Waarom verliezen EU-lidstaten de hervestiging van vluchtelingen uit het oog?
‘Wil je smokkelaars stoppen? Bied vluchtelingen dan veilige toegangswegen’
© Ggio (CC BY-SA 3.0)
© Ggio (CC BY-SA 3.0)
Maarten Luyten
03 oktober 2023
Het is de leuze van het Europese asielbeleid: irreguliere migratie stoppen, mensensmokkel bestrijden en vluchtelingen toeleiden naar legale, veilige toegangspoorten. Maar die 'veilige toegangspoorten' zijn nauwelijks een kattenluik groot. 'Sommige vluchtelingen krijgen het bericht dat ze naar België mogen komen, om daarna voor onbepaalde duur in de wachtrij te staan.'
700 lichamen staan als tandenstokers in de brandende zon op het dek van een roestige, blauwe vissersboot. Je kan de lucht haast uit hun longen zien verdwijnen, zo krap is het. Hoe dit vaartuig ooit de zee op raakte, is onvoorstelbaar. Hoe het ooit het land moet bereiken voordat de golven het verzwelgen, is nog minder voorstelbaar.
Van de 700 migranten die op 14 juni 2023 de Griekse zee op gingen, waren er een dag later maar een goede 100 in leven.
Amper een week voor die tragedie, op 8 juni, kondigde de Raad van de Europese Unie trots aan dat het snel gedaan zou zijn met mensensmokkel en alle tragische gevolgen daarvan. In de Raad hadden ministers uit alle EU-landen eindelijk een akkoord bereikt over het Migratiepact.
Dat akkoord klonk vooral als: meer van wat er al is. Meer detentiecentra aan de Europese grenzen. Meer grensbewaking. Minder reddingsoperaties. En meer mogelijkheden om asielzoekers terug te duwen naar waar ze vandaan komen. De blinde vlek in het akkoord: hoe kunnen mensen op de vlucht dan wél veilig de EU bereiken?
Een écht veilige plek
De meeste mensen die als vluchteling erkend zijn, vinden opvang in hun eigen land of in buurlanden daarvan.
Maar het opvangland is niet altijd voor iedereen veilig. Omwille van hun seksuele geaardheid, hun etnisch-religieuze achtergrond of omdat ze tot een bepaalde maatschappelijke groep behoren. Bijvoorbeeld vrouwen die het slachtoffer zijn van gendergerelateerd geweld, of slachtoffers van marteling, of mensen met ernstige medische noden.
Als ook het huidige opvangland niet veilig is, kan de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR voorstellen om deze mensen te hervestigen naar een land waar ze geen risico's lopen. UNHCR selecteert alleen de meest kwetsbare personen voor zo'n hervestiging, en die moeten ook al erkend zijn als vluchteling. Dat laatste is slechts het geval bij één derde van de mensen die wereldwijd op de vlucht zijn. Dat komt onder andere omdat het UNCHR lang niet lukt om iedereen te registreren.
Neem bijvoorbeeld het Syrische gezin Al-Afat waar MO* in 2021 over schreef. Het gezin, waarvan vader Khaled in een rolstoel zit, vluchtte van Syrië naar Turkije. Syriërs krijgen automatisch bescherming in Turkije, maar ze krijgen er maar beperkte rechten en kunnen er geen toekomst opbouwen. Geen ideale situatie, zeker wanneer je ernstige medische hulp nodig hebt.
Als dit gezin vanuit Turkije geselecteerd was voor hervestiging, had hen dat meer dan een jaar in een vluchtelingenkamp bespaard.
Omwille van die kwetsbaarheid kon dit gezin in aanmerking komen voor hervestiging vanuit Turkije. In dat geval zouden ze in één keer overgebracht worden naar een nieuw opvangland, bijvoorbeeld in de EU. Maar in de plaats daarvan stak het gezin met een rubberen boot de Middellandse Zee over naar Griekenland. Dat kostte hen vijf pogingen.
In Griekenland zat het gezin nog anderhalf jaar in het kamp Moria. Daar kon Khaled niet de medische hulp krijgen die hij nodig had. Uiteindelijk kreeg het gezin zelfs geen asiel in Griekenland. Met de hulp van een vrijwilligersvereniging uit België konden ze uiteindelijk een visum lang verblijf verkrijgen en naar België te komen.
