De geschiedenis maakt de mensen. Dat is aan Wouter Hillaert te zien. Een jaar geleden was hij nog de kritische theaterrecensent en de sympathieke motor achter het cultuurblad rekto:verso. Sinds deze zomer werd hij het gezicht van Hart Boven Hard, het brede protest tegen het harde besparingsbeleid van deze regering. Onthaasten zal voor een volgende legislatuur zijn. Hoopt hij.
Wouter Hillaert woont – toeval bestaat niet – twee hoeken voorbij cultuurcentrum De Roma, hartje Borgerhout. De ramen van zijn flat kijken uit op het hart van de protesten van Ringland, de ring in al zijn naaktheid, extra onderstreept op een grauwe winterdag als deze.
Terwijl hij buiten rokend aan zijn mobieltje hangt, leert een snelle blik op zijn boekenkasten dat Hillaerts focus niet beperkt blijft tot cultuur.
Tot de middag krijg ik. Dan wordt hij geïnterviewd door Al-Jazeera Balkan over de Antwerpse Pegida-tegenwake die niet zal plaatsvinden. De volgende dag staat het zaterdagplatform – het “parlement” van Hart boven Hard – op de agenda en maandag heeft hij afspraak met de Vlaamse Ouderenraad.
‘Een aantal evidente verworvenheden, gebouwd op basis- en mensenrechten, staan op een steeds steilere helling.’
‘Het is niet altijd zo’, verzekert hij. Maar sinds die zomernacht, toen de kiemen werden gelegd van een gloednieuw burgerinitiatief, leidt Hillaert wel een dubbel leven.
Hart Boven Hard werd geboren via mail. ‘Het was augustus. Er dreigden besparingen op de sociaal-culturele sector en de kunsten tot meer dan twintig procent. Hugo Franssen, de voormalige uitgever van EPO, en ik waren achter onze computer gekropen.’
‘We voelden de behoefte tot actie, maar het moest anders en breder. Enkel achter de eigen cultuurkar aanlopen zou contraproductief zijn. Ook in andere sectoren speelden dezelfde besparingsmechanismen. We moesten de krachten bundelen.’
Razendsnelle groei
Nog geen week later zaten vijftig mensen rond de tafel: individuen en vertegenwoordigers uit het brede middenveld, van culturo’s over de Vlaamse bibliotheken en vakbonden tot jeugd- en armoedeverenigingen. Op 22 september al kreeg het Vlaams Parlement hun alternatieve Septemberverklaring. De paar aanwezige Franstalige cameraploegen vielen achterover. Het cliché van de verstarde asociale Vlaming was onderuitgehaald.
‘Door de brede samenwerking hebben we een enorm brede expertise in huis.’
Hart Boven Hard bleef razendsnel groeien. Meer dan 16.000 mensen en 1000 organisaties van diverse pluimage tekenden de Septemberverklaring. Dat die zo snel tot een historisch breed draagvlak kon uitgroeien is puur de verdienste van de huidige regering, zegt Hillaert.
‘Een aantal evidente verworvenheden, gebouwd op basis- en mensenrechten, staan op een steeds steilere helling. Bijna elke dag valt er een nieuwe absurditeit uit de lucht. Het is onmiskenbaar de regering die voor ons mobiliseert.’
Uniek is dat Hart Boven Hard een nieuwe paraplu vormt, een die een brede waaier van protesten verenigt met de eensgezindheid dat het wel degelijk anders kan. ‘Door die brede samenwerking, verspreid ook over lokale actiegroepen in verschillende steden, hebben we ook een enorm brede expertise en strategisch inzicht over heel veel domeinen in huis. Die verbinden we, samen met de wervende kracht van bijvoorbeeld de vakbonden.’
‘Een thema als de vermogensbelasting is geen exclusief links thema meer.’
© Brecht Goris
Grote Parade
‘De kritiek dat we nog te veel een witte middenklassebeweging zijn is terecht.’
In navolging van de wat vage Septemberverklaring legde HBH in december tien hartenwensen of streefprincipes voor een andere samenleving vast. Ze zullen de basis vormen voor de Grote Parade op 29 maart in Brussel.
