Johan Wets: ‘De toekomst brengt meer migratie of nog meer migratie. Of een politiestaat.'

Interview

Zaterdaginterview

Johan Wets: ‘De toekomst brengt meer migratie of nog meer migratie. Of een politiestaat.'

Johan Wets: ‘De toekomst brengt meer migratie of nog meer migratie. Of een politiestaat.'
Johan Wets: ‘De toekomst brengt meer migratie of nog meer migratie. Of een politiestaat.'

De zomer van 2015 lijkt helemaal te draaien om de Middellandse Zee, de Balkanroute, Calais. De opvangcrisis, de Europese impasse, recordaantallen mensen op de vlucht. ‘Als we een echt migratiebeleid hadden, waren we beter uitgerust om de huidige crisis aan te pakken’, zegt Johan Wets, migratie-expert van de KULeuven.

Johan Wets (Onderzoeksgroep Armoede, Maatschappelijke Integratie en Migratie van het HIVA, KU Leuven) begon zijn academische carrière in 1990, een jaar voor de eerste Zwarte Zondag, zoals de doorbraak van het Vlaams Blok op 24 november 1991 genoemd werd.

Toch was er toen nauwelijks maatschappelijke aandacht voor of debat over migratie, en al zeker niet over de sociale oorzaken of gevolgen ervan. Er was geen ministerie of staatssecretariaat dat een beleid kon uitzetten, er was geen berichtgeving over in de media.

Gedurende de kwarteeuw dat Wets onderzoek doet naar migratie, is dat radicaal veranderd.

De voorbije maanden is Europa geconfronteerd met de grootste vluchtelingencrisis sinds de tweede wereldoorlog. Hoe uitzonderlijk is deze situatie?

Johan Wets: De situatie van deze zomer is zeker uitzonderlijk, als je ze vergelijkt met wat we de voorbije decennia aan migratie hebben meegemaakt. Vijfentwintig jaar geleden spraken we over een 15 miljoen vluchtelingen, vandaag gaat het –wel met een ruimere definitie -over 60 miljoen mensen wereldwijd die van huis en haard verdreven zijn.

Men spreekt vaak over een “asielcrisis”, maar eigenlijk klopt dat niet.

Wat we nu meemaken is nog best te vergelijken met wat Europa in de nasleep van de tweede wereldoorlog meemaakte, toen massaal veel mensen op de vlucht waren en er een systeem opgezet werd om dat in goede banen te leiden.

Men spreekt vaak over een “asielcrisis”, maar eigenlijk klopt dat niet. De Conventie van Genève uit 1951 –waarop het asielsysteem gebaseerd is- voorzag in bescherming voor mensen die individueel vervolgd werden (of daarvoor vreesden) op basis van ras, religie, nationaliteit, politieke overtuiging of behoren tot een sociale groep.

Wat we nu zien, zijn hele bevolkingen die op de vlucht gaan voor geweld en collectieve onderdrukking. De meeste vluchtelingen die Europa nu bereiken, vallen dus niet onder de asielregeling, maar zeker wel onder humanitaire bescherming.

© Toon Lambrechts

‘De nieuwe jungle’ in Calais

© Toon Lambrechts

Wat ook te vergelijken is: de echte last van de vluchtelingencrisissen vandaag wordt gedragen door de buurlanden, niet door de rijkere landen.

Johan Wets: Dat is inderdaad hallucinant, maar niet uitzonderlijk. Om tot in Europa te geraken, moet je over voldoende middelen beschikken. De oversteek van de Middellandse Zee alleen al kost tussen 800 en 4000 euro. Probeer dat maar eens bij elkaar te sparen als je niet veel meer dan 1 euro per dag verdient.

Om tot in Europa te geraken, moet je over voldoende middelen beschikken.

De inkomensongelijkheid in de wereld is zo groot dat je meteen beseft dat de grote meerderheid van de mensen al blij is als ze weg geraken uit het geweld of de vervolging, en dat ze hun vlucht moeten stoppen op de eerste plek waar geen onmiddellijk gevaar dreigt.

Het meest perverse gevolg daarvan is dan nog dat de kwetsbare bevolking op die “aankomstplekken” weggeduwd wordt door de soms immense vluchtelingenkampen die ontstaan. En dat arme of kwetsbare landen hun schaarse sociale voorzieningen moeten delen met honderdduizenden of zelfs miljoenen nieuwkomers.