Als dit gezin vanuit Turkije geselecteerd was voor hervestiging, dan had het rechtstreeks naar de EU kunnen komen. Dat had hen vijf riskante boottochten en meer dan een jaar in een vluchtelingenkamp bespaard.
Europese Unie: onder de opvangcapaciteit
Volgens UNHCR hebben in 2023 wereldwijd zo'n 2 miljoen mensen nood aan hervestiging. Dat is slechts een fractie van de 35 miljoen mensen die erkend zijn als vluchteling, en nog minder vergeleken met de 108 miljoen mensen die gedwongen ontheemd zijn. En, zoals gezegd, kan UNHCR niet iedereen die daadwerkelijk op de vlucht is ook registreren als vluchteling.
In 2022 engageerden slechts 11 van de 27 lidstaten zich voor hervestiging van erkende vluchtelingen.
2 miljoen mensen dit jaar hervestigen, dat kan UNHCR onmogelijk. Sinds 2011 zijn er in totaal maar 830.000 mensen wereldwijd hervestigd. Het jaarlijkse gemiddelde schommelt rond de 60.000 hervestigingen.
In 2022 hebben ook maar 22 landen hervestigingen uitgevoerd. Bijna de helft daarvan zijn EU-lidstaten. Toch waren de vlijtige hervestigers Canada en de Verenigde Staten verantwoordelijk voor 33.000 van de 58.000 hervestigingen.
In 2021 maakte UNHCR een plan voor de daaropvolgende 9 jaar, de Roadmap 2030. Daarin stelde de organisatie het doel op om tegen 2030 in totaal 1 miljoen vluchtelingen te hervestigen.
Daarvoor baseert UNHCR zich op het aantal hervestigingen dat in het verleden werd uitgevoerd, én op een projectie van hoe die opvangcapaciteit in de komende jaren kan toenemen. 1 miljoen mensen op 9 jaar tijd is niet veel, maar het is wel realistisch en haalbaar.
'Drie vierde van alle hervestigingen vonden plaats in drie landen: Duitsland, Zweden en Frankrijk.’
In 2023 hoopt UNHCR 90.000 vluchtelingen te hervestigen. Daarvan vraagt UNHCR dat de Europese Unie er 40.000 opneemt.
UNHCR hoopt dat de EU jaarlijks ongeveer 40% van het totaal aantal hervestigingen op zich neemt. Dat aantal ligt in lijn met de historische evolutie van hervestiging in de EU. Het lijkt een realistische prognose van de mate waarin de opvangcapaciteit kan toenemen.
Uiteindelijk beloofden de EU-lidstaten om 16.000 mensen te hervestigen in 2023, en nog eens 13.000 mensen op te vangen via humanitaire admissie, een aparte toegangspoort waarvoor ze niet verplicht met UNHCR samenwerken. Als je die samen optelt zijn dat er 29.000, nog steeds 11.000 minder dan wat UNHCR vroeg.
Wanneer we die cijfers voorleggen aan Olivia Sundberg, EU-Belangenbehartiger voor Migratie en Asiel bij mensenrechtenorganisatie Amnesty International, zegt ze stellig: ‘Die aantallen liggen ver onder de Europese opvangcapaciteit.’
Ter vergelijking: in 2022 moest de Unie 1 miljoen asielaanvragen verwerken. Dat zijn 1 miljoen mensen die ook opvang moeten krijgen. 29.000 extra plaatsen voor hervestiging is daarmee vergeleken dus geen enorm surplus.
Sommige EU-landen doen géén hervestiging
Opvallend genoeg doet een groot deel van de EU-lidstaten zelfs helemaal niet aan hervestiging. ‘In 2022 engageerden maar 11 van de 27 lidstaten zich voor hervestiging', zegt Sundberg. 'Drie vierde van alle hervestigingen vonden plaats in drie landen: Duitsland, Zweden en Frankrijk.’
Veel lidstaten gebruikten de crisissen van de afgelopen jaren als excuus. ‘Door COVID-19 werd er in 2020 enkele maanden lang helemaal niet aan hervestiging gedaan. In 2021 concentreerden lidstaten zich op de evacuaties uit Afghanistan ten koste hervestigingsprogramma’s. In 2022 zette de hulp aan Oekraïense vluchtelingen dan weer druk op opvangsystemen, waardoor lidstaten hervestigingen uitstelden.’
