George W. Bush werd aangekondigd als een president met een isolationistische visie en Barack Obama zou het voluntaristische ingrijpen van zijn voorganger beëindigen. Beide presidenten toonden dat de Amerikaanse interventiepolitiek sterker is dan de intenties van de verkozen president. MO* sprak daarover met Joseph S. Nye, jr., de vooraanstaande politieke wetenschapper van de Harvard Kennedy School of Government, die wereldfaam kreeg met zijn concept 'soft power'.
Joseph Nye heeft net een nieuw boek uit: Is the American Century Over?
Daarin onderzoekt Nye op welke manier en sinds wanneer de Verenigde Staten de dominante wereldmacht werden, wie de uitdagers zijn en of ze op korte termijn de positie van de VS kunnen of willen bedreigen.
Dat laatste is niet echt het geval, besluit de auteur.
‘Mijn inschatting is dat een toekomstscenario waarin een nieuwe uitdager zoals Europa, Rusland, India, Brazilië of China machtiger wordt dan de Verenigde Staten en dus een einde maakt aan de Amerikaanse centraliteit in de mondiale machtsbalans, niet onmogelijk is, maar wel zeer onwaarschijnlijk.’
Toch zorgde de financiële crisis van 2008, die in de VS ontstond, voor een verschuiving van G7 naar G20. Verwacht u niet dat de opkomende landen een volgende crisis zullen aangrijpen om nog meer macht naar zich toe te halen?
Joseph Nye: ‘Opkomende landen zullen doorgaan met hun zoektocht naar bijkomende netwerken en instellingen, zoals ook duidelijk werd met de oprichting van de BRICS bank. Maar die zijn eerder aanvullend aan dan vervangend voor de Bretton Woods instellingen [IMF, Wereldbank en WTO]. China en andere landen profiteren immers van die instellingen en willen ze daarom liever hervormen dan omvergooien.’
‘Opkomende landen zullen doorgaan met hun zoektocht naar bijkomende netwerken en instellingen, zoals ook duidelijk werd met de oprichting van de BRICS bank.’
‘Bij een eventuele nieuwe financiële crisis kan de toestand inderdaad op de spits gedreven worden, maar de bestaande onderlinge afhankelijkheid zal dat toch temperen. De G20 was nuttig tijden de financiële crisis van 2008, maar uiteindelijk was de rol van de Federal Reserve in het organiseren van currency swaps doorslaggevender. Het is helemaal niet duidelijk of China zich in een positie bevindt om dat ook te doen.’
De neergang van een wereldmacht heeft echter niet alleen te maken met het opkomen van concurrenten elders. Het kan ook te maken hebben met intern verval, zoals dat met het Romeinse Rijk gebeurde. Ook op dat vlak ziet Nye wel een heleboel uitdagingen –van de toenemende ongelijkheid tot de bittere politieke impasse in Washington– maar geen tekenen van echte maatschappelijke implosie.
De conclusie is dan ook dat ‘de Amerikaanse eeuw nog zeker enkele decennia zal verdergaan’.
‘De berichten over mijn dood zijn zwaar overdreven’, zei de Amerikaanse schrijver Mark Twain –van Tom Sawyer en Huckleberry Fin– tweehonderd jaar geleden. Dat citaat vat de visie van Joseph Nye over de mogelijke neergang van het Amerikaanse Rijk goed samen.
Interventies zorgen voor bittere verontwaardiging
In het laatste hoofdstuk van het boek gaat Nye in op de discussies over de interventies van de Verenigde Staten in andere landen en regio’s. Het is een debat dat al heel ver teruggaat in de Amerikaanse geschiedenis en dat altijd gebalanceerd heeft tussen isolationisme –waarbij de overtuiging geldt dat elk land zijn eigen boontjes moet doppen– en moralisme –waarbij men uitgaat van de morele opdracht om Amerikaanse waarden zoals vrijheid, democratie en vrijhandel uit te dragen over de hele wereld.
‘Amerika gaat niet naar het buitenland om monsters te zoeken om te verdelgen’ (John Quincy Adams, president van 1825 tot 1829)
Nye citeert bijvoorbeeld John Quincy Adams, president van 1825 tot 1829: ‘Amerika gaat niet naar het buitenland om monsters te zoeken om te verdelgen’, omdat dat ertoe zou leiden dat de toen nog jonge staat verstrengeld zou geraken in ‘allerlei oorlogen van belangen en intriges, van persoonlijke hebzucht en ambitie’.
