Arzu Merali: 'Er is iets mis wanneer vrije meningsuiting exclusief is'

Interview

zaterdaginterview

Arzu Merali: 'Er is iets mis wanneer vrije meningsuiting exclusief is'

Arzu Merali: 'Er is iets mis wanneer vrije meningsuiting exclusief is'
Arzu Merali: 'Er is iets mis wanneer vrije meningsuiting exclusief is'

Voor woensdag voelde Arzu Merali een licht optimisme over de gebeurtenissen in Duitsland. De Britse blogster en mensenrechtenactiviste putte eerder hoop uit de massale Duitse tegenwind tegen de Pegida-protesten dan ze zich liet ontmoedigen door de islamofobe uitingen zelf. De aanslag op Charlie Hebdo maakt van dat optimisme brandhout. Een gesprek over de voorspelbare toekomst, burgerschap, exclusie en normalisering van racisme.

Arzu Merali, mede-oprichtster van de Britse Islamitische Mensenrechtencommissie

Wat was de eerste gedachte die door je hoofd ging toen je het nieuws hoorde van de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo?
Arzu Merali: ‘Ik voel altijd een paniek bij een vergelijkbare aanslag door een moslimextremist. Aan de ene kant choqueerde het gebeurde me erg. Tegelijk begon ik meteen te anticiperen. Want je weet dat er een directe link zal worden gemaakt naar de moslimminderheden in deze samenleving.

Je weet dat het de reeds bestaande tegenstroom zal vergroten. Je bevindt je op een emotioneel punt van paniek, depressie, verwarring.’

Veel mensen waarschuwden al voor de aanslag voor een verdere polarisering van de multiculturele samenleving. In Duitsland was er een sterk antwoord op de islamofobe Pegidaprotesten. Ben je bang dat die tegenbeweging zal slinken na de aanslagen in Parijs?
Arzu Merali: ‘Om eerlijk te zijn bevond ik me, tot gisteren, in een vreemde positie toen ik de Pegidaprotesten in Duitsland bekeek. Ik ben van nature uit nogal een pessimistisch persoon maar ik  was geraakt door het krachtige tegenantwoord op Pegida in Duitsland. Dat overtrof het bestaan van een beweging als Pegida zelf en de negatieve boodschap ervan.

In het besef dat het tegenantwoord op Pegida nog lang geen duurzame ommekeer naar gelijk burgerschap was, was ik in zekere zin hoopvol en optimistisch. Ik had de laatste jaren vooral een stijgend negativisme in de samenleving opgemerkt.

Maar, in de nasleep van de aanslagen in Parijs, verwacht ik dat het discours op niveau van de politiek nog zal verharden. Daar moeten we naar kijken, eerder dan wat zich op de straten afspeelt.

Want het polariserende geschreeuw van Pegida is natuurlijk heel luid, onaangenaam en storend maar ik maak me meer zorgen over een ander niveau. Het is veel bedreigender om te zien hoe structurele krachten in de samenleving, politieke en media-instituten, intolerantie en racistisch gedachtegoed faciliteren en aanmoedigen.’

Welke reactie verwacht je van regeringen, instituten en media na de eerste emoties op de aanslagen in Parijs?
Arzu Merali: ‘Het reële gevaar bestaat dat het gebeuren zelf een te grote focus krijgt die wordt losgerukt van de context. Natuurlijk moet emotie hier een plaats krijgen en moeten we plek geven aan de gevoelens die dit losweekt. Dit is een heel ingrijpend en traumatiserend gebeuren maar we mogen het debat niet verengen tot de gevolgen van een dieper liggend probleem. We mogen niet enkel over de feitelijkheden blijven discussiëren maar moeten eindelijk over de oorzaken en de oplossing van het probleem nadenken.

Geen enkele overheid stelt de vraag wat Europees burgerschap betekent als je een andere huidskleur hebt

Laat ons eerlijk zijn, geen enkele overheid stelt de vraag wat Europees burgerschap betekent als je een andere huidskleur hebt of een andere religie aanhangt dan de meerderheid. We zien ook nu, na de aanslag op Charlie Hebdo, weer hoe alle overheden aan de zijlijn staan te springen en het enkel over veiligheid hebben, en vergeten wat de context is, wat de voedingsbodem is voor jongeren die zich zo aangetrokken voelen door extremisme.

Hoe stoppen we dat? En hoe gaan we om met respect en tolerantie, maar ook met vrije meningsuiting en respect?’

Vrijheid van meningsuiting is nu natuurlijk meer dan ooit universeel een zeer emotioneel en gekoesterd recht. Zal het debat niet beperkt blijven tot het koste wat kost bewaken van dat recht?
Arzu Merali: ‘Ook vrije meningsuiting kent zijn grenzen. Het mag, volgens de Mensenrechtenverklaring, respect voor de ander niet in het gedrang brengen.

Onder het mom van vrije meningsuiting is het mogelijk om dag op dag, jaar naar jaar, decennia lang minderheden te beledigen.

