“‘De revolutie in Venezuela valt niet te redden’
Het Venezolaanse sociopolitieke experiment heeft velen wereldwijd geïnspireerd, maar verliest elke dag aan geloofwaardigheid. Ooit geprezen voor diplomatieke durf, lijdt de revolutie vandaag aan autoritaire arrogantie. De strijd voor gelijkheid en rechtvaardigheid heeft plaats gemaakt voor eenzijdigheid en juridische willekeur; de anti-imperialistische impulsen lijken nu een excuus voor totalitaire trekjes. Zonder de wil om de eigen bestuurlijke onbekwaamheid te aanvaarden – want alles is letterlijk de schuld van iemand anders – moet het geval Venezuela ten minste voor één ding dienen: om te leren hoe het niet moet.
Ik ben net terug uit Venezuela. In minder dan drie weken merkte ik moeiteloos de droevige achteruitgang van het land: de aanvaarding van de devaluatie van de munteenheid, de zichtbare inflatie, de wanhopige controles die tot de absurditeit van een fictieve economie leiden, de schaarste van basisproducten die lange rijen van hamsteraars uit het niets tevoorschijn tovert bij aankomst van een lading waspoeder, de normalisering van de criminaliteit en de algemene corruptie die bedelaars maakt van de Venezolaanse ordediensten.
In twee weken tijd werden familieleden beroofd na een kinderfeest, maakten we twee waterrantsoeneringen mee, moesten we constant koffie met melk zonder melk drinken, ervoeren we de ledigheid, veroorzaakt door een verlamd productiestelsel en werden we twee keer gevraagd door Guardias Nacionales om hen ‘iets te geven’. Niet omdat we iets hadden misdaan en met wat geld een straf zouden kunnen ontlopen, maar omdat we niks hadden misdaan en ze op onze goede wil rekenden. ‘We hebben het hier moeilijk,’ zei de tweede.
Oppositie
De versplinterde oppositie, die nooit een duidelijke structuur of verhaal heeft gekend, verliest paradoxaal genoeg aan kracht. Hun stemmen krijg je minder en minder te horen. Ze spelen de hoofdrol niet meer in wat vroeger duidelijke oppositiemedia was, de Venezolaanse versie van Fox News.
‘Tijdens mijn laatste dagen in het land werd Antonio Ledezma, districtburgemeester van hoofdstad Caracas, gevangen genomen omdat hij een petitie ondertekende waarin geschreven stond dat het huidige regime gefaald heeft en dat een “vreedzame transitie”, “zonder politiek onderscheid”, dringend nodig is om het land te herstellen.’
Diariocritico de Venezuela (CC BY 2.0)
Een na een worden de bekende namen ook politiek uitgeschakeld: tijdens mijn laatste dagen in het land werd Antonio Ledezma, districtburgemeester van hoofdstad Caracas, gevangen genomen omdat hij een petitie ondertekende waarin geschreven stond dat het huidige regime gefaald heeft en dat een “vreedzame transitie”, “zonder politiek onderscheid”, dringend nodig is om het land te herstellen.
Oppositieleider Leopoldo López viert ondertussen een jaar in een militaire gevangenis omdat hij een betoging had georganiseerd die gewelddadig eindigde. Stel je voor dat de vakbondleiders die de grote mars in Brussel organiseerden in de gevangenis zouden belanden door de heethoofden die achteraf voor rellen zorgden. Stel je voor dat ze na een jaar achter tralies nog altijd zouden wachten op enproces. Amnesty International, Human Rights Watch en de Verenigde Naties hebben tevergeefs geadviseerd hem vrij te laten.
Oppositieleider Leopoldo López viert ondertussen een jaar in een militaire gevangenis omdat hij een betoging had georganiseerd die gewelddadig eindigde.
Globovisión (CC BY-NC 2.0)
Het is alsof president Maduro op uitzonderlijke omstandigheden wil wachten, om een hardhandige ingreep te rechtvaardigen: het gebruik van dodelijke wapens bij de controle van betogingen werd eind januari goedgekeurd en mijn jetlag was nog niet voorbij toen ik te horen, zien en lezen kreeg dat een kind van veertien vermoord werd door een politieagent tijdens een protest. In één adem veroordeelde Maduro de moord en beschuldigde hij opnieuw de oppositie ervan ‘het hart van jongeren met haat vergiftigen’.
