Koen Vanmechelen: ‘De natuur herstellen is nodig als mensen zichzelf willen redden’

Interview

Koen Vanmechelen: ‘De natuur herstellen is nodig als mensen zichzelf willen redden’

Koen Vanmechelen: ‘De natuur herstellen is nodig als mensen zichzelf willen redden’
Koen Vanmechelen: ‘De natuur herstellen is nodig als mensen zichzelf willen redden’

De kip van Koen Vanmechelen is wereldberoemd. En hij wordt als kunstenaar vaak vereenzelvigd met het Kosmopolitische Kip-project dat nu al dertig jaar loopt. Toch heeft hij een veel rijker oeuvre, dat telkens wel vragen stelt over diversiteit, identiteit en het herstellen van vrijheid en evenwicht.

(c) photo by Mine Dalemans

Evolution of a Hybrid

(c) photo by Mine Dalemans​

We zitten aan een grote tafel in het fonkelnieuwe en nauwelijks afgewerkte gebouw dat Koen Vanmechelen liet bouwen op de site van de voormalige Zoo van Zwartberg. Het indrukwekkende ontwerp is van de Zwitserse architect Mario Botta. LABIOMISTA heet de site nu: een zelf in elkaar geknutseld woord dat zo veel betekent als het leven dat gemengd, gekruist en divers wordt . Dat thema staat centraal in het werk van Vanmechelen, en dus ook in het lange gesprek dat we hebben terwijl medewerkers onder ons grote werken aanslepen en installeren. LABIOMISTA gaat in de zomer van volgend jaar open voor publiek, en er is nog veel werk aan die winkel.

Wie de website van Koen Vanmechelen opent, ziet meteen dat de kunstenaar en zijn voonaamste werk -het Cosmopolitan Chicken Project- twee kanten van eenzelfde realiteit zijn: een half gelaat van Koen, een halve kop van de kip. ‘Ik ben al vanaf mijn vijf jaar bezig met het kruisen van kippen’, zegt Vanmechelen. Eerst kreeg hij kippen van zijn ouders, daarna van een oom een broedkast. Niet dat hij opgroeide op een Limburgse boerderij: zijn vader was kunstenaar-filosoof, zijn moeder modeontwerpster. De interesse in kippen, broeden en kweken kreeg later zijn neerslag in kennis die inzicht werd, en inzicht dat vertaald werd artistieke vraagstelling.

Leven is in zekere zin toeval, een mooi ongeluk.

‘Ik leerde hoe de ontwikkeling van ei naar kuiken verliep. Hoe tweederde van het ei kuiken werd en een derde lucht bleef. Hoe het kuiken de luchtkamer moet doorprikken en daardoor de schaal breken. En als dat op de juiste manier, op het juiste moment gebeurt, wordt het kuiken geboren. Leven is dus in zekere zin toeval, een mooi ongeluk. De moederkloek weet dat perfect te regelen, maar wanneer de mens dat kunstmatig gaat nabootsen of manipuleren, is dat veel minder evident.’

‘Op mijn dertiende begon ik me af te vragen waarom we een dier, dat we graag zagen, opsloten in een hok. Dat was een verre aanzet van de vraagstelling over domesticatie die me vandaag bezighoudt. Hoe bepaal en verdeel je ruimtes? Op welke manier leven we samen, en wanneer geef je dat op? Dan ben ik houten beelden beginnen maken van kippen of kipachtige wezens met hun eigen hok op hun rug. Zoals meestal begrijp ik mijn eigen vragen pas echt door mijn eigen werk te bekijken. Die houten sculpturen vertelden me dat ik met de spanning gevangenis-vrijheid bezig was. En dat dilemma duikt overal op. De vrijheid die ik heb om mijn ideeën te geven in een interview worden door jou gevangen in een tekst. De inzichten en de vragen van een kunstenaar worden in vrijheid uitgedrukt, maar gevangen in creaties. Dat dilemma, dat conflict zit altijd in kunst.’

Een kip is eigenlijk altijd een kunstwerk, een culturele keuze.

