Murat Belge: ‘Ik hoop dat de Turken besluiten dat democratie beter is’

Interview

Murat Belge: ‘Ik hoop dat de Turken besluiten dat democratie beter is’

Murat Belge: ‘Ik hoop dat de Turken besluiten dat democratie beter is’
Murat Belge: ‘Ik hoop dat de Turken besluiten dat democratie beter is’

‘Als ik besloten had om de Turkse president te beledigen, zou ik echt wel sterkere en meer directe woorden hebben gekozen.’ Daarmee staat de toon voor het gesprek op helder. De bekende Turkse activist, columnist en academicus Murat Belge (73) neemt geen blad voor de mond, ja, ook in het Turkije van vandaag.

Ik ontmoet Murat Belge in zijn kantoor in de Bilgi Universiteit, bekend als een progressieve hotspot, waar seculier en gelovig Turkije door dezelfde deur gaan.

Voor jonge linkse Turkse intellectuelen is Belge een ridder van het vrije woord.

Zijn open houding levert hem ook punten op in buitenlandse progressieve kringen en bezorgde hem vriendschappen met dissidente schrijvers als Orhan Pamuk en Ahmet Altan, die -tot grote internationale verontwaardiging- in september nog met zijn broer werd opgepakt.

© Tine Danckaers

Turkse publicist en mensenrechtenactivist Murat Belge

© Tine Danckaers​

Onbetrouwbare landverrader

Maar in Turkse nationalistische kringen vindt men Belge duidelijk een vervelend sujet. ‘Onbetrouwbaar.’ Met dat stempel kwam hij op een - in 2006 gelekte - lijst terecht van de Diepe Staat, een geheime parallelle structuur die banden onderhoudt met leger, magistratuur en ambtenarij.

Eerder had Belge vanuit legerhoek ook al het etiket ‘landverrader’ gekregen, nadat hij Turkse historici had uitgedaagd om op een congres over de Armeense “kwestie” de geschiedenis over de Armeense genocide te herschrijven.

Vandaag lopen nog twee staatszaken tegen hem, beide omwille van het beledigen van de hoogste leider van het land, deze keer geen militair maar een moslim. Eén die hij nog wel wilde verdedigen, toen hij met zijn AK-Partij aan de macht kwam in 2002.

AKP bood kansen

‘Ja, ik was, zeer breed bekeken en vanuit een realpolitieke kijk op de moderne Turkse geschiedenis, voor de AKP’, zegt Belge. ‘Turkije was een republiek van twee naties, twee realiteiten. Een van het seculiere stadsmodernisme en een van het volkse, religieuze Anatolië.

De AKP bood misschien een mogelijkheid om die twee realiteiten te lijmen, een einde te maken aan de autoritaire, ondemocratische en paternalistische dogma’s van het Kemalisme.’

‘Ik hoopte op een gedeeld burgerschap waar het dragen van een hoofddoek een keuzevrijheid was, geen aanval op de seculiere samenleving. Ik was tegelijk kritisch, zag de AKP verstarren maar nog tot de Gezi-protesten bleef ik achter de keuze staan om de AKP te verdedigen.’

De repressie waarmee Gezi, een breed gedragen, vreedzaam protest in 2013 dat begonnen was om het redden van een paar bomen, werd neergeslagen, trok abrupt een streep door wat restte van Belge’s sympathie voor de AKP-regering.

Het jaar dat een decennium duurde

Na Gezi ging het wat Belge betreft bergafwaarts met Turkije.
Met name sinds de verkiezingen van juni 2015 -waarbij de AKP niet de meerderheid haalde om de grondwet te wijzigen- belandde het land in een draaikolk van nieuwe verkiezingen, gruwelijke aanslagen. Het Koerdisch conflict laaide weer op, er was een poging tot staatsgreep en de daaropvolgende opgelegde noodtoestand.

De snelheid waarmee de burgerrechten in Turkije in deze periode in vrije val gingen, doet Belge duizelen. ‘Het lijkt alsof de voorbije zestien maanden tien jaar hebben geduurd.’

‘Ik ben niet getraind om tegen de samenleving te vechten’

De zogenaamde 'beste periode van Turkije' heeft Belge nooit gekend -die was voor hij geboren werd- zegt hij droogjes. De vorige coups die hij beleefde sneden minder diep dan de huidige poging tot.

‘Bij de andere staatsgrepen konden we onszelf tenminste troosten met het feit dat slechts een minderheid van de bevolking de staatsgreep steunde. Nu heeft de staatsgreep of de poging daartoe een ongeoorloofde wetteloosheid tot gevolg, en die wordt gesteund door de massa.’

En daar zit voor Belge de tristesse: ‘ik ben niet getraind om tegen de samenleving te vechten.’

Censuur van de straat

De breuklijnen in de samenleving lijken ook door de straten van Istanboel te trekken. Ik pols naar cultuurclashes in Istanboelse wijken tussen al te vooruitstrevende en conservatieve geesten. ‘Zelfs de publieke ruimte wordt gecensureerd door de eigen samenleving’, antwoordt Belge.