Internationale hypocrisie
Er is wel nog tijd om te bewijzen dat er iets geleerd wordt uit andermans fouten.
De revolutie valt niet te redden. Jammer is de lange stilte van zij die door de revolutie werden geïnspireerd, waaronder ook de Griekse en Spaanse erfgenamen van het Bolivariaanse project, want PODEMOS adviseerde jarenlang en tegen betaling de revolutie en Syriza verbergt de revolutie-sympathieën niet.
‘Jammer’ niet om te insinueren dat ze zich in de toekomst schuldig zouden maken aan gelijkaardige zonden, dat soort redenering lijkt me oneerlijk. ‘Jammer’ wel omdat ze een gefaald project openlijk gesteund hebben.
Integendeel, op 25 februari maakte Marina Albiol (Izquierda Unida, SP) gebruik van haar spreektijd in het Europees parlement om, namens de European United Left (de fractie waar Podemos en Syriza deel van uitmaken), een debat over de gevangenschap van burgemeester Ledezma tegen te houden. Het debat zou volgens de fractie ‘deel uitmaken van een campagne tegen de Venezolaanse regering, om bij te dragen aan de plannen van het Venezolaanse extreemrechts in hun poging om een staatsgreep te plegen in samenwerking met de Verenigde Staten’. De ‘enige zonde’ van de Venezolaanse regering is, volgens hen, ‘miljoenen mensen uit de armoede en de honger te halen’.
Is het idee dat een debat deel kan uitmaken van een staatsgreep niet vanzelfsprekend absurd? Dient wat ze aanvaardbaar vinden in Venezuela – zoals de gevangenschap van een burgemeester zonder ander bewijs dan een artikel in de nationale pers – als referentie voor wat ze aanvaardbaar zouden vinden in hun eigen landen? Of moeten we ervan uitgaan dat ze zich, net zoals andere spelers, schuldig maken aan internationale hypocrisie?
Iglesias, spilfiguur van PODEMOS, nog altijd onder electorale druk, heeft eind februari voor het eerst gesproken over Venezuela, wat uitgegroeid is tot een ware struikelblok voor hun campagne. Syriza zal op termijn hetzelfde moeten doen, maar het is te laat. Natuurlijk is er wel nog tijd om te bewijzen dat er iets geleerd wordt uit andermans fouten.
De fouten van anderen
Ze waren te bang voor de electorale prijs van noodzakelijke maatregelen.
In eerste instantie geldt dat voor de supporters. De grootste bron van conflict aan hun kant was de blindheid van de morele superioriteit. Ze vergaten dat er anderen zijn die anders denken en daar recht op hebben.
Ze achtten hen minderwaardig en verachtelijk. Ze vergaten dat onderhandelen aan de basis ligt van de democratie en bezweken aan het TINA-principe dat ze anderen verweten.
Die morele superioriteit zie ik telkens terug in de arrogantie van PODEMOS-boegbeelden Pablo Iglesias en Juan Carlos Monedero. In hun zelfzekere minachting voor de bestaande, zeker imperfecte en vaak ook zelfs perverse kapitalistische dynamiek.
Die arrogantie leidde in Venezuela tot een clash tussen de overheid en zo goed als alle privébelangen, waaronder media, industrie en handel. Alles wat niet onmiddellijk voldeed aan de revolutionaire eisen, inclusief medisch personeel, werd gepest, gestraft, beledigd, onteigend, bedreigd en/of belaagd.
De leiders vergaten dat ze voor iedereen moesten regeren. Ze geloofden ook in decretale toverkracht: dat ze de markt in toom konden houden met controles. Op termijn geloofden ze zelfs dat de door hen gecreëerde bubbel de realiteit was. Ze waren vooral te bang voor de electorale prijs van noodzakelijke maatregelen. Ze gaven voorkeur aan ideologische affiniteit boven bekwaamheid en ze negeerden het feit dat algemene bescherming tegen ontslag een mes is dat aan twee kanten snijdt en dat onderbetaalde mensen zich genoodzaakt zien om hun prioriteiten anders te regelen. En lees dit a.u.b. niet als een pleidooi voor toplonen, want een ander probleem was precies het uitvergroten van elke vorm van kritiek tot een neoliberaal manifesto. Of een complot.