De hartenwensen bestrijken een breed thematisch palet: ecologie, armoede, internationale solidariteit, lokaal beleid, diversiteit…
Dat laatste, hartenwens zeven, is wellicht de grootste uitdaging voor de beweging zelf, bekent Hillaert.
‘Voor het aantrekken van minderheden, senioren en jongeren hebben we nog een strijd te voeren. De kritiek dat we nog te veel een witte middenklassebeweging zijn is terecht. We waren er ook niet bij op “Wij zijn de meerwaarde” (een decemberactie tegen xenofobie, td). In de constante instroom van aanvragen beseften we niet hoe cruciaal en belangrijk dat was voor de initiatiefnemers. Hun teleurstelling, ook over het ontbreken van diversiteit als speerpunt in de Septemberverklaring, was een goede wakeup call om daar echt extra aandacht aan te geven. Het gaat overigens niet alleen over kleur in de beweging. Het gaat ook over de prioriteit die we willen geven aan de strijd tegen discriminatie. Dat debat is intern geopend, we maken er werk van.’
Kom op straat, er is een alternatief! Met die slogan moet het voor de politiek op 29 maart duidelijk worden. De Belgische kiezers vinden de huidige politieke koers geen goed antwoord op de uitdagingen waar onze samenleving voor staat. Die gaan van armoede over ecologische vraagstukken tot ongewenste handelsakkoorden tussen Europa en Amerika. ‘Onze basisstelling is dat de regering wél keuzes kan maken. Kiezen voor de aankoop van een aantal F-35’s die evenveel kosten als de som van een aantal besparingen: dat is een politieke keuze. Het is geen Griekse god die dat beslist heeft.’
HBH verdedigt het alternatief: het belang van een vermogensbelasting en extra investeringen in gelijke kansen, onderwijs, armoedebestrijding, duurzame energie. Een alternatief begrotingsplan of concrete beleidspunten schuift de beweging echter niet naar voren. Een bewuste keuze, legt Hillaert uit. ‘Dat kunnen al die organisaties met verschillende strekkingen en visies onder onze paraplu veel beter zelf. De meerwaarde van HBH ligt in het verbinden van al die aandachtspunten in één ideologisch verhaal over de héle samenleving, en dat we daar samen stelling in nemen. We voeren oppositie tegen de strikt economische kijk van deze regering en verdedigen oeroude principes als solidariteit, zuurstof voor mensen en gelijke kansen. Welvaart is veel meer dan een streep onder de inkomsten en uitgaven.’
De waarde van het mens-zijn opnieuw centraal stellen, daar draait het om. Hillaert zegt het bijna verontschuldigend – het zou in stoere tijden als deze wel eens te soft kunnen klinken. ‘Maar wat is er mis met de mens die studeert, die op zoek gaat naar esthetische zingeving of die zich sociaal engageert? We willen de goede huisvader en -moeder die gereduceerd werden tot boekhouder opnieuw een plek geven. Een van onze tien hartenwensen is werkbaar werk. Stress en burn-outs zijn de ziekten van deze tijd, overigens een niet exclusief links thema. Ook Bart De Wever is niet ongevoelig voor werkdruk.’
Misverstanden
‘De vakbonden zijn erg sterk in organiseren, de kunstenaars leveren de creativiteit en symboliek.’
In december 2014 stuurde HBH een persbericht uit om een aantal misverstanden ‘kordaat uit de wereld te helpen’. Een van die misverstanden is dat de beweging zich zou bezondigen aan partijpolitiek.
‘Ten eerste zijn er geen structurele banden met welke partij dan ook. Ten tweede: we richten ons niet tegen partijen, wel tegen het beleid dat vandaag wordt gevoerd. Mocht Groen! dit beleid voeren, dan zou de tegenstem even hard zijn’, reageert Hillaert.
‘Politieke vertegenwoordigers weren we echter niet. Dat zou tegen de geest van de beweging als verbindend initiatief zijn. Iedereen is dus welkom, maar we bieden geen forum voor partijpolitiek en politici krijgen geen stem op onze debatten.’