‘Kippen komen uit de Himalaya, van op de grens tussen jungle en menselijke beschaving, en ze zijn van daaruit aan hun tocht over de hele wereld begonnen. Maar ze zijn gaan “migreren” op basis van de culturele ingrepen van de mens. Want die heeft zich kippen gekweekt naar het beeld van zijn behoeften. In Frankrijk werd een Poulet de Bresse gecreëerd met een rode kop, een wit lijf, blauwe poten. Chinezen kweken een zijdekip, Duitsers een Dresdner om het einde van de Wereldoorlog te gedenken, Turken een langpootkip zoals op de minaretten… Een kip is dus eigenlijk altijd een kunstwerk, een culturele keuze.
En dus zit je meteen met een conflict tussen de kortetermijnsuccessen van de monocultuur en onvermijdelijke degeneratie die daarmee samenhangt, en de verrijking die kruising en vermenging van genetisch materiaal met zich brengt, ook al levert dat niet per se het meest op vanuit economisch perspectief.

(c) Photo by Stoffel Hias

Inside view LABIOMISTA – Studio Koen Vanmechelen, designed by Mario Botta (CH)

(c) Photo by Stoffel Hias​

Meer dan kunst
Koen Vanmechelen: ‘We werken vanuit LABIOMISTA niet alleen artistieke producties, maar we onderbouwen die door het werk van wetenschappelijke stichtingen én we vertalen dat alles in reële ontwikkeling via een vijftal boerderijen, waaronder in Zimbabwe, Detroit en Addis Abeba. Maar de boerderijen ontstaan uit tentoonstellingen, omdat we zo de filosofie kunnen uitdragen en inbedden. We werken daarvoor ook samen met ngo’s, in Zimbabwe bijvoorbeeld met The Future of Hope, de ngo van Chido Govera.

Ik zette in de National Gallery van Harare, Zimbabwe, een Planetary Community Chicken project op, samen met vrouwen en weeskinderen uit de gemeenschappen. Dat is een duidelijk signaal, met name in een autoritair bestel als Zimbabwe, want je bevestigt ondubbelzinnig dat de lokale gemeenschap essentieel is om te overleven in de toekomst.

Het International Livestock Research Institute zag meteen de concrete mogelijkheden van dit verhaal, en daarom zijn we samen aan de slag gegaan om in Addis Abeba kippenboerderijen op te zetten die voor de lokale gemeenschappen dieren beschikbaar maken die diversiteit, fertiliteit, immuniteit en productiviteit combineren.’

Mijn eerste echte werk dat die vraag centraal stelde, stond in Watou, op de grens tussen Frankrijk en België, en betrof een kruising tussen een Poulet de Bresse en een Mechelse Koekoek. Meteen bleek dat uit die kruising een nest ontstond van allemaal verschillende kuikens: de beperking werd opengebroken tot een veelheid van mogelijkheden. De uitkomst van het experiment toonde ook dat kruising een verhoging van fertiliteit en immuniteit opleverde. Dertig jaar van volgehouden kruisingen zorgden er intussen voor dat de Cosmopolitan Chicken nu 13 miljoen dna heeft, tegenover 4 miljoen voor een industriële kip. De levensmogelijkheden worden dus exponentiëel groter door volgehouden kruising.’

Je gebruikt de biologische metafoor van kruising en genetische verrijking om vragen te stellen over identiteit en diversiteit. Maar is dat geen gevaarlijke metafoor? Er zijn namelijk heel wat natuurliefhebbers die als de dood zijn voor de invasie van exoten of uitheemse soorten. Kan de biologische metafoor ook niet net tégen de kracht van diversiteit ingezet worden?

Koen Vanmechelen: Ik beperk me daarom net niet tot biologische metaforen, maar kijk naar kippen als een cultureel-biologisch gegeven, dat door menselijke keuzes vormgegeven wordt. Het gaat niet over wilde dieren of wilde natuur, maar om cultuur. Het feit dat dertig jaar werken aan het Cosmopolitan Chicken project een verdrievoudiging van dnamateriaal oplevert, toont ook aan dat een artistieke aanpak vrijheden en keuzemogelijkheden produceert.