De voorbeelden zijn gekend. In de wijk Cihangir, tijdens en na Gezi eerder een bolwerk van anti-establishment sentimenten, werd in augustus een muziekwinkel aangevallen om het draaien van muziek en het serveren van alcohol tijdens de Ramadan.

Ook de wijk Tophane, waar zich het museum Istanbul Modern bevindt, kent steeds meer van dergelijke incidenten.

‘Mensen als ik worden meer en meer afgezonderd en in onze hoek teruggeduwd. We krijgen te horen dat we zelfs daar niet lang zullen overleven.’

Maar tegelijk nuanceert Belge: dit is niet per se een verdienste van de AKP. Cultuurclashes waren er altijd al, ‘de natie van twee realiteiten, weet je wel?’.

Belge geeft het voorbeeld van een eettent in Mardin, in Zuidoost-Turkije, waar hij in 1992 tijdens de vastenmaand overdag kebab at en raki dronk.

Een paar jaar later bezocht hij diezelfde zaak en was de raki, samen met alle andere alcoholhoudende dranken, geschrapt van de kaart. ‘Van de AKP was nog lang geen sprake. De kemalisten waren aan zet. Het ging hen om een sociale strategie: toegeven en het winnen van harten en geesten.’

Dictatuur? Nee. Dictator? Ja.

Ik stel de academicus de vraag die hem wellicht al duizenden keren is gesteld, een die hij ongetwijfeld al vaak in zijn hoofd moet hebben gekneed: vindt hij dat hij in een dictatuur leeft? Hij wikt.

‘Had je ooit al gehoord van een poging tot staatsgreep waarbij meer dan 200.000 mensen betrokken zijn?’

‘We hebben een dictator, dat is zeker. De legale structuur van een dictatuur is misschien vandaag niet aanwezig.

Voor de AKP aan de macht kwam hebben we wel twintig jaar onder de Grondwet van 12 september (de dag van de coup in 1980, nvdj) geleefd, wat gelijkstaat aan een militaire dictatuur.

Het parlementaire systeem moest destijds aangepast worden aan de eenmansregel van Generaal Kenan Evren. Vandaag zitten we halfweg tussen een parlementair en een presidentieel “systeem”.’

‘Maar zelfs dat is niet genoeg voor deze jongen. We leven nog altijd onder dezelfde vreselijke Grondwet, akkoord, maar onze huidige president past deze dingen ook in de praktijk toe.

Hij schendt de Grondwet zowat vijf keer per dag, sloopt de scheiding der machten door rectoren en rechters in zijn paleis uit te nodigen. We leven, met andere woorden, in een rechtenloze situatie, waar de wetten worden aangepast aan een leiderschap dat zegt: we zijn de facto hier, pas je aan.’

‘Heb je overigens al ooit van een poging tot staatsgreep gehoord waarbij meer dan twee-honderd-duizend mensen betrokken zijn? Dit neigt naar fascisme.’

De kapotte klok

De oppositie blijft zwak en verdeeld, zegt Belge. Met de nieuwe Turks-Koerdische conflictronde verdwenen ook de kansen van een links alternatief, dat van de HDP die met de verkiezingen in juni 2015 Koerden en progressief Turkije verenigde.

‘Noch de kemalisten, noch de linksere CHP bieden een alternatief. In Turkije is elke politieke ideologie zonder twijfel overgoten met een nationalistische saus, het hoofddoel is nationalisme. En dat geldt voor iedereen: socialisten, islamisten, liberalen, conservatieven, linksen. Vandaag is het hoofddoel het islamitische Turks nationalisme.’

‘Alle groepen weigeren te begrijpen wie de andere is. De empathie ontbreekt.’

Seculier in zijn Turkse hart en nieren heeft Belge een ambivalente relatie met religie in zijn land, thuishaven van vele islamitische medeburgers.

De communist Belge voelt de hete adem van de politieke islamisten, hekelt het gebruik van dogma’s die hij ook de kemalisten verwijt, dat wel.

‘Ik geloof niet in God. Maar ik denk dat er geen andere weg is dan via de politiek te zorgen dat er een draagvlak komt voor de vele gelovigen in onze samenleving. We hebben behoefte aan dialoog en bemiddeling, gedeeld burgerschap.’

De verschillende ideologische strekkingen zijn echter in hetzelfde bedje ziek volgens een teleurgestelde Belge. Dat geldt voor de islam van de meerderheid: het soennisme maar ook voor die van de minderheid, zoals het alevitisme.

‘Ik heb de alevieten destijds gesteund, omdat ze, toen ze aan de macht waren, veel positieve dingen deden. Maar ze blijven in hun eigen verhaal, doorbreken de impasse niet, weigeren de dialoog.’

© Faruk

‘Alle groepen vertellen hun eigen verhaal en weigeren elkaar te begrijpen.’