HBH laat zich ook niet zomaar in een linkse hoek stoppen. ‘We zouden wel eens verrast kunnen zijn als we anoniem peilden naar het stemgedrag van onze achterban’, denkt Hillaert. ‘Maar belangrijker: een thema als de vermogensbelasting is geen exclusief links thema meer. 75 procent van onze bevolking meent immers dat het grote geld meer belast moet worden. Ook veel “middenbewegingen” zetten de Grote Parade mee in het licht bij hun achterban. Zelfs sommige ondernemers sluiten zich aan, onder meer via het initiatief Onder Boven Nemen.’
Om nog een misverstand weg te nemen: Hart Boven Hard is géén stakingsbeweging. De vraag is wel hoe de beweging zich verhoudt tot de controversiële decemberstakingen van de vakbonden, toch een belangrijke speler in huis. In december verwenste een aantal moegetergde Belgen, die niet op hun afspraak raakten, de stakingsacties. Hillaert begrijpt de ergernis.
‘De vorm zou creatiever kunnen, maar eerlijk gezegd heb ik meer sympathie gekregen voor staken als actiemiddel. Toen ik tijdens de decemberstakingen langs de piketten reed, begreep ik dat een staking meer is dan een krachtig economisch pressiemiddel. Het is ook een sterk instrument van de vakbonden om ook minder geschoolde mensen te mobiliseren en vooral bewust te maken.’
‘Maar voor alle duidelijkheid’, gaat hij verder, ‘HBH zit ertussen: we staan aan de kant van de betoging. We vormen ook allianties tussen kunstenaars en vakbonden, zoals op onze Sinterklaasactie. De vakbonden zijn erg sterk in organiseren, de kunstenaars leveren de creativiteit en symboliek.’
‘De uitdagingen zijn groot: het vuur brandende houden, militanten en strategen binnen de beweging blijven verbinden, verbreden of niet naar een Europese beweging.’
© Brecht Goris
Cultuur/activist
‘De sector durft nu pas in eigen boezem kijken.’
Allianties vormen met individuele kunstenaars die de wereld in de gaten houden lukt. Met de cultuurhuizen wil het wat minder lukken. De cultuursector is nochtans Hillaerts biotoop, behalve woordvoerder van HBH is hij “kleine zelfstandige”, theaterrecensent en redactiecoördinator van het cultuurkritische tijdschrift rekto:verso. Die sector kan echter niet worden verweten dat hij zich bezondigt aan te veel politieke of maatschappelijke stellingname.
‘“Als het voor den Hillaert niet maatschappelijk genoeg is, vindt hij het geen goed theater.” Daar word ik wel eens mee in de hoek gezet. Het typeert de dominante strekking in de theaterwereld. Die ademt nog altijd de geest van de theaterfilosofie uit de jaren tachtig, waarbij individualisering en vormvernieuwing primeren boven de ideologie. Nog steeds worden expliciete politieke benaderingen op de planken ondergewaardeerd – hoe artistiek relevant ook. Nog steeds wordt een schaars maatschappelijk bewustzijn vergoelijkt met de boutade dat theater per definitie politiek is.’
De sector is nog te veel met zijn eigen spiegelbeeld bezig, vindt Hillaert. ‘Naar de buitenwereld toe lijkt de sector zich uitsluitend zorgen te maken over zijn eigen voortbestaan, in termen van subsidies. Let op, ik minimaliseer de kaasschaaf die de cultuursector over zich heen kreeg niet. Er is iets heel erg mis als een regering volop snoeit in cultuur en tegelijk beslist om een nieuwe hoop culturele bakstenen in de Vlaamse Rand neer te poten. Maar om de waarden van kunst en creativiteit overeind te houden in deze samenleving moet je met meer komen dan een protest over subsidies. Te weinig wordt de vraag gesteld of de afbouw van het onderwijs de toekomst niet veel meer bedreigt.’