Je ziet die lijn natuur-cultuur-economie vaak terugkomen, en ze leidt heel vaak tot de vraag vanaf wanneer menselijk gebruik van natuur overgaat in misbruik

In eerste instantie heeft de mens de wilde kip in bewegingsruimte beperkt, waardoor het dier zijn gedrag veranderde. De monogame haan werd polygaam, de kip die 12 eieren per jaar legde, ging er elke dag een leggen. Je ziet die lijn natuur-cultuur-economie vaak terugkomen, en ze leidt heel vaak tot de vraag vanaf wanneer menselijk gebruik van natuur overgaat in misbruik.

Dat confronteert ons ook met de vraag wanneer en hoe de natuur op haar beurt reageert om het verstoorde evenwicht te herstellen. Je mag het misschien niet de wraak van de planeet noemen, maar we zitten wel midden een periode van terugslag en dus van herstellend evenwicht. Mijn werk stelt die fundamentele vraag: waar ligt de grens van het menselijke handelen, en wanneer overschrijden we die?

(c) Eliza Deacon

Mkataba y Arusha, Masai, Tanzania, 2014 Library of Collected Knowledge - Arena de Evolución

(c) Eliza Deacon​

Herstel als centraal idee

Koen Vanmechelen is in zijn artistieke werk voortdurend op zoek naar manieren om verstoord evenwicht te herstellen. Maar Labiomista, het nieuwe gebouw in het park van de vroegere Zoo van Zwartberg, is zelf een zware ingreep in de natuur en de omgeving. Hoe gaat hij dat herstellen?

Koen Vanmechelen: Je hebt gelijk: dit is nu een verwonde plaats. Ze werd vroeger al eens opengetrokken voor de ontginning van steenkool. Zelfs als daarna alles toegelegd en toegedekt werd, blijft de wonde. Het herstel zit volgens mij in de erkenning van de unieke liging van het park en dus ook het gebouw. Het park ligt tussen de villa’s, de gemeenschappen, de industrie, de landbouw en een natuurpark. Dat gaf zin aan de missie van Labiomista: een langzame overgang creëren tussen industrie en beschermde natuur.
Deze locatie voorkomt ook dat het gesprek over de kunst enkel gevoerd wordt door mensen die hun inkomen halen uit het praten over kunst. Het zijn de gemeenschappen zelf die over kunst en haar impact op hun leven moeten discussiëren.
Vanuit de stichtingen, die zullen werken vanuit de villa van de vroegere mijndirecteur, zijn we ook bezig met het voorbereiden van Survival of the Others conferenties. Niet het overleven van de sterksten of de best aangepaste, maar van de anderen, dat is wat ons bezighoudt. Dat is onze manier om te werken aan het herstel van de wonde die hier geslagen is.

Vandaag is er niet alleen een terugslag vanuit de natuur die we te veel misbruikt hebben, er is ook een reactie vanuit het lokale tegen het mondiale of tegen de mondialisering zoals die heeft plaatsgevonden. Het lokale is genereus, maar werd geplunderd om het mondiale niveau te kunnen realiseren. Daardoor is dat lokale niveau verarmd achtergebleven. Ook dat onevenwicht moet hersteld worden. In mijn artistieke projecten zet ik die tegenbeweging in gang door de Cosmopolitan Chicken opnieuw te kruisen met lokale kippen, om die enorme genetische diversiteit die stilaan opgebouwd werd terug te geven aan de productiviteit van het lokale. Als er in de wereld niet gewerkt wordt aan dat herstel, dan hou je alleen de wraak van de achtergeblevene over, zoals we nu op verschillende plaatsen bezig zien.

Je hebt het vaak over verbreken en herstellen van evenwichten, maar gaat de natuur eigenlijk wel over evenwicht?

