Martin Meredith: ‘Belgisch kolonialisme was ergste ooit’

Interview

Martin Meredith: ‘Belgisch kolonialisme was ergste ooit’

Martin Meredith: ‘Belgisch kolonialisme was ergste ooit’
Martin Meredith: ‘Belgisch kolonialisme was ergste ooit’

‘Het Belgisch kolonialisme is het ergste dat er ooit bestaan heeft’. Dat zegt Martin Meredith, gerespecteerd historicus en auteur van talloze boeken over Afrika. ‘Congo-Vrijstaat was een groteske uitbuiting die aan miljoenen Congolezen het leven kostte’.

Martin Meredith is oud- journalist, biograaf en geschiedkundige. Meredith schreef veel over Afrika, onder meer over wijlen Nelson Mandela. Zijn meest recente pennenvrucht werd vorig jaar naar het Nederlands vertaald en kreeg de titel De schatten van Afrika. Vijfduizend jaar rijkdom, hebzucht en ambitie.

© Stefaan Anrys

‘De Belgen hebben niet vooruitgedacht’

© Stefaan Anrys

Uw geschiedenis beslaat 5000 jaar, maar voor Afrika blijkt de Tweede Wereldoorlog een wel erg belangrijk scharniermoment.

Martin Meredith: De Tweede Wereldoorlog was inderdaad een breukmoment. De Europese machten, die de wereld gedurende honderden jaren hadden gedomineerd, zagen hun macht tanen en er ontstonden nieuwe supermachten. Tegelijk groeide een meer verlichte visie op rol van koloniale machten. Eén van de voorlopers was Groot-Brittannië. Het Verenigd Koninkrijk was niet uit was op een blijvende relatie met zijn kolonies. Een aantal onder hen hadden trouwens als zelfbestuur, zoals Canada en Australië. Doch het meende dat Afrika een iets langere fase van economische ontwikkeling nodig had, vooraleer tot politieke ontwikkeling te komen. Alleen is die planning versneld als gevolg van politieke protesten en opstanden.

En België?

Martin Meredith: De Portugezen en de Belgen ondernamen niets met het oog op post-1945. Zij gingen ervan uit dat hun territoria stukken onroerend goed waren, die mits een goed management zouden blijven opbrengen. Voor Frankrijk waren de koloniën dan weer departementen van één groot Frankrijk. Dat heeft in Algerije alvast een verschrikkelijke oorlog opgeleverd.

De Belgen ondernamen niets. Wat bedoelt u?

Martin Meredith: België promootte economische ontwikkeling in Congo. Het gaf basisonderwijs, primaire gezondheidszorg, maar nul komma nul politieke inspraak. Eigenlijk kregen ook de Belgen in Congo geen inspraak. Niemand had een stem of enige vertegenwoordiging. Er was simpelweg geen politieke activiteit. Congo werd vanuit Brussel gerund. Men kreeg orders en die moesten uitgevoerd.

Congo-België was een driehoeksverhouding. De regering zorgde voor infrastructuur en veiligheid. De mijnbouwbedrijven voor de inkomsten, vooral dan uit Katanga. De kerken zorgden voor basiseducatie, maar hoog opgeleid personeel kwam er niet. Men dacht een goed systeem te hebben, dat op een ramp uitliep omdat niemand vooruit dacht.

U noemde het Belgisch kolonialisme het ergste dat er ooit bestaan heeft.

Martin Meredith: In feite citeerde ik Joseph Conrad.

Maar u bent het daarmee eens.

Martin Meredith: Ja. Het Belgisch kolonialisme was uniek omdat Congo eerst geen kolonie was, maar een stuk privé-eigendom van koning Leopold II. Congo-Vrijstaat was een privédomein midden in het hart van Afrika. Alles wijst erop dat het Leopold slechts om één ding te doen was: zoveel mogelijk geld verdienen aan Congo. Joseph Conrad schreef over ivoor, maar de rubberteelt zou later nog beruchter worden. Het was een groteske uitbuiting, die aan miljoenen Congolezen het leven kostte. Heel vaak stierven zij aan ondervoeding, uithongering. Het was een regime van gedwongen arbeid, een soort slavenarbeid.

© Stefaan Anrys

‘Ik hebt 5000 jaar geschiedenis in één boek geperst’

© Stefaan Anrys

Die episode blijft ergens toch taboe.

Martin Meredith: België heeft net als andere koloniale machten nog altijd de grootste moeite om zijn eigen koloniale geschiedenis onder ogen te zien. Jullie zijn niet de enige hoor. Pas onlangs heeft de Britse regering durven toegeven dat het zijn koloniale administratie in de jaren vijftig betrokken is geweest bij de foltering van Keniaanse Mau Mau-verdachten.

Is men bang voor rechtszaken en compensaties?

