Sigmar Gabriel, Duits minister van Economie, zegt dat de onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord tussen EU en VS wat hem betreft mislukt zijn. Daarop laat de Franse regering weten dat TTIP voor haar niet meer hoeft. Is dit het einde van TTIP? ‘Maak je geen illusies’, zegt Marc Maes van 11.11.11. ‘Het gaat over meer dan één akkoord.’
‘De uitspraak van Sigmar Gabriel was een persoonlijke mening, geen update van aan de onderhandelingstafel. Zijn mening werd intussen ook tegengesproken is door de woordvoerder van Merkel, de Duitse bedrijfsorganisaties en de Europese Commissie. Er wordt nog altijd onderhandeld, het is niet mislukt’, reageert Marc Maes, beleidsmedewerker Handelsbeleid voor 11.11.11.
‘De Fransen zijn duidelijker en willen de hele onderhandelingen stopzetten. Maar beide landen zijn gefrustreerd omdat ze niet krijgen wat ze vragen.’
Wat wil Europa dan dat het niet krijgt?
Marc Maes: We weten niet wat de Amerikaanse offensieve eisen zijn, maar we weten wel wat de Europese offensieve eisen zijn. En dat zijn er heel wat. Bijvoorbeeld: de bescherming van geografische benamingen van producten. Het gaat om oude benamingen als feta en champagne, waaraan bepaalde productievoorwaarden verbonden zijn. Dat is een oude eis van de Europese Commissie die de Amerikanen altijd afgewezen hebben. De Canadezen hebben daarop toegegeven in CETA maar de Amerikanen willen daar niet van weten.
We weten niet wat de Amerikaanse offensieve eisen zijn, maar we weten wel wat de Europese offensieve eisen zijn
Er is ook grote onenigheid over de dienstensector: de Amerikanen hebben in de onderhandelingen tot nu toe vooral de dienstenliberalisering gegeven op federaal niveau. Dat was in Canada ook zo, maar uiteindelijk heeft de Europese Commissie Canada zo ver gekregen dat de provincies mee aan tafel zijn gaan zitten voor een aantal aspecten – waaronder de diensten, omdat dat een provinciale bevoegdheid is.
In de VS is dat een bevoegdheid op het niveau van de staten. Canada kreeg de provincies nog rond de tafel maar dat lukt met de vijftig Amerikaanse staten niet. Daarom vindt de EU dat Amerika te weinig doet op vlak van dienstenliberalisering. Hetzelfde geldt voor de openbare aanbestedingen, die ook op staatsniveau zitten.
Dan is er nog de ‘Jones Act’ die ervoor zorgt dat bepaalde maritieme diensten enkel door Amerikanen kunnen worden uitgevoerd. Die wet botst natuurlijk met de belangen van Europese bedrijven, en met name onze eigenste Vlaamse baggeraars.
De Europese Commissie wil, onder druk van de Londense City, dat de strenge Amerikaanse regels niet gelden voor Europese banken in de Verenigde Staten
En dan is er natuurlijk nog heel de financiële sector. De VS heeft zijn banken na de crisis harder aangepakt dan wij in Europa hebben kunnen doen. .
Voor de TTIP-onderhandelingen was de EU altijd de grootste of machtigste partner in bilaterale handelsbesprekingen, en kan de Unie in principe krijgen wat ze wil. Dat was ook zo bij de besprekingen met Canada, maar met de Amerikanen loopt dat anders. Dat werkt de lidstaten op hun zenuwen. We weten dat de Amerikanen hun been stijf houden tot op het allerlaatste moment, om zo extra toegevingen te verkrijgen. Dat frustreert natuurlijk.
Zijn de publieke uitspraken in Duitsland en Frankrijk een vorm van diplomatieke druk op de Verenigde Staten, waar op dit moment nauwelijks nog iemand het woord vrijhandelsakkoord durft uit te spreken?