© Faruk​

‘Het verhaal van de gestopte klok is het verhaal van Turkije’, zegt Belge. ‘Tweemaal per dag geeft ze het juiste uur aan. Alle groepen vertellen hun eigen waarheden en weigeren te begrijpen wie de andere is. De empathie ontbreekt.’

Gülens rol in het politieke theater

Gelooft Belge die zichzelf links en communist noemt dat islamitisch nationalisme ook het hoofddoel was van Fethullah Gülen -Turkijes staatsvijand nummer een- en zijn volgelingen?

‘Was of is Gülen een gevaar? Ik weet het niet, echt niet. Ik heb gezien hoe een deel van de religieuze Turken wilden penetreren in de staatsstructuur, als een politiek manoeuvre.

Ik keurde dat niet goed, omdat je vooraf op een blaadje kan schrijven dat je zo meer en meer op die staat begint te lijken. Maar ik kan niet zeggen dat ze niet het recht hadden om dat te doen binnen een staat als deze.’

Voor veel Turken is het een uitgemaakte zaak: de Gülenbeweging pleegde een politieke broedermoord op de AKP.

Maar er waren ook de gelekte illegale tapes in 2013, waardoor onder meer Erdogan en zijn zoon Bilal van corruptie beticht werden, en eerder ook de staatszaken Ergenekon en Balyoz.

Het lekken van de tapes werd toegeschreven aan Gülenisten. En zowel in de zaak Bayloz als Ergenekon worden de rechters en aanklagers beschuldigd rechtstreeks onder het bevel te staan van Fethullah Gülen en bewijsmateriaal vervalst hebben.

Kortom, voor veel Turken is het een uitgemaakte zaak, dit waren theatermomenten waarop de Gülenbeweging een politieke broedermoord pleegde op de AKP.

‘Ik heb de zaak Ergenekon niet minutieus bestudeerd. Maar er was -voor het politiek een smeerpotje werd- een grote berg van informatie die bewees dat vreselijke complotten tegen de staat werden gesmeed.

Tegelijk konden de openbare aanklagers hier geen heldere zaak uit krijgen, ze maakten er een knoeiboel van. Het bleken achteraf -wat we toen niet wisten- inderdaad mensen te zijn uit de Gülengroep. Gaandeweg werd steeds duidelijker dat de Gülenisten Ergenekon gebruikten om van hun vijanden af te geraken.’

‘Die staatszaken zijn onderdeel geworden van een wreed machtsspel met eigen geschreven en steeds ongeloofwaardiger scenario’s. Dus ja, het was een stinkend politiek potje, waarin Gülen roerde.

Maar laat ons niet vergeten dat Erdogan zelf verklaarde dat hij -en niemand anders- de aanklager in deze zaak was. Hij roerde met andere woorden mee, ook later, toen hij van corruptie beticht werd.’

Hoop versus realisme

De noodtoestand sinds 15 juli, de dag van de poging tot staatsgreep, lijkt de kritische geest in Turkije verlamd te hebben.

Toch kent, ook al speelt een en ander zich meer ondergronds af, een stad als Istanboel nog activistische nesten, huisvest kunstenaars die nog gedurfde dingen doen. En in de universiteit waar hij lesgeeft, Bilgi, blijven de studenten kritische burgers.

Er is een andere kant, toch? Belge kijkt me aan. Realisme zou me sieren, lijken zijn ogen te zeggen. ‘We zijn heel erg in de minderheid in deze samenleving. Tegelijk, Turken zijn geen absolute idioten.

Mijn hoop is dat de massale onvoorwaardelijke steun voor Erdogan die we nu zien op een bepaald moment ook zeer abrupt kan vallen.’

‘Voorlopig spint Erdogan, wiens macht is gebouwd op spanningen en vijandschap, garen uit het verhaal over het islamofobe en xenofobe Europa.’

Belge hoopt daarvoor mede op druk van buitenaf. ‘Ik denk dat die druk er ook zal komen. Door zijn hang naar expansionisme en politiek avontuur, zal de president op een bepaald moment op muren botsen.’

Voorlopig is er van die muren nochtans geen sprake en blijft het Europees-Turkse vluchtelingenakkoord een garantie voor gedeelde belangen en dus het uitblijven van diplomatieke rellen, ondanks de bijwijlen anti-westerse toon van president Erdogan.

‘Een isolatiebeleid zou ons allen helpen, maar dat vraagt tijd. Voorlopig spint Erdogan, wiens macht is gebouwd op spanningen en vijandschap, niet op verzoenende taal, garen uit het verhaal over het islamofobe en xenofobe Europa.’

Zijn eigen hoop? ‘Eerst zijn we door minderhedendictaturen gegaan, nu beleven we een meerderheidsdictatuur. Geen van beide bracht de samenleving wat nodig is om een vrij leven te leiden. Mijn hoop is dat de Turken op een dag zullen besluiten: democratie is beter.’