VN-topman Jan Vandemoortele: Opvolger Millenniumdoelstellingen gedoemd tot mislukken
Jan Vandemoortele was ruim dertig jaar aan de slag bij de Verenigde Naties en is één van de co-auteurs van de Millenniumdoelstellingen (MDG's). Dat is een set van acht doelen, waarvan het eerste ‘doel’ wellicht meest bekend is: het halveren van extreme armoede en honger. In 2000 werden de zogenaamde MDG's vastgelegd door de lidstaten van de VN en volgend jaar loopt de deadline af. ‘Ze zijn bijlange niet gehaald’, zegt Vandemoortele in een interview met MO*. De opvolger van de MDG'S is trouwens tot mislukken gedoemd, aldus de intussen gepensioneerde VN-topman.
Jan Vandemoortele schreef mee aan de Millenniumdoelstellingen van de VN.
© Stefaan Anrys
U kan terugblikken op een mooie loopbaan bij de VN: hoofdeconoom bij Unicef, directeur van de armoedegroep bij het VN-Ontwikkelingsprogramma, en mede-auteur van de Millenniumdoelstellingen (MDG’s). De deadline voor die doelstellingen loopt af in 2015. Hoe schat u de resultaten in?
Jan Vandemoortele: Minder rooskleurig dan de VN zelf. Elk jaar brengt die alle organisaties samen en wordt er een rapport gemaakt, het Millennium Development Goals Report. Je gelooft niet wat er nu in staat. Dat rapport is helemaal positief. ‘We hebben dit gedaan en dat.’ Er staat zelfs dat afgelopen jaar de ontwikkelingshulp gestegen is. De officiële ontwikkelingshulp (ODA) trekt opnieuw aan. Helemaal niet. ODA als een percentage van het inkomen in rijke landen is gezakt.
In absolute termen is de hulp toch gestegen?
‘De spindoctors zijn aan het werk, ook binnen de VN. We halen de Millenniumdoelstellingen niet, maar ze doen het er toch verdomme goed uitzien.’
Jan Vandemoortele: In absolute termen wel, maar als je ODA beschouwt in procentuele termen, als x-aantal procent van je bruto nationaal product, daalde die vorig jaar. Natuurlijk geven ze daar een spin aan en omdat onze economieën de klap van 2008 te boven komen, lijkt het alsof we opnieuw meer hulp geven. De spindoctors zijn aan het werk, ook binnen de VN. We halen de MDG’s niet, maar ze doen het er toch verdomme goed uitzien. Dat is natuurlijk deel van het spel. Ik had alleen liever gezien dat het toch een beetje binnen de perken bleef, maar niet dus.
“Wat komt, is dead on arrival”
© Stefaan Anrys
In 2015 krijgen we de zogenaamde sustainable development goals (SDG’s), duurzame ontwikkelingsdoelen . U ziet die opvolger niet zitten.
Jan Vandemoortele: Het debat ‘Wat na de MDG’s?’ is volledig tegen de muur gegaan. Toen wij de finale MDG’s op papier zetten, hadden we achttien streefdoelen [gegroepeerd onder de 8 gekende doelstellingen, nvdr]. De werkgroepdie de SDG’s voorbereidt, heeft al meer dan 100 streefdoelen op tafel gelegd. Ze maken er een soepje van. Die werkgroep bestaat uit dertig lidstaten, maar in feite zijn dat er zeventig want elke stoel is bezet door drie of vier lidstaten. Iedereen wil zijn ei kwijt. Er waren 18 streefdoelen onder de MDG’s en nu stellen ze 169 streefdoelen voor.
We hebben een monster gebaard. Dat zeggen ook Graça Machel en Desmund Tutu.
Dat werkt niet?
Jan Vandemoortele: Het is waanzinnig. Dat gaat niets opleveren, zo’n menu. Je hebt natuurlijk heel wat mensen die nu blij zijn dat hun ding erin zit: lidstaten, ngo’s en denktanken. Er is echter een groeiende groep die roept: we hebben een monster gebaard. Dit gaat niet. Dit kan niet werken, want we hebben gewoon teveel targets. Dat zeg ik niet alleen. Ook zwaarwichtige stemmen uit het Zuiden – zoals Graça Machel en Desmund Tutu – zijn dat oordeel toegedaan.
In uw artikels over de SDG’s stelt u dat de MDG’s er pas gekomen zijn na jaren praten en onderhandelen. Nu wil iedereen zijn eigen targets kwijt, maar zonder voorafgaand overleg?
Jan Vandemoortele: Ja, en bovendien hadden de MDG’s het voordeel begrijpelijk te zijn. Gelijk wie voorbij loopt, kan je aanspreken en zal je antwoorden: ‘Kindersterfte? Natuurlijk ben ik daartegen. Dat moeten we uitroeien’. Nu circuleren er doelstellingen die zelfs ik amper begrijp. En ik ben een specialist. De meeste targets die daarin staan, kan je trouwens niet meten. ‘Dring overal geweld terug.’ Hoe meet je dat? Wat is ‘geweld’?
Daarmee kan je geen burgers warm maken?
Jan Vandemoortele: Neen. Je hebt dan wel iets op papier, maar dat heeft geen effect. Ik ben nu met pensioen en wat ik graag doe, hier in West-Vlaanderen waar ik woon, is op middelbare scholen uitleg geven over de MDG’s. Ontwikkeling en onderwijs gaan in Vlaanderen niet goed samen, maar er zijn leerkrachten die de Millenniumdoelstellingen in de klas gebruiken om toch iets over ontwikkelingssamenwerking te vertellen. Mij vragen ze dan voor een voordracht en op twee lesuren kan ik aan de hand van de Millenniumdoelstellingen concrete voorbeelden geven van het nut van ontwikkelingshulp. Met ruim honderd SDG’s begin je daar toch niet aan?
‘Ons multilateraal systeem staat er slechter voor dan vijftien jaar geleden.’
© Stefaan Anrys
En nu?
Jan Vandemoortele: We zullen zien. In december wil de VN alle rapporten die nu voorliggen, samenrapen om daaruit één consistent verhaal te puren, waarover de lidstaten volgend jaar kunnen onderhandelen. In theorie moeten we tegen het einde van 2015 nieuwe doelstellingen hebben.
U gelooft er niet in?
De sustainable development goals zijn een teken des tijds.
Jan Vandemoortele: Zoals de kaarten nu liggen? Neen. Aan zo’n doelstellingen hebben we niets. Niet dat het resultaat mij verbaast, integendeel. Iedereen wil de schijn geven, in 2015, dat er een opvolger is voor de MDG’s, maar het is in feite dead on arrival. Dat is ook wat iedereen wil. Men wil af van targets.
Waarom?
Jan Vandemoortele: Ons multilateraal systeem staat er slechter voor dan vijftien jaar geleden. Het Westen is zijn dominantie verloren, maar beseft dat niet. De Britse premier Cameron roept nog altijd van ‘We have to put great back in Great Britain’. Het Westen blijft pontificeren en preken, terwijl het Zuiden zijn eigen weg zoekt en eenzijdig nieuwe multilaterale instellingen op poten zet, zoals de BRICS-bank.
De sustainable development goals zijn een teken des tijds. We evolueren naar meer polarisatie en minder samenwerking: een overgangsfase die, vrees ik, tientallen jaren zal duren.