Nye verwijst naar de actuele toestand in Syrië, en met name de opkomst van ISIS, om te stellen dat ‘een of andere vorm van interventie nodig kan zijn’. Maar, voegt hij daar in dezelfde zin aan toe, ‘de Verenigde Staten moet zich niet inlaten met invasie of bezetting. In een tijdperk van nationalisme en van sociaal gemobiliseerde bevolkingen, kan een buitenlandse bezetting niet anders dan bittere verontwaardiging voortbrengen.’
Nye suggereert dat buitenlandse militaire interventies ingaan tegen de oorspronkelijke inzichten van de politiek in de Verenigde Staten. Tegelijk vermeldt hij dat er vandaag zo’n 240.000 Amerikaanse militairen gestationeerd zijn in tientallen landen.
Moet een land dat de wereld wil domineren noodzakelijk zorgen voor een permanente militaire aanwezigheid in het buitenland, ongeacht het politieke discours en de kosten voor de schatkist?
‘Interventies om landen te controleren zoals die in Irak zullen te duur worden.’
Joseph Nye: ‘Het is belangrijk een onderscheid te blijven maken tussen internationale interventie door uitgezonden troepen, zoals de soldaten die Irak binnenvielen, en het stationeren van vooruitgeschoven militairen met de bedoeling ontradend te werken en de machtsevenwichten in een regio te verzekeren. In Oost-Azië stationeren de VS bijvoorbeeld ongeveer 50.000 soldaten in of nabij Japan. Die zijn welkom genoeg opdat de Japanse overheid bereid zou zijn om een groot deel van de kosten daarvan te dragen.’
‘Voor de toekomst gaat de discussie minder over het stationeren van troepen in het buitenland, maar eerder over welke rol zij zullen of moeten spelen. Het antwoord op die vraag zal afhangen van de specifieke regio. Interventies om landen te controleren zoals die in Irak zullen te duur worden, zoals we al gezien hebben. De troepen in Japan daarentegen kosten bijzonder weinig.’
Worden de Amerikaanse soldaten overal –en door zowel overheden als bevolkingen– gezien als noodzakelijk voor de goede orde in de regio? Of groeit op een aantal plaatsen het gevoel dat die vooruitgeschoven Amerikaanse basissen een sluipende vorm van controle en dus interventie vormen?
Joseph Nye: ‘Die vooruitgeschoven troepen zijn ook welkom in Europa. En in Korea, waar de overheid ook een deel van de factuur voor haar rekening neemt.’
Netwerken en allianties
‘De duur van de Amerikaanse Eeuw is afhankelijk van een set allianties en het belang daarvan zal in de nieuwe context van de wereldpolitiek alleen maar toenemen’, schrijft Nye in zijn conclusies. Elders luidt het: ‘Allianties en informele netwerken zijn voordelen, terwijl kolonies een blok aan het been vormen.’ Hij vermeldt daarbij niet dat de Navo de belangrijkste alliantie was tijdens de Koude Oorlog, noch dat die alliantie de VS ook in staat stelden om de terugkeer van Europa na de Tweede Wereldoorlog zo te sturen dat de EU geen militaire concurrent werd.
‘Misschien heeft Poetin de Navo wel gered van zijn eigen overbodigheid?’
Hoe belangrijk is de Navo voor de behoefte van de VS om hun economische voorsprong en soft power blijvend te vertalen in reële macht?
Joseph Nye: ‘Heel wat waarnemers waren ervan overtuigd dat de Navo zou verdwijnen na het einde van Koude Oorlog. Maar in de jaren negentig maakte ook de slogan ‘Out of area or out of business’ opgang: ofwel moest de Navo actief worden buiten de landsgrenzen van zijn lidstaten, ofwel was er geen toekomst meer voor de Atlantische militaire alliantie. Dat verklaart de inzet van de Navo in Afghanistan.’
‘De twijfels over de toekomst en de noodzaak van de Navo doken opnieuw op bij het afronden van de opronden van de operatie in Afghanistan. Tot Poetin zich vergreep aan Oekraïne. Op de Navo-top in Wales vorig jaar werden een aantal afspraken gemaakt om de alliantie te versterken voor de toekomst. Misschien heeft Poetin de Navo wel gered van zijn eigen overbodigheid?’
‘Amerika moet inzien dat je een nationalistisch opgewonden volk niet kan controleren en dat interventies de zaak van kwaad naar erger doen gaan.’
World Economic Forum (CC BY-NC-SA 2.0)
Bemoei je met je eigen zaken
‘Welke scenario’s zouden toch een snelle afbrokkeling van de Amerikaanse overmacht kunnen leiden’, vraagt Nye zich af. ‘De VS zouden te angstig kunnen worden en overreageren op terroristische aanslagen door zich naar binnen te keren en zich daardoor af te sluiten van de kracht die ze putten uit hun openheid. Of ze zouden kunnen overreageren door teveel [buitenlandse] engagementen aan te gaan, waardoor bloed en geld verspild wordt, zoals in Vietnam en Irak gebeurde.’
