De toekomst van water? ‘We moeten leren om meer te doen met minder’

Interview

Wetenschappers Jim Saiers en Shimi Anisfeld over waterschaarste

De toekomst van water? ‘We moeten leren om meer te doen met minder’

De toekomst van water? ‘We moeten leren om meer te doen met minder’
De toekomst van water? ‘We moeten leren om meer te doen met minder’

IPS / Yale School of the Environment

13 juni 2023

Hoe kunnen we, in het licht van toenemende droogte, overstromingen en de snelle bevolkingsgroei, de toegang tot voldoende zuiver water garanderen? Wetenschappers Jim Saiers en Shimi Anisfeld denken na over de toekomst van ons water en geven oplossingen op korte en lange termijn.

Pixabay

‘Als we meer waarde zouden hechten aan water, zou dat het behoud en de efficiëntie bevorderen en dat doen we niet goed genoeg.’

Pixabay

Hoe kunnen we, in het licht van toenemende droogte, overstromingen en de snelle bevolkingsgroei, de toegang tot voldoende zuiver water garanderen? Want ook vanuit de landbouw, de industrie en de energiesector is de vraag naar water groeiend. Professor Hydrologie Jim Saiers en hoofddocent en onderzoekswetenschapper Water en Milieuchemie Shimi Anisfeld van de Yale School of the Environment denken na over de toekomst van ons water en geven oplossingen op korte en lange termijn.

Nu we halverwege zijn in het Internationale Decennium voor Actie op vlak van Water voor Duurzame Ontwikkeling van de Verenigde Naties (VN), wordt de wereld geconfronteerd met een grimmige realiteit. De toenemende wereldbevolking zorgt er, samen met snel groeiende economieën en de klimaatverandering, voor dat de toegang tot veilig beheerd water steeds moeilijker wordt.

Volgens de VN-Water Conference Vision Statement 2023 leeft bijna de helft van de mensheid - 3,6 miljard mensen - zonder veilig beheerde sanitaire voorzieningen; zo’n 2,3 miljard mensen hebben thuis geen basisvoorzieningen om hun handen te wassen; en meer dan 80 procent van het afvalwater wordt in het milieu geloosd zonder behandeling of zonder dat er sprake is van hergebruik.

‘We moeten nadenken over betere manieren om water op te slaan in tijden dat er overvloed is.’

‘We moeten tot vier keer sneller werken om op schema te komen om de beschikbaarheid en het duurzaam beheer van water en sanitaire voorzieningen voor iedereen te garanderen tegen 2030’, stelt de verklaring. ‘Laten we nu handelen met de snelheid en de prioriteiten die passen bij de urgentie van deze crisis.’

Welke stappen dienen te worden genomen om de watervoorziening wereldwijd te verbeteren?

Saiers: Sommige van de problemen hebben te maken met de manier waarop we zoet water gebruiken. Dat zou een pak efficiënter kunnen gebeuren. Wereldwijd gaat 70 procent van het zoet water naar de landbouwsector. Daar kunnen stappen worden ondernomen om water te besparen, onder meer door efficiëntere irrigatiemethoden en door over te schakelen op minder waterintensieve gewassen.

Ook kunnen we het verlies van water beperken tijdens het vervoer over de velden. Verder moeten we nadenken over betere manieren om water op te slaan in tijden dat er overvloed is, zoals over een verbeterde kunstmatige aanvulling, waarbij je water omleidt van beken en rivieren wanneer ze overstromen en het water verdeelt over stroomgebieden, waardoor het door de bodem sijpelt en terug in watervoerende lagen terechtkomt.

Anisfeld: Water is meer een lokaal dan een mondiaal probleem, dus niet elke plaats heeft dezelfde oplossing nodig. Veel gebieden zullen waterschaarste kunnen verlichten door de vraag te beheersen door middel van het gebruik van efficiënte technologie alsook door gedragsverandering.

Sommige plaatsen zullen gebruik maken van ontzilting en het recycleren van afvalwater om het aanbod te vergroten, terwijl andere locaties gebruik zullen maken van wateropvang en groene infrastructuur om regenwater op te vangen als onderdeel van een ‘One Water’-benadering. Het lastigste punt is misschien wel de herverdeling van landbouwwater naar de steden - en naar stromen in de omgeving. Het huidige niveau van watergebruik in woestijnlandbouw is onhoudbaar en we moeten uitzoeken hoe we veilig en eerlijk kunnen overstappen op een kleinere landbouwvoetafdruk in gebieden met waterschaarste.

‘Gebrek aan toegang tot water en sanitaire voorzieningen is een van de meest urgente problemen waar de mensheid voor staat.’

De helft van de mensheid leeft zonder goed beheerde sanitaire voorzieningen. Wat moet er gebeuren om dit te verhelpen?

Saiers: Het eerste wat we moeten doen is stoppen met het vervuilen van ons water. Dat betekent dat we de afvloeiing van afvalwater in beken en rivieren moeten controleren, net als de afvloeiing van landbouwwater in grote stromen. We moeten verstandige, wereldwijd te handhaven regelgeving ontwikkelen voor de bescherming van waterbronnen.

Verder dienen we te zorgen voor infrastructuur zoals toiletten en septische systemen. Dat vereist investeringen, ontwikkelingshulp, onderwijs en betrokkenheid van de gemeenschap.

