“‘Als we in ons leven een keer de wet van Godwin mogen overtreden, dan doe ik het graag nu’
‘Sommigen zeggen dat ik overdrijf’, begint Tine Hens haar column. ‘Sommigen zeggen dat ik te emotioneel reageer. En ja, misschien is deze column de reactie van iemand die zelden hysterisch is, maar nu toch even naar adem hapt. Lees dit stuk dan als een letterlijke weergave van mijn bezorgdheid.’
Ik voel een bezorgdheid waarvan ik angstvallig hoop dat ze ongegrond is.
Een bezorgdheid waar ik over een paar weken, maanden of jaren misschien hartelijk om moet lachen.
Maar ik kan op dit moment niet ontkennen dat ik een bezorgdheid met me meedraag die ik niet zo maar kan wegdrukken met allerlei rationele argumenten.
Het is een bezorgdheid die uitkristalliseert in kleine zaken die anders ongemerkt voorbijgaan.
Zo kwam er op maandag 30 januari om half drie ’s ochtends een sms binnen.
‘Seek shelter.’
Het is een standaardbericht dat het Amerikaanse bedrijf waarvoor mijn geliefde werkt, rondstuurt als er ergens in de buurt een terreuralarm afgaat. Ongeacht hoe reëel en nabij de dreiging is. Normaal negeren wij dit soort sms’en. Deze keer voelden we hoe het onbehagen onze kelen dichtkneep.
Tien dagen geleden had ik net als anders hartelijk gelachen om de ‘seek shelter’-sms. Die bange Amerikanen, weet je wel.
‘Daar zal je het hebben’, schoot het door mijn hoofd. ‘De Rijksdagbrand.’
Tien dagen geleden zou die gedachte nooit bij mij zijn opgekomen.
Tien dagen geleden lijken nu al een ander tijdperk.
Tien dagen geleden had ik net als anders hartelijk gelachen om de ‘seek shelter’-sms. Die bange Amerikanen, weet je wel. Die al te voorzichtige Amerikanen die een rechtszaak aanspannen tegen iedere onverwachte hindernis op hun pad. Het Safety First-volk.
Ondertussen is mijn vrees reëel dat er in de Verenigde Staten een aanslag zal plaatsvinden. Het is het voorwendsel dat de president nodig heeft om zijn handtekening onder de afschaffing van de rechtstaat te zetten. Een belachelijke samenzweringstheorie? Dat had ik tien dagen geleden ongetwijfeld ook gezegd. Ik zou de woorden van zijn cynische sidekick Bannon nooit ernstig hebben genomen. ‘Ik wil de staat vernietigen.’ Hahaha. Je moet toch niet alles letterlijk nemen wat deze heren beweren?
Dat riedeltje heb ik voor, tijdens en na de verkiezingen zo vaak gehoord. Het is het riedeltje van de weldenkenden. Dat het wel niet zo’n vaart zal lopen – dat doet het immers nooit; dat hij zich presidentieel zal gedragen – dat doen ze toch allemaal? Dat de Amerikaanse democratie een beveiligde zone boordevol checks and balances is, robuust als ooit het staal van Krupp. Iedereen die voor de verkiezing nog stellig poneerde dat hij dat allemaal niet meende, dat van die muur, die screening van moslims, de minachting voor mens en milieu, moet ondertussen toegeven dat die Trump inderdaad geen normale politicus is: hij blijkt zich aan zijn beloften – hoe waanzinnig ook – te houden.
‘Wat Hitler zei, werd niet geloofd door een publiek dat niet voorbereid was op iemand die alles wat hij zegt ook uitvoert.’
Telkens iemand me de voorbije maanden weer eens wees op de uiteindelijke redelijkheid van deze mens die zich nooit redelijk had getoond, zoemde dat ene zinnetje van Hannah Arendt in mijn hoofd. Ze schreef het in 1948, in haar studie van het totalitarisme: ‘Wat Hitler zei, werd niet geloofd door een publiek dat niet voorbereid was op iemand die alles wat hij zegt ook uitvoert.’
Tussen dit denken en zeggen, stond natuurlijk de fameuze Wet van Godwin. Die verzonnen en historisch misplaatste wet die ervoor zorgt dat we onze handen huiverend wegtrekken van iedere mogelijke vergelijking met de jaren dertig. We willen, kunnen, durven, mogen ons het onbegrijpelijke, het ondenkbare niet meer voorstellen.
We zullen opnieuw moeten. Omdat iedere machthebber met dictatoriale en autoritaire trekken in staat is de eigen chaos te organiseren. Desnoods met een geplande coup. Of met een aanslag in het hart van de democratie. Of met een Rijksdagbrand.
Op 30 januari 1933 werd Hitler benoemd tot Rijkskanselier; nauwelijks een maand later ging het Duitse parlementsgebouw in de vlammen op. In het midden van de vuurzee ontdekte de brandweer de Nederlandse communist Marinus Van der Lubbe. Daar stond hij, verward en in bloot bovenlijf. Meer op heterdaad kon je een mens nauwelijks betrappen. Van der Lubbe werd opgepakt en ter dood veroordeeld.