Een groot deel van de EU-lidstaten doet zelfs helemaal niet aan hervestiging.
De lidstaten kunnen wel degelijk meer vluchtelingen hervestigen, ze tonen gewoon te weinig engagement, stelt Sundberg. Want ook los van deze excuses maken lidstaten hun beloftes vaak niet waar.
In 2022 beloofde België om 1250 vluchtelingen te hervestigen, maar uiteindelijk hervestigde ons land dat jaar maar 71 mensen. België verlaagde zijn belofte voor 2023 vervolgens naar 500 hervestigingen. Volgens de database van UNHCR vonden dit jaar (tot 20 september) nog maar 72 hervestigingen plaats.
Hoe zit het dan met de hervestigingen die beloofd werden maar niet doorgaan? De coördinator hervestigingen bij het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS), verduidelijkt: ‘Het gebrek aan opvangcapaciteit kan ertoe leiden dat geselecteerde vluchtelingen langer dan gepland moeten wachten op hun vertrek naar België, of dat geplande selectiemissies moeten worden uitgesteld.’
Sommige vluchtelingen krijgen dus het bericht dat ze naar België mogen komen, om daarna voor onbepaalde duur in de wachtrij gezet te worden. ‘Op dit moment zijn zo’n 300 vluchtelingen geselecteerd voor hervestiging en wachten zij op een transfer', zegt het CGVS. Eind september, enkele weken na ons gesprek, laat het CGVS weten dat de achterstand de komende periode wordt weggewerkt. Tegen het jaareinde zullen alle 300 vluchtelingen hervestigd zijn.
Hoe is het geld voor hervestiging verdeeld?
De EU-lidstaten engageren zich weinig of niet voor hervestiging, en dat is ook zichtbaar in de manier waarop de Europese Unie haar budgetten verdeelt.
Voor de periode van 2021 tot 2027 wees de EU jaarlijks 514 miljoen euro uit het Asylum, Migration and Integration Fund (AMIF) toe aan de enveloppe waaronder hervestiging valt. Volgens een studie van Statewatch en Transnational Institute is het AMIF met 43% gegroeid tegenover de vorige periode.
Voor dezelfde periode (van 2021 tot 2027) wees de EU jaarlijks 800 miljoen euro toe aan Frontex, het Europese Grens- en Kustwachtagentschap dat de grenzen bewaakt tegen irreguliere migratie. Met die 800 miljoen euro steeg het budget van Frontex met wel 194% ten opzichte van de vorige periode. Dat is een enorme toename in vergelijking met de toename van 43% voor het AMIF. Tegenover 2005 is het budget van Frontex zelfs met 13.600% gestegen.
Hoeveel van die 514 miljoen euro uit het AMIF gaat precies naar hervestiging gaat? Dat ligt niet vast. Wel weten we dat de EU 10.000 euro voorziet per hervestigde vluchteling. Gebaseerd op het aantal gerealiseerde hervestigingen gaf de EU in 2021 en 2022 zo’n 190 miljoen euro uit. Als de EU-lidstaten in 2023 de beloofde 29.000 vluchtelingen hervestigen, zal dat 290 miljoen euro kosten.
Vergelijk dat met de 800 miljoen euro die Frontex ontvangt en je weet dat de EU de afgelopen twee jaar 4 keer zoveel uitgaf aan grensbewaking als aan hervestiging. Als de EU in 2023 effectief haar belofte nakomt om 29.000 vluchtelingen te hervestigen, geeft de EU nog altijd drie keer zoveel uit aan grensbewaking.
Dit is geen detailanalyse van de uitgaven. De totaalkost van hervestiging ligt wellicht veel hoger dan wat de EU aan lidstaten geeft en het werk van Frontex dekt ook maar een deel van de totale investering in grensbewaking. De vergelijking toont vooral waar het grootste financiële gewicht ligt en de evolutie van die financiering toont hoe de prioriteit doorheen de jaren steeds meer verschuift naar grensbewaking.
