In iedere oorlog is de waarheid het eerste slachtoffer, maar in Irak lijken velen er genoegen in te scheppen die te verbergen onder propaganda, leugens en verzinsels. Daardoor wordt de Islamitische Staat nog wreder en monsterlijker afgeschilderd dan ze al is. Check je bronnen voor je informatie klakkeloos overneemt, zegt journaliste Judit Neurink vanuit Iraaks Koerdistan.
Irak is een land van samenzweringstheorieën die gedeeld worden zonder dat er bewijs hoeft te zijn. Een land waar mensen graag over elkaar kletsen, zonder te controleren of wat ze beweren waar is. Waar geruchten in de media belanden waarna ze voor waar worden aangenomen.
Dat komt deels doordat de overheid informatie slechts moeizaam deelt. Dagelijkse briefings over het verloop van de strijd zijn er niet en journalisten zijn afhankelijk van wat commandanten en ambtenaren hen (anoniem) willen vertellen. De informatiehonger wordt daarmee niet gestild.
Begin augustus werden in Iraaks Koerdistan de populaire sociale media Facebook en Twitter dagenlang geblokkeerd, omdat zoveel informatie was gaan rondzingen over de opmars van de Islamitische Staat (IS) dat in de Koerdische hoofdstad Erbil paniek was ontstaan.
Angst als wapen
IS is zeer actief op de sociale media, en gebruikt die enerzijds voor wervingsdoeleinden, en anderzijds om angst te zaaien. Angst is als wapen voor IS net zo belangrijk als militaire middelen.
Angst is als wapen voor IS net zo belangrijk als militaire middelen.
Dat het werkt, bleek toen burgers vluchtten op basis van geruchten dat IS onderweg was. In Erbil gebeurde dat op kleine schaal, maar in het gebied tussen IS-bolwerk Mosoel en Erbil was het bericht dat de Koerdische strijders die de regio sinds begin juni controleerden zich hadden teruggetrokken, voldoende om zo’n honderdduizend christenen op de vlucht te jagen.
Hun steden en dorpen zijn nu leeg. In een deel ervan is een groep lichtbewapende IS-aanhangers binnengetrokken om hun zwarte vlag te planten. In andere vertoonden de IS-strijders zich niet en is de belangrijkste zorg om dieven buiten te houden.
De mythes van vrouwenbesnijdenis
De angst voor IS heeft alles te maken met verhalen hoe strijders vrouwen ontvoeren en verkrachten. In de Iraakse samenleving is een aanslag op de eer van een vrouw er een op de hele familie.
Verhalen uit de eerste twee maanden nadat Iraks tweede stad Mosoel door IS was ingenomen, lijken vooral propaganda. Dat IS-commandanten van deur tot deur gingen om jonge vrouwen te vinden als jihad-bruiden voor hun strijders kon in Irak niet worden bewezen. In Syrië, waar IS al meer gevestigd is, gebeurt het wel.
Daarna kwam het bericht dat IS had besloten dat alle vrouwen boven de 46 in Mosoel besneden moesten worden. Omdat de VN de bron was, werd de IS-ontkenning niet geloofd.
In de Iraakse samenleving is een aanslag op de eer van een vrouw er een op de hele familie.
Toch moet het naar het rijk der fabelen verwezen worden. Al was het maar omdat vrouwen niet op latere leeftijd worden besneden – waar het gebeurt in Iraaks Koerdistan is dat bij jonge meisjes. En het gebeurt er nog veel: in sommige dorpen is negentig procent van de vrouwen er slachtoffer van.
Zo’n campagne uitvoeren in een miljoenenstad waar artsen de benen hebben genomen, is niet simpel. Overigens, als IS dit wilde, waarom heeft IS deze ingreep dan niet ingevoerd in Syrië, waar het wel vrouwen op straat laat patrouilleren om te checken of hun seksegenoten voldoende bedekt zijn.
En het belangrijkste is wel, dat de gewoonte naar Iraaks Koerdistan is gekomen met Egyptische imams, die een andere islamitische school aanhingen dan IS nu. IS volgt een stroming die teruggaat naar de tijd van de profeet, toen vrouwenbesnijdenis niet gepropageerd werd.
