De onbegrijpelijke veerkracht van Brussel

Column

De onbegrijpelijke veerkracht van Brussel

De onbegrijpelijke veerkracht van Brussel
De onbegrijpelijke veerkracht van Brussel

'In deze tragische dagen neemt het volk van Brussel vreedzaam zijn stad in beslag. Honderden kaarsen branden op het Beursplein. Zelfs de taalstrijdbijl hebben we begraven', schrijft Geert Van Istendael. Dat was voor dat een zwarte bende hooligans de sereniteit kwam verstoren.

Metrostation Maalbeek, lijn 1 en 5. Sinds 22 maart de bloedigste plek van de hoofdstad van Europa, de moordkuil van heel Europa.

Al jaren kom ik er vrijwel dagelijks voorbij. Bekijk vluchtig de witte tegelwanden. Tekenaar Benoît heeft er hoofden van Brusselaars op afgebeeld, minimale blauwe strepen. Ieder Brussels metrostation heeft zijn kunstwerk, van Paul Delvaux tot Roger Raveel, van Berlinde de Bruyckere tot Roger Somville. Dit vind ik een van de mooiste. Wat zou er van overschieten?

Lijn 1 en 5 zijn de drukste van de stad. Ik neem de metro in station Merode, vijf minuten wandelen van mijn voordeur verwijderd, en begeef me naar het centrum. Onthoud de etappes: Merode-Schuman-Ma(e/a)lbeek-KunstWetArtsLoi-Par(c)(k)-CentraalStationGareCentrale-De Brouckère-Sint-KatelijneSainteCatherine-GraafvanVlaanderenComte de Flandres, ZwarteVijversEtangsNoirs, nu rijden we al diep onder Molenbeek door, enzovoort. Ik zie die volgorde, geheel of gedeeltelijk, elke week opnieuw voorbijflitsen, vijf keer, tien keer, soms vaker. Denk ik daarbij aan bommen en granaten? Maar nee.

Wel bekroop me meermaals de gedachte, komaan zeg, waar wachten die jihadi’s op? Ze hebben in New York twee torens verpulverd, een paar duizend lijken, in Madrid, Station Atocha, de cercanía, de voorstadlijn opgeblazen, bijna tweehonderd doden, ze hebben in Londen de Underground opgeblazen, meer dan vijftig doden, in de Bataclan, Parijs, hebben ze zichzelf opgeblazen mitsgaders tientallen anderen, in Bagdad en Aleppo zijn er meer explosies dan huizen, over het dodencijfer durf ik zelfs niet na te denken, en ik sta hier op het spitsuur in de Brusselse metro, samen met een slordige duizend andere passagiers als sardienen op elkaar gepakt, we rijden zowaar onder het hoofdkwartier van de Europese Unie door, maar er is niet één fanatieke baardmens die op het idee komt de martelaar uit te hangen.

Dat vroeg ik me af en ik ging, zoals duizend anderen, over tot de orde van de dag.

Tot 22 maart dus.   
 
Op 22 maart moest ik naar Antwerpen om de jury voor te zitten van een poëziewedstrijd voor scholen. De even vriendelijke als efficiënte (Nederlandse) organisatoren van School voor Poëzie wilden dat ik om 10:15 het pand van Studio Herman Teirlinck zou betreden. Aldus geschiedde, want ik ben nogal een stipte jongen.

Stel je nu even voor dat die brave mensen mij hadden uitgenodigd om 10:45. Dan zou ik mijn huis net iets later hebben verlaten. Dan zou ik een net iets latere metro hebben genomen, Merode-Schuman-Maalbeek enzovoort. Dan was ik ontploft. Of door een aardedonkere gang naar het aardoppervlak gesukkeld, misschien een been of een arm achterlatend.

Hoe kun je dat doorgefanatiseerde religieuze tuig ongelijk geven en blijven geven? Door opnieuw dagelijks de metro te nemen, zodra het kreng weer wil rijden ten minste.

Hoe kun je dat doorgefanatiseerde religieuze tuig ongelijk geven en blijven geven? Door opnieuw dagelijks de metro te nemen, zodra het kreng weer wil rijden ten minste. En dat zal ik doen, dat zullen duizenden en duizenden met mij doen.

En door niet langer weg te kijken. Niet langer te doen of je neus bloedt. Niets kroms meer recht te praten. Zo van: dit is geen moslimterreur of dit heeft niets met de islam te maken. Leugens. Zelfbedrog. Vlucht voor verantwoordelijkheid.