52 procent van de Amerikanen vindt dat ‘de Verenigde Staten zich internationaal met hun eigen zaken moeten bezighouden’.
Nye vermeldt de invasie en bezetting van Irak meer dan eens als een te verregaande inzet, die ook serieuze schade berokkend heeft aan de Amerikaanse soft power –al voegt hij daar wel aan toe dat die schade nog beperkt blijft omdat de Amerikaanse soft power vooral voortgebracht wordt door het middenveld en de creatieve industrie.
De auteur is veel minder duidelijk als het over de interventie in Afghanistan gaat, en de westerse tussenkomsten in Libië en Mali komen niet ter sprake –wellicht omdat de VS daarin geen leidende rol speelden.
Uit een recent opinie-onderzoek van het Pew Research Center blijkt dat 52 procent van de Amerikanen vindt dat ‘de Verenigde Staten zich internationaal met hun eigen zaken moeten bezighouden’.
Het is de eerste keer, schrijft Nye, sinds deze vraag in 1964 aan het publiek voorgelegd werd, dat meer dan de helft van de respondenten internationale tussenkomsten afwijst.
Toch gelooft Nye niet dat er sprake is van een nieuw isolationisme in de Verenigde Staten. Bovendien wijst hij er op dat het isolationisme van de negentiende eeuw helemaal niet betekende dat er niet geïntervenieerd werd in de buurlanden.
Zal de opkomst van de jihadistische bewegingen in het Midden-Oosten, Zuid-Azië en Noord-Afrika de houding van de Amerikaanse publieke opinie verder in de richting van isolement duwen of net leiden tot meer “noodzakelijke oorlogen”, zelfs indien het Amerikaanse grondgebied zelf niet onder vuur ligt?
‘Amerika moet inzien dat je een nationalistisch opgewonden volk niet kan controleren en dat interventies de zaak van kwaad naar erger doen gaan.’
Joseph Nye: ‘Een van de kernvragen die ik in het laatste hoofdstuk van het boek aansnijd, is het onderscheid dat gemaakt moet worden tussen de verschillende regio’s, contexten en types van interventies. Wat het Midden-Oosten betreft, is het voor mij duidelijk dat deze regio diep gewortelde revoluties van onderuit doormaakt, die door geen enkele externe macht gecontroleerd kunnen worden. Dit is vergelijkbaar met Europa na de Franse Revolutie.’
‘Toen duurde het ook 25 jaar eer er opnieuw een vorm van stabiliteit gebracht werd door het Congres van Wenen. De tussentijdse interventies van buitenlandse machten zoals Rusland, Oostenrijk en Pruisen maakten de problemen groter in plaats van ze op te lossen. Amerika zal zich ook moeten bewust worden van het feit dat je een nationalistisch opgewonden volk niet kan controleren en dat interventies de zaak van kwaad naar erger doen gaan.’
‘Eisenhower begreep dat toen hij in 1954 weigerde om tussen te komen in Vietnam om de Fransen te redden in Dien Bien Phu. En voor een goed begrip: Eisenhower was geen isolationist.’
Staat Amerikaanse soft power onder druk?
De echte machtsverschuiving die vandaag plaatsvindt, schrijft Joseph Nye, is er niet een van de huidige mondiale supermacht naar de volgende, maar eerder een verschuiving van een centrale machtsstructuur naar een wereld van diffuse macht en netwerken van macht. En in de belangrijkste netwerken op wereldschaal wordt de centraliteit van de Verenigde Staten vandaag nog niet ernstig in vraag gesteld, integendeel: ze wordt in hedendaagse vormen en verhoudingen gereproduceerd.
De opvallende veerkracht van de Amerikaanse macht schrijft Nye toe aan een juiste combinatie van financiële mogelijkheden, soft power en de reële mogelijkheid om ook hard power in te zetten. De blijvende aantrekkingskracht van de VS op wereldschaal stelt Nye onder andere vast in het succes van de culturele producties, de bewondering voor de democratische politieke instellingen en de ambitie van miljoenen mensen om naar de VS te migreren.
De vaststellingen op zich zijn zeker terecht, maar of ze telkens ook zorgen voor het vergroten van de soft power van de VS als natie, lijkt me minder vanzelfsprekend. Het is niet omdat de meerderheid van de mensen in het Midden-Oosten verlangen naar democratie dat ze dat meteen ook zien als een instelling die wezenlijk met de VS verbonden is. De tekorten aan de manier waarop media, democratie, vrije markt en onderwijs in de VS vormgegeven worden zijn vaak even gekend als de goede voorbeelden.