Het mag ook geen dooddoener zijn voor bredere discussies over tolerantie, zoals het dat al jaar en dag is. Onder het mom van vrije meningsuiting is het mogelijk om dag op dag, jaar naar jaar, decennia lang minderheden te beledigen. Honderd jaar geleden werden joodse gemeenschappen beschimpt en beledigd. Dat dit niet tot tolerantie leidt en dat het onschuldig is, heeft de geschiedenis getoond. Wanneer joden, na het drama van de Holocaust en de eeuwen antisemitisme, nu reageren op aanhoudende beledigingen, krijgen ze te horen dat ze geen humor hebben of het recht van vrije meningsuiting niet respecteren. Diezelfde reactie krijgen ook de moslimgemeenchappen en andere minderheden.

Er is iets mis als vrije meningsuiting een exclusief instrument wordt en het gebruikt wordt om minderheden te doen zwijgen. Het moet een instrument zijn dat voor iedereen betekenisvol is.’

Pegida kan garen spinnen uit de verontwaardiging over de aanslag op Charlie Hebdo. De beweging vertakt zich verder in Europa, ook in België. Zou de beweging ook bij jullie voet aan grond kunnen krijgen?
Arzu Merali: ‘Ik weet het niet. Maar de vraag moet eigenlijk zijn of een Britse Pegida dezelfde tegenkanting zou krijgen als Pegida in Duitsland. Duitsland moet nog steeds, vanuit zijn naziverleden, afrekenen met een aantal stereotiepen zoals de idee dat de nazigedachte er nog steeds in de brede samenleving rondwaart. Vanuit dat verleden en de beeldvorming die eraan blijft hangen is er ook juist een grotere gevoeligheid voor de intolerantie waar Pegida voor staat. Het brede Duitse middenveld gaf krachtige en heel symbolische signalen via tegenbetogingen. Pegida bleef er beperkt tot Dresden.

Normalisering is veel angstaanjagender.

In Groot-Brittannië heeft UKIP, samen met andere extreem-rechtse bewegingen, in de laatste tien, vijftien jaar het rechtse debat over minderheden en moslims verschoven naar het centrum. Vergelijkbare visies als die van Pegida over vrije meningsuiting, immigratie, culturele waarden en normen, genderrechten zijn hier intussen genormaliseerd in het mainstream politieke discours.

We hebben dus geen islamofobe demonstraties maar we hebben wel ministers en parlementsleden die hetzelfde zeggen als de demonstranten in Duitsland en Zweden. En die normalisering is veel angstaanjagender.’

Hoe bestrijd je die normalisering?
Arzu Merali: ‘Om eerlijk te zijn is de ruimte om islamofobie te bestrijden in Groot-Brittannië erg klein geworden. Het is ironisch als je weet dat Groot-Brittannië lang bewonderd is geweest voor zijn ogenschijnlijk geslaagde multiculturele model. Het was misschien ook lang een progressief voorbeeld, maar in de voorbije tien, vijftien jaar is de verdraagzame Britse samenleving veranderd in een heel behoudsgezinde. Alle Britse organisaties die werken voor mensenrechten en de belangen van minderheden en tegen racisme botsen op muren. De ruimte voor beleidsdialoog of actie is erg klein geworden.

We moeten het dus hebben van de strijd via intellectueel en academisch werk. Maar dat kost geld en neemt natuurlijk veel meer tijd dan politiek beleidswerk of directe dialoog. We zijn, eerlijk gezegd, wel jaloers op de straatprotesten op het Europese vasteland, op de tegenbeweging tegen de islamofobie. We slagen er niet in om hier op die manier te mobiliseren.’

Maar Londen blijft toch nog altijd dat multiculturele eiland, niet?
Arzu Merali: ‘Londen is bijna een ander land dan de rest van Groot-Brittannië. Londen is een heel cosmopolitische stad, en door zijn smeltkroes van culturen heeft behoudsgezindheid zich hier minder kunnen wortelen. Maar uit lopend vergelijkend onderzoek weten we nu al dat ook de Londense moslims zich meer tweederangsburger voelen dan vijf jaar geleden. Ze voelen zich minder comfortabel als ze de televisie opzetten, het nieuws lezen.

Uit eerder onderzoek van pakweg vijf jaar geleden bleek dat 85 procent van de respondenten geen moslims in zijn kennissenkring had. Dat betekent dat 85 procent van de Britten afhankelijk zijn van de beeldvorming die wordt gegeven door media en politiek. En die problematiseert in de eerste plaats. Het onderzoek zelf werd door de overheid, tevens de opdrachtgever, doodgezwegen, net als de problematiek zelf.’