Toch lijken die buurlanden, die zelf niet noodzakelijk veel rijker of stabieler zijn, er beter in te slagen die grote vluchtelingenaantallen te absorberen dan Europese landen die al bij tienduizend vluchtelingen of asielzoekers over onhoudbare toestanden spraken.

Johan Wets: Dat heeft, zeker voor de landen in de oostrand zoals Hongarije, te maken met het gebrek aan ervaring met immigratie. Maar de centrale vraag is of er een beleid is om te antwoorden op de instroom van migranten, asielzoekers en vluchtelingen. Zo een beleid kan de uitdrukking zijn van het hoe groot of klein het publieke draagvlak is voor immigratie, maar het kan dat draagvlak ook creëren.

Het Europese probleem met migratie heeft effectief te maken met het verlies aan comfort en het delen van onze welvaart.

De manier waarop politici spreken over immigratie is dan ook essentieel. Louis Tobback draaide het populaire beeld van de boot die vol is ooit om in de onliner: het salon is vol. Daarmee benadrukte hij het feit dat er natuurlijk nog mensen bij konden in België, maar dat de vrees bestond dat het comfort erdoor zou verkleinen. Niet iedereen zou nog in een comfortabele fauteuil kunnen zitten.

Hans Magnus Enzenberger geeft daarvoor nog een beter beeld. Hij beschrijft een treinreis waarin een reiziger eerst alleen in de coupé zit, en zijn voeten zelfs op de bank tegenover hem kan leggen. Als er nieuwe reizigers opstappen, moet hij plaats maken, maar zit hij toch nog ruim. Naarmate steeds meer mensen opstappen, wordt het krapper, maar, zegt Enzensberger, iedereen komt wél ter bestemming.

Het Europese probleem met migratie heeft effectief te maken met het verlies aan comfort en het delen van onze welvaart. In het beste geval gaat de discussie over de vraag of en hoe we onze sociale zekerheid kunnen behouden. Maar anderzijds blijft ook de vraag of de kleine eilandjes van veiligheid en welvaart in een zee van geweld en armoede wel houdbaar zijn.

Het gaat wel telkens over “iets opgeven”.

Willen we het principe van gelijke sociale en politieke rechten opgeven?

Johan Wets: Onze samenleving is gebaseerd op het principe dat alle inwoners burgers zijn met gelijke rechten. De facto is dat natuurlijk niet zo: iedereen weet dat er mensen leven zonder wettige verblijfspapieren, die zorgen voor een deel van de economische activiteit. Willen we het principe van gelijke sociale en politieke rechten opgeven?

Of zijn we bereid om producten en diensten duurder te maken zodat iedereen met een goed loon en volledige bescherming kan leven en wonen? En ook: hoe groot mag het aandeel mensen zonder wettelijk statuut worden? Is een situatie zoals in Koeweit –waar 80 procent van de bevolking uit gastarbeiders bestaat die geen politieke en veel minder sociale rechten hebben- aanvaardbaar?

Die vragen worden nauwelijks gesteld op het publieke forum en er zijn zeker weinig antwoorden te vinden in langetermijnbeleid.

Johan Wets: Er is zo goed als geen langetermijnbeleid en dat heeft alles te maken met de kortetermijnobsessies van de democratische politiek. In 2000 al heb ik met een aantal collega’s een boekje gepubliceerd waarin we stelden dat er –tegen 2010, het is uiteindelijk een beetje later gekomen- een groot migratieprobleem zou aankomen.

De vraag was toen: hoe kunnen we daarrond een pro-actief beleid ontwikkelen? Hoe kunnen we de migratie managen en sturen, hoe kunnen we de arbeidsmarkt toch stabiel houden, …? Hoe kunnen migratie en vergrijzing in evenwicht gebracht worden?

Het probleem was dat er op dat moment geen minister voor Migratie was, alleen een interministeriëel comité voor het migrantenbeleid dat amper samengekomen is.

Het verzet tegen migratie in veel Europese landen is niet alleen ingegeven door sociaal-economische zorgen, maar is ook “cultureel”: mensen vrezen dat hun geschiedenis, hun culturele identiteit, hun zelfbeeld verloren gaat.