Zou het kunnen dat in een wereld van diffuse en genetwerkte macht de aantrekkingskracht van een staat veel minder gebonden is aan de realisaties van zijn bedrijven, organisaties en individuen?
Joseph Nye: ‘De Verenigde Staten zijn meestal beter dan andere landen in het gebruiken van netwerken in contexten van diffuse macht, maar ook zij moeten rekening houden met de omstandigheden in eigen land en in het buitenland.’
‘In de jaren zeventig verloren de VS veel soft power in de wereld door de oorlog in Vietnam. Hetzelfde gebeurde na de invasie van Irak.’
‘Aantrekkingskracht is op de eerste plaats afhankelijk van de blik van de toeschouwer. Ze is als schoonheid: beauty is in the eye of the beholder. In sommige regio’s zal je de Amerikaanse soft power zien toenemen, in andere neemt ze af. En soft power is geen rechte lijn, ze kan stijgen en dalen en weer stijgen. In de jaren zeventig verloren de VS veel soft power in de wereld door de oorlog in Vietnam. Hetzelfde gebeurde na de invasie van Irak.’
‘De toekomst van de Amerikaanse soft power zal ook afhangen van de mate waarin de eigen waarden waargemaakt worden in eigen land. Ook de vraag of de VS er in slagen publieke goederen [zoals veiligheid, financiële stabiliteit of klimaatafspraken] voort te brengen, speelt een centrale rol. En daarbij is het belangrijk dat andere landen die publieke goederen als legitiem en relevant beschouwen.’
De kwetsbare voorsprong op het internet
Een van de bepalende trends voor de verschuiving van de macht op wereldschaal is de internet- en communicatierevolutie, zegt Joseph Nye. Er vindt meer bepaald een strijd plaats tussen krachten die deze nieuwe technologieën en mogelijkheden willen gebruiken om de bevolking te controleren en krachten die dezelfde technologieën en infrastructuren willen inzetten om macht net te decentraliseren en te verspreiden. Om die autoritaire tendens te concretiseren, verwijst Nye enkel naar de usual suspects zoals Iran, China en Saoedi-Arabië.
Zou u niet meer aandacht moeten hebben voor het misbruik dat uw eigen overheid van de communicatietechnologieën en –infrastructuren maakt? Want de onthullingen door Edward Snowden hebben de soft power van de VS misschien wel evenveel schade toegebracht als de invasies van het voorbije decennium.
‘De schade van de onthullingen door Snowden was in sommige landen groter dan in andere.’
Joseph Nye: ‘De schade van de onthullingen door Snowden was in sommige landen groter dan in andere. Kijk maar naar het de verschillende reacties in Duitsland en Frankrijk. Inlichtingenwerk is noodzakelijk voor de veiligheid, maar de sleutelvraag is welke wettelijke en parlementaire restricties er bestaan om dat inlichtingenwerk in een democratie te controleren.’
‘In de nasleep van de Snowden-affaire heeft er een zeer openbaar debat plaatsgevonden over maatregelen om de rechterlijke en de parlementaire controle te versterken te versterken, zodat er een beter evenwicht zou ontstaan tussen de vragen van burgers naar zowel veiligheid als privacy. Dat soort debatten en praktijken komen niet voor in de autoritaire staten.’
47 Republikeinse afgevaardigden schreven onlangs een brief aan de Iraanse leiders om een mogelijk akkoord over kernenergie preventief te torpederen. Dat lijkt te wijzen op een finale afbrokkeling van politieke instellingen die cruciaal zijn voor de Amerikaanse machtspositie?
Joseph Nye: ‘Dat denk ik niet. Dit is een alleenstaand incident. En trouwens, de problemen die Eisenhower had met McCarthy in de Senaat beschadigden de Amerikaanse positie een stuk meer. In een artikel op Quartz schrijft Steve LeVine dat “George Washington in zijn tijd uitgescholden werden voor seniel door zijn tegenstanders –de voorlopers van de huidige Democraten, die toen Republikeinen genoemd werden… Door Washington een verrader te noemen, probeerden de Republikeinen onder leiding van Thomas Jefferson een verdrag dat hij met de Britten onderhandeld had te ondermijnen.”
Is the American Century Over? door Joseph S. Nye, Jr, 146 pagina’s, Polity Books, ISBN 9780745690070.
Dit artikel verscheen eerder op 16 maart 2015 en werd opnieuw gepubliceerd als onderdeel van de MO* Must Reads zomerreeks.