Weinig bij te winnen
Waarom engageren lidstaten zich niet voor hervestiging? Catherine Woollard, directeur van het Europese ngo-netwerk European Council on Refugees and Exiles (ECRE), legt het zo uit: ‘Sommige lidstaten, zoals Polen en Hongarije, willen geen asielzoekers, punt uit. Ze willen zelfs niet dat de EU een asielbeleid heeft, want ze vinden dat niemand naar hier mag komen.’
‘Andere landen doen dan weer niet aan hervestiging omdat zij sowieso veel vluchtelingen opvangen, zoals Griekenland’, zegt Woollard.
Ook het omgekeerde gebeurt: 'Sommige landen vinden: als zij aan hervestiging doen, moeten ze geen vluchtelingen opvangen die in de grenslanden aankomen.’
De achterliggende realiteit is dat bij hervestiging weinig te winnen valt voor de lidstaten. ‘Oorspronkelijk zagen EU-lidstaten hervestiging als een gunst die ze andere landen konden verlenen in ruil voor wederdiensten.'
Het archetypische voorbeeld daarvan is de EU-Turkijedeal uit 2016, waarbij Europa Syrische vluchtelingen uit Turkije zou hervestigen. In ruil daarvoor zorgde Turkije ervoor dat vluchtelingen de EU niet binnen kwamen. ‘Op dezelfde manier proberen wij asielzoekers die we niet willen, terug te sturen naar hun land van herkomst. In ruil zullen wij wel wat vluchtelingen uit dat land overnemen.’
‘Die landen geven niets om de mensen die zij opvangen. Wat kan het hen wat schelen dat de EU hun die uit de handen neemt?'
Alleen is dat voor die andere landen geen interessante deal. ‘Die landen geven niets om de mensen die zij opvangen. Wat kan het hen wat schelen dat de EU hun die uit de handen neemt?'
'Ook voor Turkije waren de hervestigingen niet interessant. Het was interessant om de EU te helpen, omdat de Unie dan een oogje dichtkneep toen de Turkse overheid plots de grenzen met Syrië sloot of genadeloos alle politieke oppositie onderdrukte.’
Beloftes breken is niet strafbaar
Omdat het EU-lidstaten te weinig oplevert, behandelen ze hervestiging als een vrijwillige gunst waarbij elk land zelf de regels mag bepalen. Ook al draagt UNHCR kandidaten voor hervestiging voor: de uiteindelijke selectie ligt bij de lidstaten.
‘Vaak selecteren lidstaten vluchtelingen in functie van hun potentieel tot integratie’, merkt Sundberg op. ‘Maar de meest kwetsbare mensen zijn niet altijd degenen die het makkelijkst integreren in een samenleving.’ Sommige lidstaten kiezen bijvoorbeeld christenen boven moslims of selecteren vluchtelingen op basis van hun opleiding of beroepsachtergrond.
Een moeder en kinderen in een vluchtelingencentrum in Athene, in 2015. 'Internationale verdragen zeggen niets over de rechten van mensen tijdens de procedures voor hervestiging.'
Martin Leveneur (CC BY-ND 2.0)
Het engagement van lidstaten voor hervestiging is niet bindend. Wanneer België asielzoekers niet opvangt zoals wettelijk verplicht is, legt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) ons land dwangsommen op. Maar wanneer België slechts 71 van de beloofde 1250 hervestigingen waarmaakt en 300 vluchtelingen voor onbepaalde duur laat wachten, kan het EHRM ons land niet straffen.
Er zijn internationale verdragen die de rechten van vluchtelingen beschermen, maar die zeggen niets over hun rechten tijdens de procedures voor hervestiging. De overheid doet niets verkeerd zolang ze iedereen die ze selecteert uiteindelijk ook echt hervestigt, ook al gebeurt die hervestiging met extreme vertraging. En zolang het beloofde aantal hervestigingen niet bindend gemaakt wordt, doet de overheid niets mis wanneer ze minder vluchtelingen selecteert dan oorspronkelijk beloofd.
Geld voor kosten hervestiging
Lidstaten organiseren hervestiging dus volledig vrijblijvend en volgens eigen regels. Een overkoepelend kader bestaat er niet.
Tineke Strik, Europarlementslid bij De Groenen/Vrije Europese Alliantie, laat ons weten dat de Europese Commissie wel al jaren aan zo’n overkoepelend kader werkt. In december 2022 sloot de Raad van de Europese Unie een akkoord voor een Europees Kader voor Hervestiging.