Marc Maes: Ik weet niet of dat werkt als diplomatieke druk. Voor de Amerikaanse onderhandelaars kan dit ook klinken alsof de Europeanen zenuwachtig worden en straks zullen beginnen toegeven. Gabriel spreekt vooral tegen zijn achterban. Er zijn grote mobilisaties op komst in Duitsland en die gaan ook naar de partijconventie in Wolfsburg, om te protesteren tegen het feit dat Duitsland nog steeds achter TTIP staat, het beruchte systeem van aparte rechtbanken voor bedrijven (ISDS) steunt en het vrijhandelsakkoord met Canada (CETA) verdedigt.
Volgend jaar zijn het verkiezingen in Duitsland en Frankrijk dus men begint zich daarrond te positioneren
Volgend jaar zijn het verkiezingen in Duitsland en Frankrijk dus men begint zich daarrond te positioneren. De frustraties in het Duitse middenveld zijn groot. Zij zijn kwaad over de positie van de SPD in de onderhandelingen en dat gaat de SPD stemmen kosten.
Is er ook niet een reële frustratie dat de politieke wereld in de VS, in deze verkiezingscampagne, de Europese Commissie in de steek lijkt te laten?
Marc Maes: Mijn Amerikaanse collega’s zijn niet onder de indruk van wat Clinton en Trump hierover zeggen. Obama was tijdens zijn verkiezingsperiode ook tegen TPP, het Trans Pacific Partnership. Eenmaal de verkiezingen voorbij, komt er wellicht een reframing, waarna de onderhandelingen zullen doorgaan.
Er is ook nog geen onderhandelingsronde vastgelegd voor het najaar. Er is op 22 september wel een tussentijdse update tussen Malmström en haar Amerikaanse tegenhanger en dan moet er nog gezien worden wat er kan gebeuren. Maar het verhaaltje van de Europese Commissie dat ze tegen het einde van het jaar een akkoord zullen hebben over de grote lijnen, gelooft niemand meer.
Dit najaar zijn het de Amerikaanse verkiezingen. In 2017 volgen dan de Duitse en Franse verkiezingen. Daarna zal het proces wel terug opgerakeld worden en verdergaan.
Met andere woorden: de TTIP-onderhandelingen gaan sowieso in pauze. Dit najaar zijn het de Amerikaanse verkiezingen en moet er gewacht worden op de nieuwe regering. In 2017 volgen dan de Duitse en Franse verkiezingen. Daarna zal het proces wel terug opgerakeld worden en verdergaan. Het schaadt dus ook niet om nu te zeggen dat de onderhandelingen mislukt zijn. Dat kan dan in de verkiezingscampagne gebruikt worden om te tonen dat je kritisch was. Maar niemand van de TTIP/CETA-campagnes gelooft dat deze plannen dood en begraven zijn.
Op 20 september is er een grote actie tegen TTIP en CETA gepland in Brussel. Is er nog wel iets om nu tegen te protesteren?
Marc Maes: Op 17 september is er ook een grote actie gepland in zeven Duitse steden, in de aanloop naar de SPD-partijconventie. Voor ons is 20 september belangrijk omdat op 22 september de Europese Raad bijeenkomt. We mobiliseren niet alleen tegen TTIP, maar ook tegen CETA, het EU-Canada vrijhandelsakkoord. Wij verzetten ons tegen CETA omwille van het Investor-State Dispute Settlement, de clausule die bedrijven toestaat om een overheid te dagvaarden als ze een beleid voert dat “handelsverstorend” is. Met een ISDS in CETA krijgen de Amerikaanse bedrijven in Canada ook al volop toegang tot dat mechanisme.
De Europese Raad wil op 22 september het CETA goedkeuren, maar moet dat daarna aan de nationale regeringen voorleggen. Intussen zal een deel van het akkoord wel al in voorlopige uitvoering gaan, alleen is nog helemaal niet duidelijk over welk deel dat gaat. Dat zou dus betekenen dat CETA, inclusief ISDS, zonder de goedkeuring van de nationale parlementen al wordt uitgevoerd. Daarbij moet je weten dat in het akkoord een clausule staat die bepaalt dat, zelfs indien de voorlopige versie wordt afgeschoten door nationale parlementen, de rechten voor investeerders nog jaren blijven voortbestaan. Daarom zijn betogingen nodig om de druk op de ketel te houden.