Hoe schuldig hij precies was, werd nooit onderzocht. Sommigen suggereerden dat Van der Lubbe hulp had gekregen, misschien wel van een paar nazi’s. Want die brand kwam hen bijzonder goed uit op een moment dat hun populariteit taande, dat straatprotesten uitbraken, dat mensen nog meer respect voelden voor de democratie dan voor die gekke kanselier die zo raar met zijn arm omhoog zwaaide.
Chaos, een sfeer van wantrouwen en die ene lont in het kruitvat: het was precies wat Hitler nodig had om wereldvreemde rechters aan de kant te schuiven…
De brand werd een kantelpunt. De stem van de oppositie die tot dan nog luid had geklonken, werd monddood geslagen en als volksvijandig weggezet. Wie iets anders suggereerde dan dat Van der Lubbe de grote schuldige was, was een verrader – een woord dat de entourage van Trump ook graag gebruikt.
De angst en de onzekerheid die deze terreurdaad losweekte, maakte voor de nazi’s de weg vrij naar een dictatuur. Chaos, een sfeer van wantrouwen tegenover andersdenkenden en die ene lont in het kruitvat: het was precies wat Hitler nodig had om wereldvreemde rechters aan de kant te schuiven, om van zijn wil wet te maken en om de wil van het volk te verengen tot zijn persoonlijke voorkeuren.
Ik zou willen dat ik overdreef. Ik zou willen dat dit slechts een storm in een glas water was. Want natuurlijk, de geschiedenis herhaalt zich nooit op dezelfde manier, maar er bestaan wel mechanismen, systemen die perfect beschreven en gedocumenteerd zijn en die je kan herkennen als je naar de rollercoaster van gebeurtenissen van de voorbije dagen hebt gekeken.
Bij gebrek aan populariteit heeft deze president een permanente staat van crisis nodig.
Om het met de Amerikaanse historicus Timoty Snyder te zeggen: ‘Als je de eerste week van Hitler vergelijkt met die van Trump, dan was die behoorlijk rustig.’ Historici zijn zelden hysterici, maar ook Snyder zou het niet verbazen mocht binnenkort de terreur binnen de VS georganiseerd worden. Bij gebrek aan populariteit heeft deze president een permanente staat van crisis nodig. Het ultieme doel van deze destabilisering? Snyder windt er geen doekjes om: zelfverrijking, en bijgevolg: een dictatuur.
Het is de logische nuchterheid van de analyse die alarmerend is. Als Trump en Bannon over “America First” kwaken, is dat niet zo maar een goed bekkende slogan. Trump heeft misschien geen flauw idee, hij vindt boeken nu eenmaal saai en vervelend, maar Bannon kent zijn geschiedenis zeer goed. Het Amerika waar hij in zijn nationalistische superioriteitsutopie aan denkt wanneer hij ‘make America great again’ toetert, is niet dat van de jaren vijftig, wel dat van de jaren dertig.
America First was een club die zich kantte tegen de interventie in Europa. Sommigen deden dat vanuit pacifistische idealen, anderen omdat ze dat fascisme een prima exportproduct vonden.
America First was een club die zich kantte tegen de interventie in Europa. Sommigen deden dat vanuit pacifistische idealen, anderen omdat ze dat fascisme een prima exportproduct vonden. In plaats van het te bestrijden, kon men het maar beter kopiëren.
Deze heren hebben lak aan democratie. Democratie is een last, een tergend traag systeem waarin je ook nog eens respect moet hebben voor je tegenstander en waarin de oppositie niet zo maar huilend in de coulissen verdwijnt als je ‘You’re fired’ roept.
Macht, daar draait het om. Het laatste oliegeld, dat willen ze. Al de rest, van internationale verdragen over werkloze staalarbeiders tot devote Christenen, interesseert hen geen zier. Ze zijn handig zo lang ze bruikbaar zijn. Slechts een ding is zeker: hij meent wat hij zegt. Als hij tweet over oorlog en verderf, dan is dat de prijs die hij bereid is te betalen om zijn doel te bereiken.
Maar er is hoop, ja, ook dat, schrijft Hannah Arendt. ‘Zolang mensen hun vrijheid koesteren en zich meer verplicht voelen tot de wereld dan tot hun eigen functioneren en overleven, beschikken ze over macht, dat wil zeggen over het vermogen om te handelen in gezamenlijk overleg.’
Het is wat we de voorbije dagen zagen gebeuren in de VS en de rest van de wereld. Mensen legden het werk neer, holden van de ontbijttafel naar een luchthaven in de buurt, gaven gratis rechtsadvies. Zelden waren de protesten zo groot, zo volgehouden en zo abrupt. Bovendien laat de pro-Trump-supporter nauwelijks van zich horen. Hij vloekt en briest en scheldt op sociale media, maar hij krijgt zichzelf niet georganiseerd tot tegenbetogingen. Dat is bijzonder en ongetwijfeld historisch. Maar zo zag de februarimaand in 1933 in Berlijn er ook heel even uit – behalve dat de nazi’s en de communisten er toen wel lustig op los knokten. Tot de Rijksdag in vlammen opging. We zijn gewaarschuwd. Bij wijze van voorzorg.