Anisfeld: Gebrek aan toegang tot water en sanitaire voorzieningen is een van de meest urgente problemen waar de mensheid voor staat. Het houdt miljarden mensen - waaronder ook zo’n twee miljoen in de VS - gevangen in een cyclus van armoede en ziekte. Het is een schoolvoorbeeld van milieuonrechtvaardigheid. We moeten de traditionele infrastructuur uitbouwen en meer lokale, gedecentraliseerde oplossingen ontwikkelen. Het zal duur zijn, maar het is het waard.

Hoe speelt de klimaatverandering een rol bij de toegang tot en de kwaliteit van water?

Saiers: Een van de manieren waarop dit zich manifesteert bij waterbronnen is door de stijging van de zeespiegel. Die stijging bevordert het binnendringen van zout water in watervoerende lagen, waardoor het zoutgehalte toeneemt en het water niet langer drinkbaar is. Een andere manier is intensievere regenval, die leidt tot meer erosie, een hogere troebelheidsgraad in beken en rivieren, en het doorsijpelen van metalen en organische stoffen uit stedelijke omgevingen in waterwegen. Droogte, in combinatie met het onduurzaam oppompen van water, put grondwaterreservoirs uit in de VS en daarbuiten.

Anisfeld: De klimaatverandering wordt met name gevoeld via het water. De intensivering van de hydrologische cyclus zorgt voor intensere droogtes en overstromingen, wat leidt tot conflicten, migratie en reële menselijke en economische kosten.

Wat kunnen we doen om de effecten van de klimaatverandering op watervoorraden te beperken?

Saiers: We moeten onze waterrijke omgevingen beschermen, zoals draslanden en mangroves aan de kust. Zij bieden niet alleen klimaatstabiliserende voordelen van koolstofvastlegging, maar ook bescherming tegen overstromingen, wat nu belangrijker is dan ooit gezien de stijgende zeespiegel, intensievere regenval en de bevolkingsgroei in kustgebieden en andere laaggelegen gebieden. We kunnen de relatie tussen klimaat en water niet zien als eenrichtingsverkeer. We moeten eerder erkennen dat klimaat-, water-, energie- en voedselsystemen met elkaar verbonden zijn. Enkel door deze onderlinge verbanden te begrijpen, kunnen we starten met het beheer van deze systemen zodat we moeilijke afwegingen kunnen vermijden.

‘We moeten de prijzen verhogen voor degenen die het zich kunnen veroorloven en tegelijkertijd huishoudens met lagere inkomens subsidiëren.’

Anisfeld: We moeten onze watersystemen veerkrachtiger maken voor overstromingen en droogtes en daarvoor samenwerken met de natuur. De klimaatverandering benadrukt de urgentie van veranderingen die we hoe dan ook moeten maken. Ik ben het met Jim eens dat het beschermen en herstellen van drasland echt kan helpen om overstromingen te beperken. Helaas heeft het Hooggerechtshof het in ons land moeilijker gemaakt om dat te doen, met een buitengewoon enge interpretatie van de Clean Water Act (die de definitie van beschermd drasland versmalde) wat een gebrek aan kennis weerspiegelt van hoe draslanden functioneren in het natuurlijke landschap.

Jullie hebben gesproken over de behoefte aan meer infrastructuur en nieuwe watervoorraden. Betalen we genoeg voor water of moeten we meer bijdragen om de watervoorraden op peil te houden?

Saiers: Als we meer waarde zouden hechten aan water, zou dat het behoud en de efficiëntie bevorderen en dat doen we niet goed genoeg.

Anisfeld: Onze huidige prijzen weerspiegelen niet de werkelijke waarde van water. Aangezien we het watergebruik op veel plaatsen moeten verminderen en we infrastructuurproblemen zoals oude leidingen en riolen moeten aanpakken, denk ik dat we meer moeten betalen voor water. Maar ik geloof ook dat water een mensenrecht is en ik vind niet dat iemand zijn water afgesloten moet zien omdat hij zijn rekening niet kan betalen.

We moeten de prijzen verhogen voor degenen die het zich kunnen veroorloven en tegelijkertijd huishoudens met lagere inkomens subsidiëren, net zoals we dat doen voor stookolie. Er zijn heel wat hindernissen die een rechtvaardige en duurzame prijszetting voor water in de weg staan, al zijn er tekenen dat we de goede kant beginnen op te gaan.

Wat geeft jullie hoop voor de toekomst van watervoorraden?

Anisfeld: Dat we leren om hetzelfde, of zelfs meer te doen met minder water door middel van efficiëntie, behoud, infrastructuur, attitudes en motiverende maatregelen. Verder zien we ook steeds beter in hoe we oplossingen die de natuur ons aanreikt kunnen integreren in ons waterbeheer.

Saiers: De uitdagingen zijn enorm, maar er wordt vooruitgang geboekt. We verhogen de efficiëntie van ons watergebruik hier en in de rest van de wereld. We erkennen dat er behoefte is aan betere internationale samenwerking. Het bewustzijn neemt toe en er wordt vooruitgang geboekt op vlak van klimaatmitigatie. Dat zal helpen bij het oplossen van problemen met waterbronnen omdat ze samengaan. We boeken dus zeker vooruitgang, maar er is nog veel te doen.

Dit interview is eerder verschenen bij IPS-partner Yale School of the Environment