“‘Mijn imperfecte lichaam’
Mijn maand juni, waarin ik trots mijn natuurlijke haar droeg, ging gepaard met een flinke dosis hypocrisie.
Terwijl ik voor mezelf en voor de volgende generatie zwarte meisjes, aan het strijden was opdat mijn haar aanvaard zou worden zoals het is, was ik op dieet. Geen gezond dieet – een gezond dieet is op zich niet negatief. Nee, een dieet waarmee ik op sommige dagen minder dan 800 calorieën at, en mezelf overtuigde dat dat goed was. Ik was aan het vermageren, ik zou een summer body hebben, ik zou terugkeren naar mijn oorspronkelijk gewicht, en dat was goed.
Op een dag, informeerde mijn vriend naar wat ik gegeten had. Lachend, antwoordde ik: “Liefde.” Zelf kon hij er niet mee lachen: ik had op die dag wel degelijk niets gegeten. Wanneer mensen mij vervolgens vroegen waarom ik op dieet was (ik zie er, volgens hen, helemaal niet dik uit), zei ik simpelweg: “Westerse schoonheidsidealen”, omdat dat het enige was dat kon verklaren waarom ik mijn lichaam bijna liet verhongeren om opnieuw in mijn maat 36 te kunnen passen. Ik besloot daarom om over deze Westerse schoonheidsidealen te schrijven.
Weerspiegeling
Maar eerst, wil graag ik een fragment delen van een heel persoonlijke stuk dat ik schreef voor mijn blog, maar nooit publiceerde:
“Terwijl ik me uitkleed, zie ik alle imperfecties die mijn kleren gewoonlijk verbergen. Ik zie de cellulitis op mijn dijen. Ik zie mijn heupen met mijn lovehandles. Ik wou dat mijn borsten kleiner waren. Ik wou dat mijn kont kleiner was. Ik kijk snel weg, omdat mijn weerspiegeling mij droevig maakt. Ik zeg lachend tegen mijn vriend dat ik het hem kwalijk neem dat ik zo veel ben bijgekomen tijdens onze relatie. Ik vertel hem lachend dat, voordat ik verdikte, ik mijn gezicht niet mooi vond, maar ik tenminste mijn naakte lichaam nog kon aankijken. Maar is dit wel een grap? De droefheid die ik voel wanneer ik naar mijn weerspiegeling kijk, voelt niet aan als een grap.
Terwijl ik mijn jeans aantrek, voel ik me dik. Ofwel omdat ik niet meer pas in de perfecte maat die ik een jaar geleden droeg, ofwel omdat ik wél pas in deze nieuwe maat die ik draag omdat ik bijgekomen ben. Met heel veel moeite, overtuig ik mezelf van het feit dat ik een gezond gewicht heb, en dat miljoenen heel aantrekkelijke vrouwen even veel, of zelfs meer, vet hebben dan ik. Maar dit helpt niet. Ik voel me nog steeds dik. Ik voel me nog steeds lelijk. En ik wil nog steeds gewoon mijn jeans uittrekken, terug naar bed gaan, en vergeten hoe lelijk en dik ik ben.
Ik ben een uitstekend voorbeeld van geïnternaliseerde misogynie, van geïnternaliseerde misogynoir, en ik weet het, maar ik kan er niets aan doen.”
Het product
Dit gevoel dat ik zo vaak ervaar, wordt spijtig genoeg gedeeld door veel andere vrouwen. Dit, en de Westerse schoonheidsidealen die ik hierboven aanhaal, moeten wel gecontextualiseerd worden: ze zijn het resultaat van een lange evolutie:
Lang geleden, tijdens de Renaissance, was een vrouw verondersteld ronder te zijn, met bredere heupen en grotere borsten, en een blekere huid. Dit was een teken van rijkdom: het betekende namelijk dat ze geld had om zich genoeg te voeden, en weinig in de zon moest werken. Dit evolueerde (de korsetten kwamen op, en verdwenen opnieuw) en veranderde heel erg in de 20ste eeuw.
Deze onvolledige schets, om aan te tonen dat de Westerse man de proporties van het vrouwelijke lichaam (en het lichaam van de vrouw an sich) eeuwenlang heeft gereguleerd, en nog steeds aan het reguleren is.