Johan Wets: Dat is inderdaad belangrijk, al was het maar omdat ‘als een situatie als reëel ervaren wordt, deze situatie reëel is in de consequenties ervan’, zoals het zogenaamde Thomas theorema stelt. Met andere woorden: ongeacht of het waar is dat mensen hun culturele identiteit verliezen, is het in elk geval een feit dat ze omwille van die vrees in de realiteit nieuwkomers –of mensen die hier al generaties zijn, maar nog steeds gezien worden als “anderen”- afwijzen.

De rol van politici en middenveldorganisaties is cruciaal

Op dat moment wordt de rol van politici en middenveldorganisaties cruciaal. Zij moeten ervoor zorgen dat iedereen het gevoel heeft hier “thuis” te zijn. Het probleem is dat het theorema ook andersom werkt: de perceptie bij allochtonen dat ze er niet bij horen, dat ze uitgesloten en gediscrimineerd worden, is ook waar op dezelfde manier: door de houding en het handelen die voortkomen uit die perceptie.

© Toon Lambrechts

“Huisvesting” van asielzoekers die vanuit Calais naar Groot-Brittannië willen geraken

© Toon Lambrechts

Speelt de politiek zijn rol in dit verhaal?

Ik heb nog nooit een studie gezien waarin de migratie-effecten van het verwijderen van dictators of autoritaire regimes ingeschat wordt.

Johan Wets: We hebben geen geïntegreerd of coherent beleid. Weten we welk effect ons landbouw-subsidiebeleid heeft op migratie? En houden we daar rekening mee? Tussen haakjes: het jaarbudget van UNHCR is minder dan het maandbudget van het Europese landbouwbeleid.

Ik heb ook nooit een studie gezien waarin de migratie-effecten van het verwijderen van dictators of autoritaire regimes ingeschat wordt. Saddam Hoessein moest weg, Khaddafi moest weg, maar welke effecten ging dat hebben? Daarover is gewoon niet nagedacht.

Stel even dat we wél een migratiebeleid gehad hadden. Zou dat een verschil maken in de situatie van vandaag, met die plotse, grote groepen oorlogsvluchtelingen die in West-Europa willen geraken?

Johan Wets: Niet op de oorzaken, dat is duidelijk. Maar wel in de manier waarop we zo een crisis zouden benaderen en hoe we de betrokken mensen een plaats zouden geven. We zouden niet op het ritme van politieke en mediatieke paniek moeten handelen, we zouden integendeel ervaring hebben met ordentelijke migratie.

We zouden nieuwkomers minder zien als bedreiging, maar eerder als noodzakelijke vernieuwers

We zouden nieuwkomers minder zien als bedreiging en als mensen die onze wetten breken, maar eerder als noodzakelijke vernieuwers in het kader van vergrijzing. We zouden ook in het publieke debat geleerd hebben om migratie –waarin onze vraag en hun aanbod op elkaar afgestemd worden- te onderscheiden van asielprocedures en humanitaire bescherming. Dat soort onderscheid wordt vandaag door politici noch media correct gemaakt, laat staan dat de bevolking daar rationeel mee leert omgaan.

Is het onderscheid tussen economische migratie, asiel en humanitaire nood zo scherp te trekken?

Johan Wets: Neen. Stel dat we allebei in een autoritair Afrikaans land leven waar onder druk van IMF en Wereldbank de staat alle sociale taken afstoot. We vinden allebei dat dit niet kan. Jij bent moedig en gaat op de barricaden staan, ik ben wat burgerlijker en hou mijn mond. Jij krijgt te maken met repressie, gevangenis, staatsgeweld. Ik niet.

Jij vreest voor je leven en besluit te vluchten met vrouw en kinderen. Ik bekijk het vanaf de zijlijn en concludeer dat er in zo een land geen enkele toekomst is voor mij of mijn kinderen en besluit de overtocht naar Europa te wagen. Jij maakt kans op erkenning als vluchteling, ik niet. Is het verschil zo groot?

Kan België nog een apart migratiebeleid opzetten of moet het noodzakelijk om een Europees beleid gaan? En waarom faalt de EU dan zo dramatisch in het formuleren van een gezamenlijk en effectief migratiebeleid?

Johan Wets: Op de eerste plaats omdat elke staat zeggenschap wil houden over wie er deel mag komen uitmaken van de bevolking, en onder welke voorwaarden. Merkel en Hollande pleiten nu alvast voor één asielsysteem, met dezelfde criteria in alle landen. Het migratiebeleid is intussen ook al deel geworden van de beleidsdomeinen waarop ook de Europese Commissie initiatieven te nemen.