Koen Vanmechelen: Niet over evenwicht, wel over herstel. Mensen hebben daarin een dienende rol te spelen. Dat is moeilijk, omdat de mens de voorbije tweehonderd jaar een “succesverhaal” geweest is. We hebben ons massaal voortgeplant, we hebben de controle over de aarde overgenomen en we zagen onszelf als een soort die de natuur moest corrigeren. Intussen is men daar zelfs in de geneeskunde van afgestapt.

En dus is de hele noodzaak om de planeet en de natuur te redden in de eerste plaats een oproep om onszelf te redden: als de mens zich niet anders leert opstellen in het geheel, dan gaat hij op de eerste plaats zelf ten onder. Als we niet proberen te begrijpen hoe de planeet werkt en ons daarin constructief inschakelen, dan schaden we onszelf.

Dat veronderstelt een langetermijnperspectief, terwijl de economie op kwartaalbasis rekent, de politici tot aan de volgende verkiezingen kijken en ook de burgers steeds kortere termijnen hanteren.

Grote ideeën, inzichten en visies worden alleen op de lange termijn geboren.

Koen Vanmechelen: Inderdaad. Grote ideeën, inzichten en visies worden alleen op de lange termijn geboren. Pas als alle trajecten en verhalen doorlopen zijn, kom je tot echt inzicht.

Als je eigen visie zo uitdrukkelijk ecologisch is, hoe komt het dan dat je nu zo sterk inzet op mensenrechten -bij uitstek een antropocentrisch gedachtengoed?

Koen Vanmechelen: Natuur zou alvast gezien moeten worden als een mensenrecht. En natuur die uit evenwicht is, zorgt ook voor spanningen tussen mensen -we zien dat nu al waar steden of platteland onleefbaar worden als gevolg van bijvoorbeeld klimaatverandering.

Bovendien ben ik de mensenrechten gaan zien als een vorm van collectief geheugen, een beetje zoals het dna-materiaal van de Cosmopolitan Chicken. Twee jaar geleden maakte ik daarom een werk waarin ik “de boeken van de mensenrechten” -dat collectieve geheugen- combineerde met een paar kippenpoten, als een symbolische voorstelling van het feit dat culturele en biologische diversiteit samen tot de fundamentele mensenrechten behoren.

Alleen stel ik tegelijk vast dat de collectieve kennis van mensenrechten eerder een veronderstelling dan een realiteit of een praktijk is. Iedereen neemt “de mensenrechten” aan als een vanzelfsprekend deel van de menselijke beschaving, maar niemand onderwijst de mensenrechten. En dus leven we in samenlevingen waarin iedereen er een beetje het zijne of het hare van denkt. Die fragmentatie is enerzijds een uitdrukking van de vrijheid die het fundament is van de mensenrechten, maar ze bedreigt die tegelijk, want we verliezen zo de geschiedenis van dat essentiële idee en de verbinding die daardoor tussen mensen van verschillende afkomst of generaties kan ontstaan.

(c) Photo Koen Vanmechelen

Collective Memory, Marble, steel, 230 × 400 × 190 cm, Global Campus Human Rights, EIUC, Venice (IT), 2017 © Koen Vanmechelen

(c) Photo Koen Vanmechelen​

Een tweede werk in die zin plaatst boven op die boeken van kennis en geheugen een kind, het Griekse kind uit de beschaving die ons de democratie bezorgde. Het kind heeft echter de uitstraling en de blik van iemand die weet waar we met die kennis, waarop het zit, naartoe moeten. Dat beeld staat nu in Venetië, op initiatief van de Global Campus for Human Rights.

Het beeld suggereert dat er een vast corpus is: de kennis over mensenrechten bestaat als een afgerond geheel en is gebonden in lederen kaften. Het kind lijkt die kennis eerder te bewaken dan te ontwikkelen.

Koen Vanmechelen: Dat zie ik zo helemaal niet. Het kind kijkt naar de toekomst en dat is de uitbreiding van het geheugen. De boeken vormen de basis, maar het gaat over de toekomstgerichte blik van het kind. Het kind draagt toch de vernieuwing in zich.

