De scoop over de confidentiële afspraken die 343 bedrijven afsloten met de Luxemburgse belastingadministratie is het resultaat van zes maanden onderzoek door meer dan 80 journalisten uit 26 landen. Een exclusieve blik in de keuken van ICIJ: the making of Luxembourg Leaks.
Het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ) is een wereldwijd netwerk van 185 onderzoeksjournalisten uit 65 landen die samenwerken op diepgaande onderzoeksverhalen. ICIJ, in 1997 opgericht door de Amerikaanse journalist Chuck Lewis, berichtte in het verleden onder meer over internationale tabakssmokkel, private militaire kartels, asbestbedrijven, lobbyisten en contracten rond de oorlog in Irak en Afghanistan.
ICIJ-ontmoeting bij Le Soir in Brussel
Kristof Clerix
In april 2013 haalde ICIJ wereldwijd de voorpagina’s en nieuwsbulletins met een lek van 2,5 miljoen geheime offshore documenten. Het Offshore Leaks-project, dat de aanwezigheid van bedrijven in belastingparadijzen aankaartte, had een enorme impact. Zo verstrengde het Europese Parlement de witwaswetgeving én de voorwaarden voor informatie-uitwisseling van belastinggegevens. Zelfs de G20-top in Sint-Petersburg (september 2013) boog zich over het thema van internationale belastingontwijking.
Met het nieuwe project Lux Leaks zet ICIJ een stap verder op de ingeslagen weg, door te focussen op de rol die het Groothertogdom speelt in de internationale belastingplanning van bedrijven.
28.000 pagina’s
Sinds het overlijden van onderzoeksjournalist Walter De Bock, voormalig hoofdredacteur van De Morgen, in november 2007 had ICIJ géén Vlaamse leden meer. De enige Belgische journalist die de voorbije jaren deel uitmaakte van het samenwerkingsverband was Alain Lallemand van Le Soir. In augustus 2013 mochten Lars Bové (De Tijd) en Kristof Clerix (MO*) ICIJ vervoegen.
In april 2014 stuurde ICIJ-vicedirecteur Marina Walker een mailtje naar Lallemand, Bové en Clerix: ‘We lanceren een nieuw wereldwijd onderzoek met linken naar België en zouden jullie willen uitnodigen om mee te helpen. We onderzoeken hoe multinationals wereldwijd Luxemburg gebruiken door complexe belastingschema’s op te zetten om thuis hun belastingbijdrage te reduceren.’
Via Skype werd het opzet verder toegelicht: ICIJ had een gelekte database van 28.000 pagina’s in handen gekregen, uniek materiaal dat de confidentiële deals van het Bureau d’Impositions Sociétés 6 blootlegde. Daaronder ook de 37 belastingakkoorden die Luxemburg had afgesloten met 26 van de rijkste families en grootste bedrijven van België.
Ex-belastinginspecteur
Op 3 juni 2014 kwamen 37 reporters uit zestien landen samen bij Le Soir in Brussel om het Luxemburg-project verder te bespreken. Naast MO*, Le Soir en De Tijd waren onder meer The Guardian en Le Monde aanwezig, alsook een journalist van Asahi Shimbun – een Japanse krant met een dagoplage van liefst zeven miljoen exemplaren.
De uitdaging, zo bleek al snel op de ICIJ-ontmoeting, was in de eerste plaats om de taaie fiscaal-technische materie te begrijpen. Er was immers sprake van hybride leningen, immateriële activa en andere terminologie die niet tot het vaste vocabularium behoren van de gemiddelde journalist.
Een tweede uitdaging was om op basis van de gelekte documenten uiteindelijk relevante en samenhangende verhalen te brengen die een groot publiek kunnen boeien. De toelichting door een voormalige belastinginspecteur, die reeds een aantal Luxemburgse rulings onder de loep had genomen, hielp om de informatie te kaderen. Neen, het ging niet om belastingfraude. En neen, het feit dat Luxemburg fiscale mogelijkheden biedt, dat was op zich geen nieuws. Maar de precieze manier waarop bedrijven wereldwijd Luxemburg gebruiken om zo weinig mogelijk belastingen te betalen, dat legden de gelekte documenten haarfijn bloot.
Mijlpaal in onderzoeksjournalistiek
Vice-directeur Marina Walker en directeur Gerald Ryle van ICIJ
Mar Cabra
Na de ontmoeting bij Le Soir zette ICIJ een beveiligd online platform op om documenten uit te wisselen, inzichten en interviews te delen, tips en memo’s te verspreiden, verwijzingen naar Luxemburgse wetgeving te posten, contacten te verzamelen, foto’s te uploaden, verdere concrete afspraken te maken (bijvoorbeeld over de publicatiedatum en over wie-contaceert-wie) en alle ICIJ-leden te laten discussiëren over het onderzoek. Wederzijds vertrouwen was daarbij de sleutel.
Uiteindelijk namen meer dan 80 journalisten uit 26 landen aan het onderzoek deel. Het online platform faciliteerde die internationale samenwerking. Methodologisch gezien gaat het om een mijlpaal in de geschiedenis van de onderzoeksjournalistiek. Ook bij Offshore Leaks werd weliswaar al geëxperimenteerd met een prototype-forum maar dat werkte niet echt, aangezien bijna niemand bijdragen leverde. Marina Walker (ICIJ): ‘Daar hebben we lessen uit getrokken. Ditmaal hebben we een veel gebruiksvriendelijker forum opgezet met betere mogelijkheden. En vanaf het begin hebben we duidelijk gemaakt dat het online forum ons belangrijkste communicatieplatform was.’