De buitenlandse supporters hebben zich vooral schuldig gemaakt aan wat Leo Panitch ‘cargo cult mentality’ noemt: ‘whatever ship you see that has “Socialism” on its sail on the horizon is treated like the messiah that’s arrived’. En dat is een schadelijke vorm van naïviteit. Met nefaste gevolgen, zoals Albiol’s uitspraak in het Europees parlement: onkritische verdediging van een politiek project, zelfs tegen de fundamenten van de democratie in.
Zonder de extraordinaire oliebonanza die Chávez kende, had de clash Venezuela snel geleid tot de rand van een sociaal ravijn.
Bernardo Londoy (CC BY-NC-SA 2.0)
De nood om iets te leren uit het geval Venezuela is zo mogelijk nog groter voor de tegenstanders. De tegenstanders hebben het Venezolaanse conflict vanaf het begin ook gevoed, mee veroorzaakt. En vandaag dreigt de weerstand tegenover de opkomst van een vernieuwd links project een vergelijkbaar conflict te veroorzaken in Europa.
In zowel officiële als informele reacties vanuit Duitsland, België, Frankrijk, is er te vaak geen sprake van openheid naar alternatieven. Te vaak gaat het over onbeschaamde ultimatums die in de richting van Tsipras en Varoufakis worden gelanceerd, te vaak worden “de Grieken” beschuldigd van luiheid en van “boven hun stand te leven” en dan vrees ik dat men niet beseft wat de gevolgen kunnen zijn van een verlengde Griekse “austeriteit”.
Varoufakis merkte het op in zijn schitterende uiteenzetting over de huidige uitdagingen van links: wat op het spel staat is ‘the return of Nazis to the streets of Athens’. Als deze situatie inflexibel en technocratisch wordt benaderd, zal men dezelfde fout maken waar geschiedenisboeken vol van staan, want het gaat wel degelijk over mensen.
De angst voor de komst van een links project in Venezuela (in het begin was er geen sprake van “socialisme” in het project van Chávez), veroorzaakte meteen een golf van wantrouwen, angst en vlucht van kapitaal. En dat versterkte de escalatie van het conflict. Zonder de extraordinaire oliebonanza die Chávez kende, had de clash het land snel geleid tot de rand van een sociaal ravijn.
Griekenland zal geen miraculeuze bonanza kennen: zonder de steun van iedereen zal er geen rem zijn voor een sociale ontploffing als antwoord op de bikkelharde maatregelen. En met ‘steun’, heb ik het eerder over respectvolle oppositie als deel van de democratische dynamiek, dan over bekering naar het socialisme.
Maar er heerst een gevoel dat democratie enkel geldt zolang men stemt op wat van hen wordt verwacht, want anders worden economische programma’s, maatregelen en beleidsrichtlijnen van buitenaf uitgestippeld en opgelegd. En dat is een gevaarlijk en oneerlijk spel.
Vooruit
De tijd van de dogmas en de revoluties is voorbij. Er is nu enkel plaats voor dialoog en evolutie. Maar die evolutie mag wel zichtbaar zijn. Varoufakis lijkt dat heel goed te beseffen. Ik ben er ook zeker van dat PODEMOS intelligent genoeg zal omgaan met de portie macht die zij binnenkort zullen krijgen.
Het is ook aan ons, supporters, sceptici en furieuze tegenstanders, om ervoor te zorgen dat de keuze voor een of ander project niet escaleert tot een ware drama, tot een ware voedingsbodem voor fanatisme, extremisme en populisme.
We spelen allemaal een rol in de ontwikkeling van de realiteit en het is aan ons te bewijzen dat we allemaal iets geleerd hebben uit het verleden. Dat we als supporters kritisch genoeg kunnen zijn en als tegenstanders respectvol en constructief kunnen omgaan met de democratie, wanneer die een andere resultaat opbrengt dat wat we hadden gehoopt.