In de jaren ’20, werd er van vrouwen verwacht dat ze slanker zouden zijn en zich soberder zouden kleden. Tegen de jaren ’50, werden er in Amerika twee verschillende bodytypes gepromoot: enerzijds Audrey Hepburn, die heel slank was, met weinig vormen, en anderzijds Marilyn Monroe, met een dunne taille en een gevulde decolleté. Het is echter pas vanaf de jaren ’70-’80, dat vrouwen steeds fitter en magerder moesten zijn.
Deze evolutie bracht ons naar de eenentwintigste eeuw. Vrouwen mogen nu vormen hebben, maar die moeten op heel strategische plaatsen: ronde borsten en billen zijn gewenst, maar een ronde buik niet. Is jouw lichaam peervormig, dan heb je pech, want een zandloper is wat je moet hebben. Make-up dragen mag zeker, als het je aantrekkelijker maakt, zolang het niet té zichtbaar is. Anders ben je oppervlakkig en fake.
En voor sommige mannen, ben je ook een leugenaar, aangezien je gelogen hebt over het product. (En ja, het product waar ze het over hebben, is wel degelijk jouw gezicht.)
Deze onvolledige schets, om aan te tonen dat de Westerse man de proporties van het vrouwelijke lichaam (en het lichaam van de vrouw an sich) eeuwenlang heeft gereguleerd, en nog steeds aan het reguleren is, in onze zogenaamde superieure samenleving. De beelden van vrouwen die we krijgen te zien, zijn tot op vandaag steeds van magere vrouwen, die nergens op hun lichaam vet hebben. De foto’s van deze modellen, die oorspronkelijk al slank en fit zijn, worden daarbij nog bijgewerkt met Photoshop.
Body positivity
Vrouwen die er gezond uitzien, maar niet even mager zijn als modellen, worden onmiddellijk als “plus-size models” bestempeld, ook al hebben ze helemaal geen “maatje meer”. (Hoewel een maatje meer in se helemaal niet erg is.) Het groeiend aantal artikels over body positivity wordt verwelkomd met negatieve (en meestal grove) commentaren. Anderzijds, worden ook heel magere vrouwen afgekraakt, en wordt hen aangeraden om “een beetje meer te eten”, alsof het geen maatschappelijke kwestie is die helemaal niet zo gemakkelijk op te lossen is. (Daarbij zijn niet alle dikke of magere vrouwen zo door hun voeding: hoe een persoon eruit ziet, kan heel erg afhankelijk zijn van genen, ziektes, etc.)
Maar niet alles is negatief: dit jaar trad er in Frankrijk een anorexiawet in werking, waardoor modellen nu een gezondere gewicht moeten hebben, opdat jongere meisjes geen negatieve (en vooral gevaarlijke) zelfbeeld zouden ontwikkelen.
Dat is voor mij niet genoeg: dat onrealistisch beeld van het vrouwelijke lichaam wordt nog steeds gepromoot. Die heel nauwe marges waarin zij zich zou moeten bevinden: niet dik, maar ook niet te mager, niet te groot, maar ook niet heel klein. Ze hoéft geen dikke borsten te hebben, maar het liefst niet kleiner dan een B-cup. Te dikke borsten zijn ook niet goed, want die zijn uiterst vulgair. Een maat 40 is te groot, maar haar broek moet ook wel (een beetje) gevuld zijn.
En dit kan allemaal niet dramatisch lijken, tot we naar de gevolgen kijken van deze schoonheidsidealen.
Die eisen van de Westerse maatschappij zijn niet beperkt tot die verwachtingen die ze hebben van witte vrouwen, wat voor hen de ‘standaard’ is: nee, ze hebben ook verwachtingen van wat een zwarte vrouw moet zijn.
Volgens gegevens die ik kreeg van het Kenniscentrum voor eet- en gewichtsproblemen, lijdt er gemiddeld 3.54% van Belgen boven 18 (of zo’n 318 000) ooit aan een eetstoornis. 3 tot 6% daarvan, sterft aan de aandoening. Bij een derde daarvan gaat het om zelfdoding. De cijfers verschillen heel erg als men specifiek naar vrouwen kijkt, en zijn nog meer zorgwekkend als men kijkt naar adolescente en jonge vrouwen. Er is dus niemand die mij kan wijsmaken dat de patriarchale schoonheidsidealen van onze oh-zo-superieure Westerse maatschappij niet schadelijk zijn, wanneer mensen letterlijk sterven om te kunnen voldoen aan die absurde eisen.