‘De resultaten zijn fantastisch. Voor ons was het de eerste keer dat journalisten zo’n samenwerkingsplatform actief gebruikten. De ervaring is baanbrekend en inspirerend. Maar los van alle mogelijkheden die technologie biedt, zijn we ervan overtuigd dat de face to face ontmoeting in Brussel cruciaal was om het vertrouwen tussen de journalisten te verdiepen en tot een betere connectie tussen de teams te komen.’
Hoor en wederhoor
Op vraag van Alain Lallemand vervoegde ook zijn collega Xavier Counasse van Le Soir het Belgische LuxLeaks-team. Tijdens vijf gezamenlijke ontmoetingen overliepen we de Belgische data, kozen een aantal bedrijven uit om verder te doorgronden en legden tussentijdse onderzoeksresultaten aan mekaar voor.
We spraken met de Europese Commissie, doorgrondden Europese en Luxemburgse wetgeving, en gingen in open bronnen zoals persartikels, websites en jaarverslagen op zoek naar achtergrondinformatie over de betrokken bedrijven en personen. Ook in de bedrijfsinfo-databank Graydon vonden we belangwekkende info.
Informatie uit de gelekte rulings dubbelcheckten we onder meer in de bedrijfsregisters van België, Luxemburg, Curaçao, Hongkong en Cyprus. In de jaarrekeningen van de betrokken bedrijven vonden we informatie over hun belastingbijdrage in Luxemburg en België. Uiteraard contacteerden we ook de bedrijven in kwestie – hoor en wederhoor is een basisprincipe in de journalistiek. Helaas kozen nogal wat bedrijven ervoor om niét te reageren.
ICIJ-ontmoeting bij Le Soir
Mar Cabra
De puntjes op de i
De rulings rond Belgische bedrijven legden we voor aan twee onafhankelijke Belgische fiscaal experts. Met twee andere Belgische experts die de Luxemburgse rulingdienst goed kennen, hadden we verdere achtergrondgesprekken. Die waren belangrijk om de puntjes op de i te zetten. Zij gingen bijvoorbeeld in op linken tussen Luxemburgse en Belgische wetgeving, of gaven toelichting bij de Luxemburgse vereisten inzake de registratie van bedrijven. Die off the record interviews hielpen ons om de juiste nuance te kunnen aanbrengen in de berichtgeving.
Het is niet omdat een bedrijf plots vijf Luxemburgse dochterondernemingen opzet, dat er per se iets onoorbaars gebeurt. En het is niet omdat een bedrijf nauwelijks lokale medewerkers heeft in het Groothertogdom, dat er iets wettelijk niet in de haak zou zijn. Maar toen we stootten op adressen waar bijna 200 bedrijven gevestigd bleken, stelden we ons toch wel vragen over substantie. Het tweedaagse veldbezoek – nou ja – aan Luxemburg was dan ook een nuttige stap in het Belgische onderzoek.
Datajournalistiek
ICIJ, dat kantoor houdt in Washington, verzamelde reacties bij de Luxemburgse overheid, de Europese Commissie en PricewaterhouseCoopers Luxembourg. Voorts leverde ICIJ aan zijn partnermedia het logo, een introductiefilmpje, een openingsartikel, een achtergrondartikel over de Big Four (de vier grote consultancybedrijven, waaronder PricewaterhouseCoopers) en een tijdslijn over Luxemburg.
Ten slotte scrapete ICIJ ook het Luxemburgse staatsblad, om via datajournalistiek nieuwe feiten te sprokkelen over de bedrijfswereld in het Groothertogdom. Dat leverde onder meer het inzicht op dat op één Luxemburgs adres maar liefst 1600 bedrijven gevestigd zijn. Duizelingwekkend.
ICIJ België: Lars Bové (De Tijd), Kristof Clerix (MO*) en Xavier Counasse
© Gie Goris
De vierde macht
Voor MO*magazine was het een hele eer om deel uit te maken van dit baanbrekende internationale samenwerkingsproject. We investeerden dan ook 55 werkdagen in het onderzoek. Daarmee trekt MO*magazine resoluut de kaart van onderzoeksjournalistiek. Omdat we geloven in het belang van de vierde macht. Journalistiek moet de waakhond zijn van de democratie.
De volgende media werkten mee aan het ICIJ-onderzoek Luxembourg Leaks: Süddeutsche Zeitung, NDR, WDR, Le Matin Dimanche & SonntagsZeitung, SVT, France 2, L’Espresso/IRPI, CBC, Le Soir, MO*, De Tijd, YLE, Politiken, DR, Folha de Sao Paulo, Tanea, Australian Financial Review, Novaya Gazeta, Haretz, Irish Times, Trouw, Newstapa, Asahi Shimbun, Aftenposten, WDR, Le Monde, CBC, The Guardian, La Nación, El Confidencial, RISE/OCCRP, CNBC en Tages-Anzeiger.