Misschien is nu een goed moment om daarin verder te gaan, omdat er tegelijk een grote crisis is én er niet meteen verkiezingen op de agenda van de grote landen staan.

Bart De Wever wil dat de gezamenlijke Europese aanpak gericht is op het tegenhouden van vluchtelingen aan de buitengrenzen van de EU, anders moeten er opnieuw grenscontroles binnen de Schengenzone komen.

Johan Wets: Wat nu noodzakelijk is, is een Europees beleid gebaseerd op een Europese solidariteit, iets waar de zuidelijke landen van de EU al ruim een decennium om vragen. Een verassend effect van de huidige ‘migratiecrisis’ is dat die vraag nu ondersteund wordt door een aantal meer noordelijke EU landen.

De resultaten van strengere grenscontroles zijn bijna tegengesteld aan de doelstellingen

In hoeverre heringevoerde grenscontroles een impact kunnen hebben op de instroom is onduidelijk. Douglas Massey heeft bestudeerd wat de effecten zijn het strengere beleid aan de zuidelijke grens van de Verenigde Staten.  Het doel van het strengere beleid was om de vooral illegale grensoverschrijdingen tegen te gaan.

De resultaten van het nieuwe beleid zijn bijna tegengesteld aan de doelstellingen.  De illegale migratie gaat gewoon verder, de mensen zijn verplicht om meer te betalen aan de ‘coyotes’ en blijven dus langer en omdat ze langer blijven loont het ook de moeite om dieper het land in te trekken.

De situatie is natuurlijk sterk verschillend, maar strengere grenscontroles hebben vooral als gevolg dat de aard van de migratiestromen wijzigt en minder dat de aantallen afnemen. Voor er beslist wordt om Schengen overboord te gooien, zou ik willen adviseren om grondig alle mogelijke bedoelde én onbedoelde effecten te bestuderen.

Mankeren we niet op de eerste plaats nieuwe en grote ideeën over hoe gemeenschap kan gedacht en opgebouwd worden in een wereld waarin migratie sowieso deel uitmaakt van de realiteit? Vandaag zitten we geklemd tussen het exclusieve denken van nationalisme en het individualisme van de postmoderne multiculturalisten.

Uiteindelijk draait de hele vraag rond wat de Engelsen een sense of belonging noemen

Johan Wets: Dat klopt, en dat gebrek aan visie toont zich in het ontbreken van beleid. Traditionele immigratielanden zoals Canada, Nieuw-Zeeland, Australië en de Verenigde Staten hebben wél een verhaal over samenhorigheid en toebehoren.

Gecombineerd met de sturing van de migratie door het land van aankomst, leidt dat tot een multiculturele realiteit die migranten niet opsluit in minderwaardige (zelf)beelden, maar veel meer status verleent aan de nieuwkomers en hun nageslacht.

Uiteindelijk draait de hele vraag rond wat de Engelsen een sense of belonging noemen: heeft iedereen het gevoel deel te zijn van een grotere gemeenschap, van een staat, een stad, een groep die toekomst maakt?

Waar gaat dit naartoe?

Johan Wets: Ik zie grosso modo twee scenario’s. Ofwel veranderen we niets aan de wereldverhoudingen van vandaag, en laten we de ongelijkheid en onmacht in het Zuiden bestaan. Dan zal de migratie nog verder toenemen.

Ofwel zorgen we ervoor dat de ongelijkheid en het internationaal onrecht verminderd worden en dat een toekomst opbouwen in eigen land opnieuw een rationele keuze wordt. Maar de “opbrengst” van die tweede, verkiesbare, optie zal pas over een generatie tastbaar worden. Op korte termijn zal ook in dit geval de migratie blijven toenemen.

U ziet twee opties: meer migratie of nog meer migratie. Een derde mogelijkheid is: meer controle en repressie om migranten af te schrikken, al leidt dat spoor wellicht naar een politiestaat?

Johan Wets: Er zijn inderdaad steeds meer mensen die het opgeven van mensenrechten en democratie als een verdedigbare optie zien. Umberto Bossi van de Italiaanse Lega Norte zei al een jaar of tien geleden dat er zo veel migranten in zijn regio toekwamen, dat moest overwogen worden om op hen te schieten, om hen af te schrikken. Dat is schokkend, al is het goede nieuws dat de man zichzelf en zijn partij daardoor gemarginaliseerd heeft.