Wanner deze regeling in werking treedt, heeft de EU een gestroomlijnd beleid met uniforme regels. ‘Voor het eerst pakken we hervestiging aan als een echt Europees project,’ zegt Strik. ‘Net zoals we Europese standaarden nodig hebben voor opvangfaciliteiten, hebben we nu vaste richtlijnen voor hervestiging.'
Zodra alle EU-lidstaten een gedeeld kader volgen, voorziet de EU 10.000 euro per hervestigde vluchteling via het Asylum, Migration and Integration Fund (AMIF). Met dat geld kunnen lidstaten de opvang, de dossierkosten en het integratietraject van de vluchteling financieren. Lidstaten hoeven het niet meer op eigen rekening te doen, zoals nu het geval is.
Wanneer het kader in werking treedt en hervestiging verloopt volgens de regels van de EU en met het geld van de EU, zal de Europese Commissie ook waken over de implementatie daarvan. Precies dat is de grote kracht van het nieuwe Europese Kader, volgens Strik. ‘Op dit moment kunnen lidstaten elkaars voortgang niet controleren. Als de Europese Commissie implementatierapporten maakt, is er meer transparantie en kunnen lidstaten elkaar in het gareel houden.’
Strik is ervan overtuigd dat het aantal hervestigingen wezenlijk zal toenemen met dit Europese kader.
Nog niet voor morgen
Wat helaas opvalt: ook het EU-hervestigingskader spreekt niet over bindende engagementen. De lidstaten kunnen dus nog altijd die vluchtelingen kiezen die volgens hen het meest kunnen bijdragen aan de samenleving, het makkelijkst kunnen integreren of het meest aantrekkelijke diploma hebben. ‘Veel lidstaten, zoals Nederland, eisten zelfs dat zulke integratievereisten deel konden blijven van het kader', zegt Strik.
Lidstaten die maar 71 hervestigingen uitvoeren wanneer ze er 1250 beloofd hebben, komen daar dus nog altijd ongestraft mee weg. Als de Commissie lidstaten op de vingers tikt, kunnen die dat gewoon naast zich neerleggen. ‘Kijk naar al die pushbacks in Griekenland', zegt Strik. 'Je hoort de Europese Commissie dáár niet eens over. Dus je moet niet verwachten dat zij de lidstaten nu wél op het matje zullen roepen.’
Een meisje in een vluchtelingenkamp in Idomeni, Griekenland, dicht bij de grens met Noord-Macedonië. 'Hervestiging is goedkoper, want voor erkende vluchtelingen die je hervestigt, hoef je geen grensbewaking te organiseren.'
Mario Fornasari (CC BY 2.0)
Bovendien heeft de Commissie dit hervestigingskader al uitgewerkt in 2016. Toen besloot dat Commissie dat 10.000 euro per hervestigde vluchteling volstond om lidstaten te overtuigen. Anno 2023 is 10.000 euro wel wat minder waard. Maar opnieuw onderhandelen over dat bedrag is riskant, omdat dan mogelijk het hele kader weer ter discussie komt te staan.
Als asielzoekers geen veilige toegangswegen krijgen, wenden ze zich uiteraard tot smokkelaars.
‘Daarom is het zo jammer dat het kader al die jaren op de plank is blijven liggen’, zegt Strik. ‘Sommige lidstaten eisten dat we dit kader meenamen in de onderhandelingen over het hele Migratiepact en het niet als een apart deel behandelden. Op die manier kunnen ze hervestiging nu als hefboom gebruiken om andere agendapunten af te dwingen, die gaan over controle en grensbewaking.’
Volgens Strik hadden we al enkele jaren met dit beleid kunnen werken, maar nu zit het geblokkeerd in de onderhandelingen. De kans bestaat dat het Kader voor Hervestiging ook volgend jaar niet in werking treedt. Het Europees Parlement keurt dit kader pas goed wanneer het elk onderdeel van het Migratiepact goedkeurt. ‘En ik ben sceptisch of dat deze ambtstermijn nog zal lukken.’
Grenzen bewaken versus hervestigen
EU-lidstaten leggen hun prioriteit bij grenzen bewaken en irreguliere migratie tegenhouden. Om dat te bereiken, voorziet de EU 800 miljoen euro per jaar voor het Europese grenswachtagentschap Frontex. Dat bedrag is een viervoud van wat de EU-lidstaten in 2021 en 2022 uitgaven aan hervestiging.