In Brussel blijven niet onaanzienlijke groepen jonge mensen hardnekkig het land afwijzen waar zij geboren zijn en waarvan zij staatsburgers zijn. Zij vertikken het het legitieme gezag van dat land, hun land, ons aller land te erkennen. Denk aan de schreeuwende en stenen gooiende belhamels op het moment dat de politie de meest gezochte terrorist van Europa aan het inrekenen was. Wat de politie ook doet, zij is de vijand – niet de terrorist. Waar is de goedmoedige, doch strenge figuur van oom agent? We hebben die dringend nodig, vooral met voornaam Fatma of Ali. Maar als een van die jonge mensen bij de politie gaat, kotst de omgeving hem/haar uit.

Dat verklaart ook waarom de jihadi’s zo onzichtbaar kunnen blijven, ondanks ijverige pogingen om hun groepen te infiltreren. De doorsnee islamieten willen met terreur niets te maken hebben, daar hoef je niet aan te twijfelen. Maar zullen zij daarom een kleine of grote crimineel, religieus of niet, gaan verklikken bij de politie? Er zijn er veel te veel die er niet over peinzen dat te doen. Zoiets heet zwijg- en beschermcultuur. Lees het boek L’Iris et le Croissant van een der beste Belgische islamologen, Felice Dassetto. Hij heeft het zelfs over omertà.

In heel andere landen met heel andere godsdiensten konden zo heel andere terroristen onderduiken, gesteund en verstopt en verzwegen door de plaatselijke gemeenschap. Zo het Iers Republikeins Leger in Noord-Ierland, zo de ETA in Baskenland. Maar ook onideologisch geboefte als de schurken van Mafia en ’Ndrangheta. Zodra deze schurken te ver gingen met hun bloederige handwerk, werd het oorverdovende zwijgen doorbroken en brokkelde hun macht af. Je kunt alleen maar hopen dat onze Brusselse schurken deze keer hun hand overspeeld hebben.

Terug naar het wegkijken. Niet alleen politici, ook welmenende, hoog opgeleide burgers weigeren blijkbaar de problemen onder ogen te zien.  We herinneren ons allemaal het intussen gevleugelde woord van de Brusselse burgemeester Thielemans. Met een kalasjnikov op politiemensen schieten noemde hij een fait divers.

Thielemans keek weg van de kleine straatmisdaad die zich verbond met broeierig fundamentalisme, hij keek weg van de zich op zichzelf terug plooiende Marokkaanse gemeenschappen, hij keek weg van de haatpredikers.

Voor Thielemans was zijn aanpak pragmatisch. Hij redeneerde het probleem weg. Hij is een ware socialist (daaraan twijfel ik niet eens) en dus verdedigde hij door dik en dun de kleine mensen. En wie waren die kleine mensen? Juist. Dus keek Thielemans, toch een overtuigd verdediger van het laïcisme, weg van de kleine straatmisdaad die zich verbond met broeierig fundamentalisme, hij keek weg van de zich op zichzelf terug plooiende Marokkaanse gemeenschappen, hij keek weg van de haatpredikers.

In deze tragische dagen, neemt het volk van Brussel vreedzaam zijn stad in beslag. Honderden kaarsen branden op het Beursplein. Met stoepkrijt worden welwillende boodschappen aan het wegdek toevertrouwd. Zelfs de taalstrijdbijl hebben we begraven. Op één spandoek lees ik Nous sommes Bruxelles / Wij zijn Brussel. Voor mijn part mochten ze er een citaat aan toevoegen uit het oeroude volksliedje dat iedere rechtgeaarde Brusselaar uit het hoofd kent: Waaile zaain van Meulebeik. Want alles draaide toch om Molenbeek, nietwaar?

Je kunt dat allemaal wegvegen als een opstoot van voos sentiment. Zo simpel is het niet.

De Brusselaars zijn veerkrachtiger dan buitenlandse waarnemers vaak voor mogelijk houden. In de Eerste Wereldoorlog schreef niemand minder dan Karel van de Woestijne een reeks bijdragen voor de Nederlandse krant NRC (Nederland was toen neutraal), vanuit bezet Brussel. Zo’n bezetting, zo’n wereldoorlog, vier jaar lang, dat is toch ook niet niks. De zwaarmoedige Van de Woestijne bewonderde zeer het vermogen van de Brusselaars om ook in de donkerste tijden hun zorgeloosheid, hun zelfspot, hun ontembare anarchisme, niet te verliezen. Ik weet het, de samenstelling van de bevolking is onkennelijk veranderd sindsdien. Maar blijkbaar absorbeert Brussel al die golven van buitenlanders en maakt het hen na verloop van tijd tot echte zinnekes, meer en dieper dan ze het zelf beseffen of willen toegeven. Ik heb groot vertrouwen in die onbekommerde vrolijkheid, dat onverwoestbare, Brusselse idee van leven en laten leven. Brussel is een dagelijkse zinnekeparade.