Demoniseren van de vijand
Waarom deze onwaarheden, terwijl de staat van dienst van IS gruwelijk genoeg is? Sommige van haar tegenstanders proberen IS-strijders te demoniseren.
Het ontmenselijken van de vijand is in landen als (voormalig) Joegoslavië en Rwanda gebruikt om bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten. In Irak versterkt het de haatgevoelens tussen Koerden en Arabieren, en tussen de strijdende geloofsgroepen: de sjiieten die de macht hebben en de soennitische minderheid die zich daartegen verzet, en waarvan een deel zich bij IS aansloot.
Toen begin augustus vele duizenden yezidi’s hun regio Sinjar ontvluchtten omdat IS binnenviel, waren berichten over het afvoeren van vrouwen nauwelijks te controleren – de yezidi’s waren massaal de berg Sinjar opgevlucht; waren ze de vrouwen niet gewoon kwijtgeraakt?
Datzelfde gold voor de verhalen dat vrouwen als slaven werden verkocht, die als feit de wereld werden ingestuurd. Foto’s van vrouwen in zwart die met kettingen aan elkaar geketend waren moesten als bewijs gelden. Die bleken echter afkomstig uit het sjiitische Kerbala, waar tijdens de jaarlijkse Ashura-viering de ondergang van de kleinzonen van de profeet en het afvoeren van hun gezinnen wordt geënsceneerd.
Ook het achterhouden van informatie beïnvloedt het beeld. Weinig is gemeld dat IS handelt vanuit de overtuiging dat yezidi’s ongelovigen zijn – anders dan christenen, die het beschouwt als ‘volkeren van het boek’, dus gelovigen. De radicale groep ziet de vrouwen en kinderen die ze ontvoert en hun eigendommen als oorlogsbuit die haar volgens de Koran toevalt.
Getuigenissen tegen de fabels
Sinds de meeste mensen na hun lange traumatische verblijf op de berg de bewoonde wereld van Iraaks Koerdistan hebben bereikt, komt er langzaam meer duidelijkheid: over weggevoerde gezinnen, mannen en vrouwen die gescheiden werden en stiekem telefonisch contact.
Daardoor weten we dat honderden vrouwen zijn afgevoerd naar gevangenissen, dat de jongste vrouwen apart zijn gezet en dat IS probeert hen over te halen zich te bekeren om te trouwen met een van de strijders. Verteld wordt dat een Arabier in Mosoel een aantal yezidi-vrouwen heeft gered door ze voor 25 dollar per stuk te kopen, maar dit komt uit de derde hand.
Er zijn verhalen over vrouwen die zijn verkracht en zelfs over een groepsverkrachting; een moeder zou vertellen dat haar verkrachte dochters zelfmoord pleegden door van de berg te springen. Hoewel IS strijders de vrouwen niet mogen aanraken omdat die ongelovig zijn, zal het vast zijn gebeurd, maar we weten niet hoe vaak. Omdat het een taboe is, kan het zelfs ook vaker zijn gebeurd dan we weten. Een Amerikaanse organisatie probeert via contacten met slachtoffers verhalen te verifiëren en ze terug te vinden.
Propaganda hoort bij oorlog, en het is soms moeilijk om waarheid van verdichting te onderscheiden.
We weten dat mannen zijn gedood en soms onthoofd, maar het verhaal van een yezidi-organisatie uit Duitsland over duizenden doden in de straten kan niet kloppen. Gewapende mannen die zijn achtergebleven om de strijd met IS aan te gaan en hun vrouwen en kinderen de kans te geven te ontkomen, weten niets over zoveel slachtoffers.
De Iraakse minister van Mensenrechten berichtte over een massagraf van zeker 500 mensen - toen de regio nog niet toegankelijk was om het te verifiëren. Na navraag bij meerdere bronnen lijken er twee kleinere massagraven zijn, van totaal zo’n 140 mensen. Voor de ministers bewering dat mensen levend zijn begraven bestaat geen bewijs want niemand heeft de lijken kunnen onderzoeken.
Propaganda hoort bij oorlog, en het is soms moeilijk om waarheid van verdichting te onderscheiden. Toch zouden we ons beter bewust moeten zijn van de rol die propaganda in Irak speelt, en daarom zorgvuldiger omgaan met informatie die niet te checken is.
Judit Neurink werkt als journaliste in Iraaks Koerdistan.