Als zwarte vrouw met Rwandese roots die in België opgroeide, is er een hele dimensie die daarbij komt. Ook in mijn gemeenschap is uiterlijk belangrijk, waardoor ik tegelijk zou moeten voldoen aan de schoonheidsidealen van mijn Afrikaanse familie en omgeving, en aan die van de Westerse maatschappij waarin ik leef. Die eisen van de Westerse maatschappij zijn niet beperkt tot die verwachtingen die ze hebben van witte vrouwen, wat voor hen de ‘standaard’ is: nee, ze hebben ook verwachtingen van wat een zwarte vrouw moet zijn.
Hier verworpen, daar verheerlijkt
Zo, is het voor de Westerse maatschappij niet genoeg dat ik mooi slank zou zijn. Ik moet exotisch zijn, maar niet te exotisch. Mijn neus mag niet te dik zijn, mijn huid mag niet te donker zijn. Ik moet mijn haar stijlen, mijn lichaam laten verhongeren, en verblekingsmiddelen op mijn mooie zwarte huid doen, opdat ik dichter bij de ideale witte vrouw zou komen.
En ik moet daarbovenop aanvaarden dat lichaamstrekken die eigen zijn aan zwarte vrouwen (dikkere lippen, een dikkere ronde kont, dreadlocks), verworpen zullen worden bij zwarte vrouwen, en verheerlijkt bij witte vrouwen. Daarbij is het ook belangrijk om aan te kaarten dat, terwijl zwarte vrouwen hun huid schaden met verblekingsmiddelen, witte vrouwen dat doen met zonnebanken om er bruiner uit te zien. Want geen enkele vrouw is ooit goed genoeg. Maar de zwarte vrouw nog minder.
Hoewel het een patriarchale maatschappij was, bepaalde de man de schoonheidsidealen dus niet: de gezondheid van de vrouw en van de kinderen stonden centraal.
Ook in mijn familie, merk ik dat naast mooi gevormde billen, het gewicht van een vrouw heel belangrijk is. Het eerste wat ik aanhoor wanneer ik hen een tijdje niet heb gezien is: “Je bent vermagerd/verdikt!”. Hoewel veel van de vrouwen zelf niet heel mager zijn, wordt wel van jongere vrouwen verwacht dat ze slank zijn zoals de modellen op TV.
Wanneer ik aan mijn oma vraag of het voor de kolonisatie ook zo was in Rwanda, vertelt ze me nostalgisch over de tijd van haar moeder en grootmoeder. Ze vertelt over hoe de nadruk lag op harmonie en elegantie in plaats van gewicht. De gemiddelde vrouw moest een evenwichtig lichaam hebben, die gezondheid uitstraalde. Een vrouw die natuurlijk at (niet te veel en niet te weinig), had een gezond lichaam, en een gezond lichaam werd gezien als het ideale lichaam. Dit, omdat het betekende dat de vrouw in staat was om in het huis te werken en gezonde kinderen te baren en op te voeden.
Hoewel het een patriarchale maatschappij was, bepaalde de man de schoonheidsidealen dus niet: de gezondheid van de vrouw en van de kinderen stonden centraal. Om af te sluiten, vertelt ze me met verdriet in haar stem dat de situatie nu veranderd is, en het allemaal gelijk loopt met de Westerse maatschappij. “Weet je wel, mager zijn en zo…”
Droom
Ja, ik weet wel. En ik wou dat ik hierover nog meer kon schrijven. Ik wou dat ik uitgebreid over eetstoornissen kon praten, over lichaamshaar, over hakken. Over alle manieren waarop de man het vrouwelijke lichaam reguleert. Maar deze column is lang genoeg, en ik ben moe. De patriarchale en koloniale ketens die mijn leven vastbinden maken me moe, en ik blijf nu leeg achter. En, vastgebonden—daar droom ik van—vecht ik voor mijn vrijheid. De vrijheid om mezelf en mijn imperfecties lief te hebben, in een wereld die (witte) perfectie nastreeft.
Dus wil ik dit stuk afsluiten met een open en blote voorstelling van mijn imperfecte (zwarte) lichaam: Sabrine, 1m66, 62kg, 70F-65G, 36-38 in broeken, S-M in topjes. Mijn buik is niet plat, mijn borsten zullen sneller hangen dan bij veel andere vrouwen, en ik heb striemen. Aangename kennismaking.
Sabrine Ingabire is een schrijfster, activiste, en studente. Je kan haar op Facebook volgen.