Wat die beeldvorming betreft: we zagen het afgelopen de opkomst van een extreem gewelddadige Islamitische Staat en hoe Europese Syriëstrijders zich daar massaal bij aansloten. En nu Parijs. Dat zijn reële en angstaanjagende beelden voor veel mensen. Ook voer voor de islamofobie.
Arzu Merali: ‘Binnen die beeldvorming mag je ook de invloed van het westerse buitenlandbeleid en de internationale context niet vergeten. Ook op dat niveau speelt zich exact dezelfde fenomeen af: superieur denken, stereotypering, ontmenselijking. Er waren de verschillende dubieuze Europese-Amerikaanse interventies in islamitische staten als Irak en Afghanistan, de bemoeienissen in Iran, Jemen en Syrië enzovoort.
Ons onderzoek naar de gevolgen voor de moslimgemeenschap is nog niet rond maar we verwachten wel een stijging van het aantal islamofobe incidenten. Het idee dat dit geweld tegen moslimburgers deels hun fout is, ondermijnt het idee van gelijke burgerschap.’

Is er nog een draagvlak om islamofobe uitingen en haatmisdrijven tegen moslims te bestrijden?
Arzu Merali: ‘Vanuit eigen onderzoek en statistieken weten we dat in 2014 14 procent van de Britse moslims fysiek geweld ervoeren. Dat betekent dat hier honderdduizenden mensen dus slachtoffer zijn. Maar de officiële cijfers van de Metropolitan Police spreken van slechts vijfhonderd incidenten. De discrepantie met de realiteit is te groot en dat is een probleem. Politiegeweld wordt onder de mat geschoven. Geweld tegen minderheden wordt sneller genormaliseerd.

We beleven een politieke crisis in Groot-Brittannië. Electorale belangen en populisme hebben steeds meer de bovenhand boven het algemeen democratische belang van de burgers.

Ook antisemitisme duikt opnieuw op in de dominante samenleving.

Het is de rol van de regering om te sensibiliseren, een kwestie van politieke wil ook. We zijn ook pas in de gelijkheid tussen mannen en vrouwen gaan geloven na enorme inspanningen van de overheid. Antisemitisme werd ook gecounterd na inspanningen van de overheid.

Het is geen onredelijke vraag om ook islamofobie of het nieuwe anti-zwarte denken op de agenda te zetten. Alleen ontbreekt die politieke wil. Na de zogenaamde “Tottenhamrellen” van 2011, die volgden op de moord op de zwarte Mark Duggan, zijn we vandaag opnieuw bij een compleet open anti-zwart “biologisch” racisme. Ik had echt gedacht dat ik dat nooit meer opnieuw zou zien. Ook antisemitisme duikt opnieuw op in de dominante samenleving. Dat vind ik heel griezelig. Want het ondermijnt de gemaakte vooruitgang in de strijd tegen antisemitisme en dus racisme en het gelijkheidsdenken.’

Om even terug te komen op de Pegidabeweging: heb je een idee of mensen protesteren uit angst voor een religie, een cultuur of de groeiende invloed van een minderheid?

Arzu Merali: ‘Vaak kunnen mensen niet echt genuanceerd uitleggen waar ze nu eigenlijk bang voor zijn. In een beweging als Pegida neemt emotie de bovenhand, er is geen plaats voor een dialoog met reële argumenten. Zeker in deze tijden van economische crisis en globalisering, zien we hoe mensen zitten opgesloten in een bijna existentiële angst. Dan worden de anonieme kwetsbaren van deze samenleving inwisselbare bedreigingen: immigranten, moslims, zwarten, laag opgeleiden.

Die angst is al lang aanwezig en er is maar een vonk nodig om ze om te zetten in haat en actie. In Parijs werden de dag na de aanslag op Charlie Hebdo gebedshuizen van onschuldige burgers aangevallen met stenen, petrobommen, zelfs een granaat. Dat is geen kortetermijnreactie na de aanslag, dat is ingegeven door een diepe onrust voorafgegaan door een lang proces.’

Was Merkels waarschuwing tegen Pegida tijdens haar nieuwjaarsspeech opvallend genoeg?
Arzu Merali: ‘Het is zoals een of mijn collega’s meteen opmerkte: too little, too late. Ja, natuurlijk waren haar woorden heel welkom en waren ze duidelijk. Maar het punt is dat Pegida niet uit een vacuüm is ontstaan.

We missen het besef dat we met zijn allen op dezelfde boot zitten.

We zagen in Groot-Brittannië een heel oud racisme, het biologische rassendenken, terugkomen, waarbij de moslims als inferieur worden beschouwd. We moeten er ook niet flauw over doen: de stereotypering van moslims is enorm. De moslimgemeenschap wordt als een monolitisch blok bekeken en de uitwassen worden gegeneraliseerd. Wie er nog maar uit ziet als een moslim moet zich bijna dagdagelijks verantwoorden over homofobie, genderdenken, burgerschap, nationale waarden en normen. Dit wordt al heel lang getolereerd en doodgezwegen. Dus ja, Merkels woorden komen laat en hebben een beperkte impact.

Natuurlijk hebben we hier een problematische groep van moslims die dogmatisch denken en vrouwonvriendelijk, homofoob zijn en rel schoppen op de straten. Maar wanneer gaan we die kleine groep eindelijk loskoppelen van een hele gemeenschap en op zoek naar een oplossing: hoe bestrijden we hen?

We missen het besef dat we met zijn allen op dezelfde boot zitten.’