Martin Meredith: Neen, dat is het niet. Het past eerder in een traditie om de natiestaat voor te stellen als een veel goedaardiger onderneming dan die ooit is geweest. Mislukkingen worden onder de mat geveegd en successen breed uitgesmeerd. Dat heeft te maken met nationale trots. Britten geloven nog steeds dat hun Empire  redelijk goed beheerd werd. Ze schijnen echter te vergeten dat het Rijk veroveringsoorlogen heeft gevoerd, dat het overal ter wereld inheemse regimes heeft kapotgemaakt en wel ten koste van honderdduizenden levens.

Ik wil geen moreel oordeel vellen over wat er toen gebeurd is. Je kunt de geschiedenis niet met de maatstaven van vandaag over goed en slecht beoordelen. Wel moeten we de feiten onder ogen durven zien en toegeven dat Groot-Brittannië aan de oorzaak lag van talloze oorlogen. Zoals de Britse oorlog in Zuid-Afrika.

De Anglo-Boerenoorlog?

Martin Meredith:  Ja. Natuurlijk waren er verschillende motieven voor de oorlog, maar de hoofdreden was controle over de goudreserves van Zuid-Afrika.  Omdat Paul Krüger in Transvaal warme broodjes bakte met de Duitsers, was Groot-Brittannië bang dat Duitsland het goud in handen zou krijgen en dus begon het een veroveringsoorlog. Linkse, marxistische lezingen beweren dat de Britse natie optrad in naam van de mijnbouwbedrijven, maar die waren in feite tegen een oorlog. Ze wilden misschien hervormingen, maar zeker geen oorlog. Als Britse politici niet zonodig het prestige en de macht van Groot-Brittannië over Zuid-Afrika hadden willen vestigen, was die oorlog er nooit gekomen.

Herleidt u duizenden jaren geschiedenis tot een gevecht om bodemrijkdommen?

Martin Meredith: Ik heb getracht om 5000 jaar Afrikaanse geschiedenis in één boek te persen en een  verhaal te vertellen dat steek hield. Natuurlijk speelden er in de geschiedenis van Afrika andere motieven mee, zoals de verspreiding van het christendom of de Islam of nog, de wens van Europese ontdekkingsreizigers om hun wereldkaarten in te kleuren. Toch blijken natuurlijke hulpbronnen een van dé motoren te zijn achter de geschiedenis in Afrika en de wereldgeschiedenis tout court.

© Stefaan Anrys

‘Egyptische piramiden kan je afdoen als uitwassen van schatrijke farao’s’

© Stefaan Anrys

Bodemrijkdommen zijn een vloek. Is dat zo?

Martin Meredith: Niet de olie, het goud of andere bodemrijkdommen zijn de vloek. Ze zijn veeleer een troef. Het is het beheer ervan dat vloekt. De meeste leiders trachten de rijkdommen te monopoliseren en daar komt de miserie vandaan. Veel hangt ook af van hoe je de zaken bekijkt. Egyptische piramiden kan je afdoen als uitwassen van schatrijke farao’s die op kap van landbouwers uit de Nijlvallei hun graftombes bekostigden. Of je beschouwt ze als pareltjes van architectuur, meer dan 4.500 jaar oud.

Koestert u hoop voor het continent?  Africa is rising, zeggen afro-optimisten.

‘I speak of Africa’, schreef Shakespeare, ‘and of golden joys’

Martin Meredith: Alles hangt ervan af waar je kijkt en wanneer je begint te meten. Het continent heeft de voorbije tien jaren gemiddelde groeicijfers van 5 % gekend, maar dat had vooral te maken met de Chinese vraag naar grondstoffen. Zonder olie en gas , schiet er van die vijf procent niet zo gek veel over.

Bovendien zijn vele landen van nul moeten herbeginnen. Ghana was bij de onafhankelijkheid in 1957 één van de meest welvarende tropische landen en deed het zelfs beter dan Zuid-Korea. Het had een rijke middenklasse, de buitenlandse deviezen stroomden binnen en het land kon bogen op een productieve landbouw en hoog opgeleide ambtenaren, advocaten, artsen. In amper zeven jaar tijd heeft een idiote dictator Ghana te gronde gericht, waarop nog eens twintig jaar of meer militaire dictatuur volgden. In 1997 was de economische output van Ghana nog altijd 17 % lager dan in 1970.

Botswana is het klassieke tegenvoorbeeld.

Martin Meredith: inderdaad. Toen Botswana in de jaren zestig onafhankelijk werd, was het land in zuidelijk Afrika straatarm en moest het roeien met de riemen die het had. Naderhand ontdekte Botswana diamantreserves en het ging ervan uit dat die bron ooit zou opdrogen. Botswana’s democratisch verkozen leiders sprongen voorzichtig om met de natuurlijke rijkdommen, die achteraf onuitputtelijker bleken dan gedacht.

Veel hangt af of er lokale capaciteit voorhanden is en of leiders al dan niet in hun eigenbelang handelen. Zimbabwe had bij de onafhankelijkheid een erg productieve landbouw, die om historische redenen in handen was van blanke boeren. Mugabe heeft die in de vernieling gereden. Het zou kunnen dat de landbouw er opnieuw recht krabbelt, maar intussen heeft Zimbabwe wel twintig tot dertig jaar achterstand opgelopen.