Afrika eist hoofdrol in humanitaire hulp
IPS
23 mei 2016
De Afrikaanse Unie (AU) komt met twee eisen naar de humanitaire top in Istanboel. Ze wil een herdefiniëring van het internationale humanitaire hulpsysteem en eist een sterk engagement van de Afrikaanse naties.
Een van de delegaties op de eerste World Humanitarian Summit (WHS), die vandaag en morgen plaatsvindt in de Turkse hoofdstad Istanboel, is de Afrikaanse Unie (AU). Die vertegenwoordigt 54 landen en 1,2 miljard mensen.
Aan de vooravond van de WHS zei Olabisi Dare, de Nigeriaanse topman van de afdeling Mensenrechten, Vluchtelingen en Ontheemden van de AU, dat het bestaande internationale humanitaire systeem dringend een nieuwe definiëring moet krijgen.
Hoofdrol voor de staat
De AU legt daarbij ook verplichtingen op aan zichzelf, het eigen continent en de eigen bevolking. ‘De staat heeft de primaire verantwoordelijkheid om zijn eigen mensen te voorzien in hun behoeften en zorg te dragen voor de zwaksten’, zei Olabisi.
De AU vindt dat staten zelf de coördinatie van humanitaire acties op hun grondgebied op zich moeten nemen. Daarbij moeten ze ruimte voor humanitaire hulp creëren en zijn ze zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van de hulpverleners en de infrastructuur die humanitaire hulp mogelijk maakt.
Indien nodig moet de staat ook in militaire begeleiding van de humanitaire acties voorzien.
‘We kunnen de rol van de staat niet genoeg benadrukken’, sprak Olabisi. ‘De staat moet ervoor zorgen dat humanitaire hulp op een effectieve manier wordt ingezet. We zullen zien dat dit het effect van humanitaire hulp op het continent aanzienlijk zal verbeteren.’
Hervorming van het systeem
Olabisi pleit voor ‘Afrikaanse oplossingen voor de Afrikaanse problemen’. De AU zal in Istanboel voorstellen formuleren om het systeem daartoe te “herconfigureren” zodat regeringen de hoofdrol krijgen. ‘We zullen ook aansturen op een herformulering van VN-resolutie 46/182 over de versterking van de coördinatie van humanitaire hulp geboden door de VN, om de Afrikaanse eisen mee op te nemen en de primaire rol van staten te benadrukken.’
Resolutie 46/182 werd aangenomen in 1991 en bevat de richtlijnen voor humanitaire hulp aan slachtoffers van natuurrampen en andere noodtoestanden, op basis van menselijkheid, neutraliteit en onpartijdigheid.
Richtlijn 3 stelt dat ‘de soevereiniteit, de territoriale integriteit en de nationale eenheid van de lidstaten moet worden geëerbiedigd in overeenstemming met het Handvest van de Verenigde Naties. In deze context moet de humanitaire hulp worden verleend met instemming van het getroffen land en op basis van een oproep van het getroffen land.’
‘Elke staat heeft de verantwoordelijkheid om in de eerste plaats te zorgen voor de slachtoffers van natuurrampen en andere noodsituaties die zich voordoen op zijn grondgebied. Vandaar dat de getroffen staat de primaire rol moet hebben in het initiëren, organiseren, coördineren en uitvoeren van humanitaire hulp op zijn grondgebied’, stelt richtlijn 4.
Slinkende hulp vanuit het noorden
‘Ook het gemeenschappelijk Afrikaanse standpunt (CAP) in de ontwikkelingsagenda na 2015 spreekt over de eigenheid van de staat’, zegt Olabisi. ‘Afrika zal meer een beroep moeten doen op zichzelf. Dat is ook omdat we ons ervan bewust zijn dat de hulp vanuit het Noorden steeds meer slinkt.’
Hij hoopt dat door de top ‘het internationale humanitaire systeem zal worden aangepast om te voldoen aan de nieuwe eisen van het moment.’
‘Afrika gaat deze verbintenis met zichzelf aan vanwege het niet-bindende karakter van de top’, zegt Olabisi. ‘Maar onze aanbevelingen gaan verder dan de WHS, we zijn vastberaden om met iets te komen dat werkbaar is, pragmatisch, en iets dat ons in de positie plaatst waarmee we onszelf kunnen helpen. Afrika is vastbesloten om zijn eigen problemen aan te pakken en Afrikaanse oplossingen te bedenken voor Afrikaanse problemen.’