Ondanks die inspanningen vroegen in 2022 in totaal 1 miljoen mensen asiel aan in de EU. Dat waren er bijna zoveel als in 2015, toen Frontex nog maar 142 miljoen euro toegestopt kreeg.
Als de nadruk niet ligt op migranten tegenhouden maar op migratie efficiënt managen, dan lijkt hervestiging het meest kostenefficiënt. Want: voor vluchtelingen die via hervestiging naar hier komen, hoef je geen grensbewaking te organiseren. Omdat ze al erkend zijn als vluchteling, zijn er ook geen lange asielprocedures nodig en duurt het veel minder lang vooraleer ze hun integratietraject afronden.
‘Hervestiging en andere veilige toegangswegen zijn ook een vorm van voorspelbare migratie’, zegt Olivia Sundberg van Amnesty International. ‘Dat geeft overheden de mogelijkheid om zich voor te bereiden op de aankomsten en te verzekeren dat de nodige plannen en integratiemaatregelen klaarstaan.’
Je weet precies hoeveel vluchtelingen je moet opvangen en wanneer. Je hoeft dus niet voortdurend bij te sturen wanneer het aantal aankomsten drastisch stijgt of daalt. Nieuwe opvangfaciliteiten openen kost overheden veel en zodra die weer sluiten, gaat veel expertise en menselijk kapitaal verloren.
Vooral is het voor vluchtelingen veel gemakkelijker om te integreren wanneer ze via hervestiging naar hier zijn gekomen. ‘Vluchtelingen die op die manier naar hier komen, hebben geen gevaarlijke en traumatische reis achter de rug’, zegt Sundberg. Dat maakt hun aankomst gemakkelijker en daardoor zijn ze beter in staat om hier een nieuw leven op te bouwen.’
De respons op de Oekraïnecrisis kan een voorbeeld vormen voor hoe we in de toekomst vluchtelingen onthalen.
Bij hervestiging kan je de samenleving bovendien meer betrekken. Dat is het principe van community sponsorship: wanneer een groep vrijwillige sponsors uit de samenleving een vluchteling helpt integreren. ‘Zij kunnen helpen met opvang, ze brengen het papierwerk in orde, helpen de vluchtelingen aansluiten bij maatschappelijke diensten en helpen hen een woning en werk te zoeken.’ De vrijwilligersvereniging die het Syrische gezin Al-Afat naar België haalde, is hier een mooi voorbeeld van.
In feite is dat ook hoe de EU de Oekraïnecrisis heeft aangepakt, meent Sundberg. ‘Daar zag je het potentieel van een samenleving die mee verantwoordelijkheid opneemt en het zo mogelijk maakt om meer mensen op te vangen en hen vlot te integreren in lokale gemeenschappen.’ Volgens haar moet dit een voorbeeld zijn voor hoe we in de toekomst vluchtelingen onthalen.
Contraproductief beleid
Veel EU-lidstaten willen helemaal geen veilige toegangspoorten aanbieden. Als je vluchtelingen niet veilig naar hier brengt, is de kans groot dat ze toch nooit naar hier komen, is de logica.
Volgens Catherine Woollard van ECRE klopt die redenering niet helemaal. Elke vluchteling die eigenlijk via een veilige toegangspoort had kunnen komen maar die toegang niet krijgt, is net een potentiële klant voor smokkelaars.
'Hoe meer grenzen je sluit, hoe meer geld smokkelaars kunnen aanrekenen.'
‘Het beleid is contraproductief', zegt Woollard. 'De EU beschouwt de strijd tegen smokkelaars als een topprioriteit. Maar als je smokkelaars wil stoppen, bied vluchtelingen dan veilige toegangswegen. Hoe meer grenzen je sluit, hoe meer geld smokkelaars kunnen aanrekenen. En naarmate het lucratiever wordt, raken er gevaarlijkere criminele netwerken bij betrokken.’
Het CGVS bevestigt dat idee. Het lijkt hem logisch dat een deel van de vluchtelingen die via smokkelroutes naar de EU reizen, eigenlijk evenzeer langs veilige toegangspoorten naar hier had kunnen komen.
