Liefde voorbij de vijandige linie

Column

Liefde voorbij de vijandige linie

Liefde voorbij de vijandige linie
Liefde voorbij de vijandige linie

Kunnen we het fundamenteel oneens zijn met elkaar, en elkaar toch graag zien? Bie Vancraeynest hoopt het althans. Hoeveel moet er in de deelverzameling zitten om samen te kunnen leven?

© Brecht Goris

© Brecht Goris​

In de Verenigde Staten is de reboot van Roseanne de onverwachte kijkcijferhit van het voorjaar. Eind jaren tachtig is deze reeks over een blue collar gezin al eens acht seizoenen lang een hit. De verhaallijnen zijn taboedoorbrekend, vol donkere humor, met de financiële instabiliteit van de Amerikaanse arbeidersklasse als rode draad. Hoe hard er ook wordt gewerkt, het blijft ploeteren. Het zijn de tijden waarin Clinton (Bill) naar de verkiezingen trekt met de slogan: ‘It’s The Economy, Stupid’. De Connors, het gezin dat in deze reeks centraal staat, tapt uit hetzelfde vaatje als Bruce Springsteen: volks én links.

Roseanne Barr, de bezielster en hoofdrolspeelster van de reeks, ontpopt zich de voorbije jaren echter als Trump-supporter. Tijdens de campagne kan dat nog als rebellie worden weggezet. Maar ook wanneer hij president wordt, blijf ze volharden in de boosheid. Meer nog, ze beweert zelfs dat de Connors Trump-stemmers zouden geworden zijn. Die uitspraak spreekt zodanig tot de verbeelding dat de reeks na twintig jaar nieuw leven ingeblazen krijgt.

Dezelfde cast treedt opnieuw aan. De begintune is dezelfde gebleven, in het decor staat dezelfde aftandse sofa. In de eerste aflevering valt de naam Trump niet, maar zijn verkiezing ligt aan de grondslag van een schisma in de familie. Verder gaat het over genderfluïditeit, Uber, Pussy Hats en Fake News.

Alle hete hangijzers van het moment worden bijna mechanisch afgewerkt om te tonen dat Roseanne nog steeds de sitcomvertaling van een land kan zijn.

In het scenario worden alle hete hangijzers van het moment bijna mechanisch afgewerkt om te tonen dat Roseanne nog steeds de sitcomvertaling van een land kan zijn. Net zoals in de eerste reeks tonen een aantal vinnige dialogen aan dat de breuklijnen in de Amerikaanse samenleving soms dwars doorheen een familie lopen.

Het is een wereldwijd fenomeen dat zich nergens scherper aftekent dan in de States: links worstelt met zijn afgedreven achterban. Er is een drang om te weten wat er gebeurt in de hoofden van de disenfranchised, de verpauperde witte Amerikaan die Trump op de troon heeft gezet.

De critici zijn verdeeld, maar kijkcijfers liegen er niet om, de Amerikaan lust er wel pap van. Er is behoefte aan televisie die geruststelt: ook als er binnen een gezin mensen een andere politieke mening zijn toegedaan, wordt er toch harmonieus samengeleefd. Mensen willen zien dat familiebanden sterker zijn dan politieke verschillen. Als de Connors het kunnen, dan moet iedereen het toch kunnen?

Via lichtere televisiegenres maatschappelijke thema’s aankaarten, is een trend aan het worden. Queer Eye is nog zo’n herneming van een succesvol televisieformat dat een andere lading krijgt door de veranderde tijden waarin we leven. In de eerste jaren van deze eeuw was het programma een clash tussen een flamboyante homolevensstijl en die van duffe hetero’s die aan een update toe waren. Het ging er vooral over dat je geen sportsokken in gewone schoenen mocht dragen, als het ware.

In de nieuwe Queer Eye is er opnieuw een divers team homo’s samengesteld. Deze keer trekken ze de (conservatieve) staat Georgia door. De basiselementen zijn dezelfde: iemand krijgt een nieuwe garderobe, een fris kapsel, een vers interieur en slaagt er zo in om een nieuwe start te maken. Maar de keuze van het panel en de mensen die worden aangepakt is heel zorgvuldig gedaan.

In kleine gesprekken in de rand van het programma passeren de grote thema’s. Bij een gelovig gezin wordt uitbereid ingegaan op de positie van homo’s binnen de kerk. Het gesprek tussen een Afro-Amerikaanse homo en een politieagent is laagdrempelige maar krachtige televisie. De keuze voor nieuwe kamerplanten geflankeerd door Black Lives Matter werkt. Op het einde van elke aflevering vallen de protagonisten elkaar huilend in de armen. Televisiekijkend Amerika huilt catharsistranen mee.

‘Zou jij kunnen samen zijn met iemand waarmee je zo van wereldbeeld verschilt’, vroeg iemand me naar aanleiding van een roddel die de pers haalde.

Kunnen we het fundamenteel oneens zijn met elkaar, en elkaar toch graag zien? Ik hoop het althans. Hoeveel moet er in de deelverzameling zitten om samen te kunnen leven?

De journalistieke relevantie van de verhouding tussen twee partijleden die zich aan de andere kant van het politieke spectrum bevinden, daar ga ik me niet over uitspreken. Maar ik vind het een geruststellende gedachte. Dat het zelfs gebeurt in partijen met erg duidelijke marsorders, met debatfiches met daarop dingen die je wel en niet mag zeggen. Dat zelfs daar de passie en de liefde het volledig kunnen overnemen. Dat wij als mens geen eenvoudige optelsommen zijn van afkomst, omgeving en ideeën maar eerder complexe wiskundige formules met soms verrassende uitkomsten.

Elke dag gebeurt het ongerijmde: diepgelovigen vallen voor rabiate atheïsten, neoliberalen voor anti-kapitalisten, autofreaks voor natuurmensen. Het gebeurt. Op het moment dat niemand het verwacht. Mensen worden verliefd op elkaar en doen gekke dingen. De meest uiteenlopende mensen connecteren met elkaar. Of het al dan niet een lang leven beschoren is, doet er niet toe. Het is bewijslast voor de stelling: de drang om dicht bij een ander te zijn, dát is wat ons mens maakt.

En wie naar een halve aflevering van Blind Getrouwd heeft gekeken, krijgt meteen ook het bewijs dat waar een algoritme twee mensen samen zet omdat ze dezelfde visie op de wereld delen, dat alleen maar dodelijk saai is.