogal eens negatief gesproken. De cursus zou zich beperken tot het maken van witlof met hesp en verder geen inhoudelijke waarde hebben. Dit cliché wordt door Vanderyse ontkracht. “Er wordt de inburgeraars niets aangeleerd. Wel worden zulke clichés besproken. Wanneer er vragen zijn over typisch Vlaamse onderwerpen, dan worden deze wel aan bod gelaten.”
© 2014 – C.H.I.P.S. StampMedia – Dennis Kant