Commissievoorzitter Juncker heeft zich wel sterk geëngageerd om van TTIP een snel succes te maken.
Marc Maes: Rond dat ‘snel succes’ is Juncker ondertussen al wat realistischer geworden omdat al tijdens de vorige Commissie de oppositie zeer sterk was, en dat neemt nog toe. Het zou nog altijd best kunnen dat sociaaldemocraten in Duitsland en Frankrijk merken dat ze het met wat sussende verklaringen niet redden. Dan zullen ze misschien hun standpunt nog gaan verharden.
Is het de bedoeling om het gesprek opnieuw op het niveau van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) te gaan voeren?
Marc Maes: Neen. Het punt is net dat de handelsbesprekingen op dit moment ver over alle mogelijke grenzen gaan. Handelsakkoorden dringen veel te diep door in de binnenlandse regelgeving, de maatschappij en de economie. Dat moet stoppen. Het kan niet zijn dat men achter gesloten deuren, tussen handelsexperten, op basis van de wensen van het bedrijfsleven handelsakkoorden gaat onderhandelen die binnenlandse regelgeving bepalen en die ervan uitgaan dat elke binnenlandse regelgeving een handelsbelemmering is die moet gedisciplineerd worden.
Het handelsbeleid wordt almaar ambitieuzer, claimt almaar meer plaats en stelt zich boven alle andere belangen
We zitten in een situatie waarbij er dringend een transitie nodig is naar een duurzamere samenleving en economie, zie de klimaattop en SDG’s. Wij zien in het huidige handelsbeleid helemaal niets dat erop wijst dat men dat inziet. Integendeel, het handelsbeleid wordt almaar ambitieuzer, claimt almaar meer plaats en stelt zich boven alle andere belangen.
Op de Klimaattop in Parijs spraken de 28 Europese lidstaten en de Commissie af dat elke discussie over handel afgeblokt moest worden. Maar in de handelsbesprekingen gaat men wel zeggen dat sociale, milieu-, en gezondheidsmaatregelen zo weinig mogelijk belastend moeten zijn voor het bedrijfsleven. Zo gaat men mechanismen opzetten waarbij Amerikanen vooraf inzage krijgen in onze besluitvorming om op die manier de bedrijfsbelangen voorrang te geven op al de rest. Dat kan absoluut niet meer.
Mijn hoop is dat uit deze grote oppositie tegen TTIP en CETA een structurele wijziging in het handelsbeleid komt. Het kan niet zijn dat, zoals bijvoorbeeld in TTIP, een hoofdstuk over de convergentie van de regelgeving geheim blijft tot het akkoord wordt afgesloten. Dat soort informatie moet voor iedereen beschikbaar zijn.
Dus liever geen nieuwe handelsovereenkomst dan een handelsovereenkomst zoals ze nu wordt onderhandeld?
Handelsakkoorden zijn het ideale instrument om regels af te spreken boven de hoofden van de mensen
Marc Maes: Op zich hebben wij geen probleem met de liberalisering van de handel tussen twee grote industriële blokken. Het probleem is dat deze akkoorden ingrijpen op de democratie en de rest van de maatschappelijke belangen. Handelsakkoorden zijn het ideale instrument om regels af te spreken boven de hoofden van de mensen omdat de onderhandelingsmandaten in het geheim worden bepaald, de onderhandelingen zelf worden gevoerd in het geheim en parlementen kunnen achteraf enkel ja of neen kunnen zeggen.
Dit mogen we niet meer toelaten, er staat teveel op het spel. Het handelsbeleid belet ondertussen om milieumaatregelen in te voeren, want dat kan dan door bedrijven worden aangevallen of dat moet eerst gecheckt worden bij Amerikaanse bedrijven. Dit is een cruciaal moment in de geschiedenis waarop wij juist extra beleidsruimte moeten hebben. Dat weet het bedrijfsleven ook natuurlijk, zij weten dat de overheden op den duur maatregelen moeten nemen en dat die hun huidige manier van werken kunnen schaden. Zij willen met deze handelsakkoorden instrumenten in de handen krijgen om dat zoveel mogelijk tegen te gaan. Dat is de inzet.