Maar in uw beeld is het specifiek het Griekse kind, dat staat voor de Europese beschaving. Moet de toekomst niet veel diverser gedacht en onderzocht worden?

Koen Vanmechelen: Met die Griekse referentie wil ik duidelijk maken dat toekomst maken behoefte heeft aan duidelijk fundamenten in het verleden. Bovendien is het kind groter dan de toeschouwer. Dat geeft toch een heel bijzonder effect.

(c) Photo by Stoffel Hias

Installation view, La Biomista, Exo-Evolution, Globale 2015, ZKM | Zentrum für Kunst und Medientechnologie, Karlsruhe, 2015 © Koen Vanmechelen

(c) Photo by Stoffel Hias​

Enerzijds pleit je voor ecologisch herstel en menselijke nederigheid, anderzijds voor mensenrechten. Beide perspectieven komen neer op een grondige verandering van de maatschappelijke organisatie en menselijke houding. Maar hoe maakbaar is de mens eigenlijk? Moet er net als een Cosmopolitan Chicken een Cosmopolitan Man Project opgezet worden, waarin een nieuwe, kosmopolitische mens gecreëerd wordt?

De moeilijkheid is dat er voorlopig geen duidelijke parameters zijn om af te wegen welke ingrepen we voorstaan en welke we afwijzen.

Koen Vanmechelen: De vraag is niet of we willen ingrijpen op de mens, zijn lichaam en zijn kunnen. We doen dat, steeds meer. Enkele decennia geleden was de eerste harttransplantatie nog super controversieel, vandaag is het een bijna standaard en zijn we allemaal blij dat ze mogelijk is. De moeilijkheid is wel dat er voorlopig geen duidelijke parameters zijn om af te wegen welke ingrepen we voorstaan en welke we afwijzen. Er is een consensus nodig.

Hebben we die consensus op vlak van klonen en genetisch gewijzigde organismen? Als de ingrepen therapeutisch zijn, en dus gericht op het helpen van mensen in problemen, denk ik wel dat er veel draagvlak is voor dat soort maakbaarheid. Als de ingrepen reproductief zijn, is dat draagvlak er niet en zie ik zelf ook geen enkele reden om bijvoorbeeld een mens te gaan klonen. Cruciaal is dus een heel helder en goed geargumenteerd publiek debat.

Wat meestal ontbreekt. De atoombom is niet eerst voorgelegd in een referendum.

Koen Vanmechelen: Dat klopt. Maar wat belet ons om uit de geschiedenis te leren? Ik pleit in elk geval voor meer en beter maatschappelijk debat. Niet om kennis af te remmen, want dat mag je niet doen, maar wel om veel bewuster om te gaan met de toepassing van die kennis.

Je praat voortdurend in termen van herstel, herinnering, goed overwogen maatschappelijke keuzes. Maar je lijkt weinig oog te hebben voor macht en ongelijkheid, en de impact daarvan op mens en maatschappij.

Kracht is wat een maatschappij vooruithelpt, terwijl macht draait om manipulatie. Wat mij interesseert is mutatie: verandering die je niet beheerst.

Koen Vanmechelen: Ik denk dat ik zo weinig over macht spreek omdat ik daar niet mee bezig ben. Kracht wel, dat is wat een maatschappij vooruithelpt, terwijl macht draait om manipulatie. Wat mij interesseert is mutatie: verandering die je niet beheerst.

Niet dat ik blind ben voor wat er in de werkelijke wereld gebeurt, alleen kan ik me altijd heel moeilijk voorstellen waarom iemand zich macht wil toe-eigenen. Ik denk wel dat de politiek daar veel te veel mee bezig is. Daarom geloof ik ook dat niet de politiek maar cultuur de wereld zou moeten besturen -en dan bedoel ik niet kunstenaars, voor alle duidelijkheid.

Cultuur is voor mij de menselijke kracht die zich uitdrukt in zaken als mensenrechten, openbare ruimte, en ook wel kunst. Het zou beter zijn als we bestuurd zouden worden vanuit een gecentraliseerde kracht dan vanuit een gecentraliseerde macht, zoals nu.