Ik wil nog iets kwijt over de leugens waarmee we onszelf hebben gesust.

Meer dan twintig jaar geleden sprak ik in een duistere kroeg eens met een overtuigde Vlaams Blokker. Ik verdedigde het klassieke linkse standpunt van integratie. De man bekeek me meewarig en zei: Die zullen zich nooit aanpassen, dat is een veel te grote cultuur. Hij woonde in de Brusselse gemeente Schaarbeek. Hij verafschuwde zijn islamitische buren, maar zijn afschuw berustte op bewondering voor hun onbeweeglijkheid. Hij, extreemrechts, doorgrondde hen beter dan ik, lichtelijk links.

Ik denk dat vooral linkse lieden, en let wel, ik noem mijzelf links, zich met grote hardleersheid bezondigd hebben aan eurocentrisme en rationalistisch paternalisme. Zij (wij) gingen ervan uit dat vroeg of laat de migranten van islamherkomst zich wel min of meer zouden aanpassen aan de liberale waarden en rechtsopvattingen van onze samenleving. Ook ik was die mening toegedaan, o ja.

Geseculariseerde Europeanen hebben er geen flauw idee van hoe genadeloos een bekerende wereldgodsdienst toeslaat als je zijn aanspraak op alleenheerschappij probeert te dwarsbomen.

Geseculariseerde Europeanen, vooral de wat jongere onder hen, hebben er geen flauw idee van hoe genadeloos een bekerende wereldgodsdienst toeslaat als je zijn aanspraak op alleenheerschappij probeert te dwarsbomen. Dat doe je veel gauwer dan je het beseft, bijvoorbeeld als je voor die godsdienst duivelse noties verdedigt als verdraagzaamheid of scheiding van godsdienst en staat.

Niets zo nuttig als geschiedenis.

Weten wij niet meer hoeveel ketters gesmeuld hebben op de brandstapels van Alva? Weten wij niet meer dat de inquisitie de volledige bevolking der Nederlanden ter dood veroordeelde? Of dat de godsdienstoorlog om onze gewesten tachtig jaar heeft geduurd? Dat de godsdienstoorlogen in Duitsland het leven hebben gekost aan naar schatting één derde van de bevolking? Dat alles binnen de christenheid. Toegegeven, het is eeuwen geleden.

Vandaag weet IS van geen wijken. Evenzeer. Het is onnozel en roekeloos te denken dat je uiteindelijk wel zult kunnen onderhandelen. Met de nazi’s kon je ook niet onderhandelen. Met nazi’s praat je niet, zei Churchill, je vecht ertegen. Laten we dus onze al te westerse, al te rationele redeneringen wantrouwen. Onze oorzaken zijn niet hun oorzaken, onze gevolgen zijn niet hun gevolgen.

Geseculariseerde Europeanen, ja, nogmaals zij – nee wij, hebben geen flauw benul van het tijdsperspectief dat heerst in dergelijke religies. Ons tijdsidee is radicaal beperkt tot de duur van een mensenleven. Aanhangers van zulke religies leven met een eeuwigheidperspectief. Toch proberen wij telkens opnieuw die andere binnen onze rationalistische categorieën te wringen.

Wij trekken rechte, rationele lijnen van discriminatie, mislukte scholing, gebroken gezinnen en dergelijke naar misdaad en zo verder naar fundamentalisme. Mooie, redelijke analyses zijn het. Maar veel te geruststellend. Zo van, als we al die problemen oplossen, zal ook het verlangen naar terreur wel verdwijnen. Vergeet het.

Of neem deze. Wij bombarderen hen daar, dus brengen zij bommen tot ontploffing hier. Logisch, niet? Zo klaar als een klontje. De IS zelf zegt het trouwens. Ik geloof er geen woord van. Ook zonder één westerse bom zullen zij proberen ons soort samenleving te vernielen. Onze geheime diensten melden dat zij daarbij uiterst systematisch en efficiënt te werk gaan. Zij haten ons, moeilijker is het niet. Waarom? Omdat wij Gode onwelgevallig zijn. Punt.

Ik wens u een Zalig Paasfeest.