Wel mogen we de impact van hervestiging niet overschatten, meent het CGVS. ‘Er is geen bewijs dat het aanbieden van meer hervestigingsplaatsen, zelfs als die significant toenemen, de mensensmokkel zou doen afnemen of ervoor zou zorgen dat minder asielzoekers zich spontaan aanbieden.’
Strik bevestigt dat. Vluchtelingen die voor hervestiging in aanmerking komen, zijn doorgaans te kwetsbaar om smokkelroutes te nemen. Worden zij niet hervestigd, dan is de kans groot dat zij niet zelfstandig naar de EU reizen. 'Al is het net extra gevaarlijk wanneer dat wel gebeurt. Als mensen die zo kwetsbaar zijn toch smokkelroutes nemen, lopen zij enorme risico’s.’
‘We moeten het beleid voor arbeidsmigratie hervormen, zodat mensen makkelijker connectie vinden met al die bedrijven die werkkrachten zoeken.'
Alleen draait het volgens Strik niet enkel om hervestiging. Hervestiging is maar een van de veilige toegangspoorten. Wanneer we dat totaalpakket aan toegangspoorten verbreden, zal dat volgens Strik wel een impact hebben op het aantal mensen dat smokkelroutes neemt.
‘We moeten het beleid voor arbeidsmigratie hervormen, zodat mensen makkelijker connectie vinden met al die bedrijven die werkkrachten zoeken', zegt Strik. 'Hetzelfde geldt voor studentenvisums.'
'We kunnen ook vaker humanitaire visums uitreiken om mensenrechtenverdedigers uit andere landen te beschermen', vervolgt Strik. 'Dat kan zelfs een vorm zijn van mensenrechtenbeleid omdat deze mensen zo hun werk kunnen blijven doen vanop een veilige plaats. Dit zijn allemaal manieren waarop ook kwetsbare mensen bescherming kunnen vinden.’
Morele overwegingen
In een evenwichtig asielbeleid gaat er voldoende aandacht naar veilige toegangspoorten zoals hervestiging. Zulke toegangspoorten zijn vaak een efficiëntere manier om migratie te managen: ze kosten minder, verlagen de druk op grensbewaking en de strijd tegen smokkelaars en ze leveren de samenleving meer op.
'Toch moet je opletten met zulke argumenten', merkt Strik op. ‘Ja, het is efficiënter en goedkoper, maar eigenlijk mag het daar niet over gaan.’ We moeten niet aan hervestiging doen omwille van een kosten-batenanalyse, we moeten aan hervestiging doen omdat we op die manier kwetsbare mensen in veiligheid kunnen brengen.
Ook voor ECRE-directeur Catherine Woollard staan die morele overwegingen centraal. ‘Ook als je het aantal hervestigingen naar boven haalt, wat nodig is, moet je mensen nog altijd de kans geven om veilig grenzen over te steken. Dat is nu eenmaal de aard van ontheemd zijn. Er kan altijd een plotse crisis uitbreken waardoor miljoenen mensen op de vlucht slaan. Hun leven is in gevaar, dus ze hebben geen andere keuze dan een grens over te steken.'
Wat we volgens Woollard nodig hebben, is een en-enbeleid: vluchtelingen zowel de mogelijkheid bieden om veilig grenzen over te steken en asiel te zoeken, als toegangspoorten vanop afstand beschikbaar maken. Die wens staat vandaag nog ver van de Europese politieke realiteit.
Aanpassing 6/10/2023: in de oorspronkelijke versie van dit artikel werd vermeld in België tot 20 september nog maar 35 hervestigingen plaatsvonden. Dat cijfer was afkomstig van VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR. Maar de cijfers die zij publiceren, lopen enkele weken achter te lopen op de cijfers van de nationale overheden. Het correcte aantal hervestigde vluchtelingen in België was op 20 september 72 (cijfer Fedasil).
Ook het oorspronkelijk vermelde aantal vluchtelingen dat België beloofde om in 2022 te hervestigen, werd aangepast: van 1400 naar 1250. Bij het eerste cijfer waren ook mensen inbegrepen die een humanitair visum konden krijgen van België, het tweede cijfer omvat énkel erkende door de UNHCR erkende vluchtelingen die geselecteerd worden voor hervestiging.