Tegelijk ziet Hillaert – ‘voorzichtig nog, dat wel’ – een nieuw politiek bewustzijn groeien bij de cultuurhuizen. ‘De besparingsronden van de voorbije jaren maakten een einde aan de jarenlange groei van de cultuursector. De relevantie en het draagvlak van kunst werden plots openlijk bevraagd: waarom zou de belastingbetaler dit nog langer moeten betalen? Dat heeft ertoe geleid dat de sector – nu zelfs openlijk– in eigen boezem durft te kijken.’
Doelbewust
‘Het geld dat we in bedrijfswagens stoppen is vele malen groter dan het cultuurbudget.’
Het volk dat massaal opstaat, het kan de politieke partijen niet onberoerd laten. Een brede beweging als HBH kan door het politieke veld wellicht minder snel worden weggezet dan een kleine linkse betoging of een actie van vakbondsmilitanten.
‘Hebben we impact? Waarom ging coalitiepartner CD&V toch de vermogensbelasting verdedigen? En zou een burgemeester van Antwerpen een wake tegen racisme verbieden als we geen impact hadden?’ vraagt Hillaert zich af.
‘Of is het echt zo dat we, gelet op Alarmfase Drie, allemaal klaarblijkelijk toch heel erg in gevaar zijn? Ach, misschien gaat het wel echt om veiligheid. Hoe dan ook, ik denk dat de Antwerpse burgemeester ons sterker maakt tegen het tijdstip dat we die wake wel mogen doen.’
Van de drie missies – verbinden, verbreden, verdiepen – die HBH vooropstelde, is de eerste geslaagd. Maar het mag nog breder, vindt Hillaert. ‘Het mag dus nog diverser. Er mag nog een cirkel bij van mensen die voor deze regering gestemd hebben en concluderen dat het niet is wat ze verwachtten.’ De uitdaging is om een schijnbaar typisch links verhaal op zo’n manier te brengen dat iedereen zich erin herkent.
De derde missie, verdiepen, is de moeilijkste. HBH wil mensen argumenten aanreiken om, aan de familietafel of in de kroeg, een gefundeerd debat aan te gaan over de politieke keuzes. ‘Jij bestempelt dat als volksopvoeding’, lacht Hillaert, ‘ik ben geneigd het geestesverruiming te noemen. Het is de meest utopische missie van Hart boven Hard, want je raakt aan principes en daar reageren we allemaal erg emotioneel op.’
Sinds die zomernacht, toen de kiemen werden gelegd van een gloednieuw burgerinitiatief, leidt Hillaert wel een dubbel leven.
© Brecht Goris
Hillaert leert elke dag zelf bij, zegt hij. ‘Zo was de voorbereiding van de Sinterklaasactie rond fiscaliteit een eye-opener. Ik besefte hoe ik, de goed geïnformeerde en bewuste burger die ik dacht te zijn, zoveel niet weet. Ik wist bijvoorbeeld niet dat er evenveel belastingvrijstelling is op bedrijfswagens als er middelen zijn voor het openbaar vervoer. Het geld dat we daar als gemeenschap in stoppen is vele malen groter dan het cultuurbudget. Dat zijn absurde verhoudingen. Alleen zijn we ons daar amper van bewust. Ik besefte toen ook dat het werkt: het idee van samen sterk. Want de expertise is aanwezig, om eraan te geraken moet je maar één telefoontje doen. We bundelen die expertise ook niet in een exclusief “slim” boek, maar op straat, in een inclusief verhaal voor alle burgers.’
Succes is een breekbaar gegeven, dat beseft Hard Boven Hard, dat het vijf jaar wil volhouden. De toekomst van de beweging – nu nog nieuw, organisch en dus “sympathiek” bevonden – is er een met veel vraagtekens. ‘De uitdagingen zijn groot: het vuur brandende houden, militanten en strategen binnen de beweging blijven verbinden, verbreden of niet naar een Europese beweging.’
De toekomst zal echter vooral afhangen van de politieke antwoorden. ‘Komt er een dialoog of niet?’ En Hillaert voegt eraan toe dat hij natuurlijk vooral hoopt op een ideologische kanteling bij de volgende verkiezingsprogramma’s.
De Grote Parade vindt plaats op zondag 29 maart. Meer info vindt u hier!