Maar kan je cultuur wel centraliseren?

Koen Vanmechelen: Misschien niet. Misschien muteert die kracht dan wel tot macht. Maar ik ga er van uit dat mensen die in het culturele veld werken niets met macht hebben.

Dat lijkt mij een heel erg idealistische visie.

Koen Vanmechelen: Een kunstenaar redeneert vanuit het verlangen de wereld te veranderen, niet vanuit de macht de wereld te bezitten.

(c) Photo by Stoffel Hias

Cosmopolitan Stranger, Hotel de Inmigrantes, Manifesta 9, Open University of Diversity – Studio Koen Vanmechelen, Hasselt (BE), 2012

(c) Photo by Stoffel Hias​

Er zijn vele vormen van macht en die zijn niet allemaal gericht op bezit. Kunstenaars zijn juist heel erg bezig met symbolische macht: de mogelijkheid om te definiëren wat belangrijk of onbelangrijk is, wat schoonheid is of wat de ethische vragen zijn die ertoe doen, en ze willen daar zelf een centrale rol in spelen. Er zijn weinig sectoren waarin status zo cruciaal is. U zegt zelf in een van uw columns voor het Belang van Limburg dat er wel zeer veel grote ego’s rondlopen in de artistieke wereld.

Koen Vanmechelen: Dat is waar, ja. Maar als ik grote kunst zie, dan voel ik iets anders dan dat machtsstreven. Dan voel ik de innerlijke kracht, niet de kleinmenselijke kanten van de kunstenaar.

In uw eigen artistieke werk, en meer nog in de duiding die u daar zelf bij geeft, lijkt de vraagstelling belangrijker dan de vorm. Moet ethiek in de kunst zwaarder wegen dan esthetiek?

Koen Vanmechelen: In elk geval moet de visie overheersen op de techniek. Natuurlijk moet een werk technisch heel god uitgevoerd zijn, maar dan op zo’n manier dat daar de aandacht niet naartoe gaat. Je wilt geen werk maken dat alleen op zijn manier van lassen beoordeeld wordt. Je wilt een werk maken dat mensen niet onbewogen laat in hun menselijkheid omdat je als kunstenaar een idee vormgeeft dat bij de kijker verliefdheid, woede of wat dan ook teweegbrengt.

Je wilt een werk maken dat mensen niet onbewogen laat in hun menselijkheid omdat je als kunstenaar een idee vormgeeft dat bij de kijker verliefdheid, woede of wat dan ook teweegbrengt.

En omdat het over de maatschappij gaat, heb ik al heel snel stichtingen opgezet die mij toelaten om als autonome kunstenaar te werken, maar wel gevoed door de beste kennis vanuit biologie, sociologie, filosofie en andere wetenschappen over de onderwerpen die mij beroeren. Want kunstenaars moeten hun visie toetsen aan actuele kennis, in mijn geval over fertiliteit, immuniteit, diversiteit, mensenrechten…

Anderzijds moet een kunstenaar de concurrentie met de journalistiek niet aangaan, want daarvoor moet hij dan toch de duimen leggen. Uit de confrontatie van individuele inspiratie en actuele informatie moet dan iets geboren worden dat universele zeggingskracht heeft. Maar dat heb je niet zelf in handen.

Al blijft de manier waarop de individuele kunstenaar die botsing van inspiratie en maatschappij vormgeeft wel essentieel, want anders wordt het begeleidende discours belangrijker dan het kunstwerk.

Koen Vanmechelen: Uiteraard. En ik denk dat mijn werk daar op mikt. Maar voelt iedereen dat op dezelfde manier aan? Dat is de vraag, natuurlijk. Wat dat betreft is elke smaak toch anders. En dus kan schoonheid tegelijk lelijk zijn.

Photo by Stoffel Hias

Outside view, LABIOMISTA – Studio Koen Vanmechelen, designed by Mario Botta (CH)

Photo by Stoffel Hias​