Big Brother filmt maar u mag niet meekijken
Aurélie Hombroukx
15 september 2014
‘Iedere gefilmde persoon heeft een recht van toegang tot de beelden.’ Zo staat het in artikel 12 van de Belgische camerawet uit 2007. Praktijktests wijzen echter uit dat het recht op toegang niet gevrijwaard is.
Antonella Galetta (VUB) vroeg haar camerabeelden op.
Antonella Galetta is onderzoekster aan de vakgroep Recht, Wetenschap ,Technologie en Maatschappij van de VUB. In het kader van een groot Europees onderzoek naar veerkracht in surveillance-samenlevingen – het IRISS-project, dat steun krijgt van de Europese Commissie – onderzocht ze, samen met professor Paul De Hert, de toepassing van het toegangsrecht bij zes privébedrijven en openbare instellingen in Brussel die gebruik maken van bewakingscamera’s .
Galetta diende bij de zes verantwoordelijken voor de camerabeelden een formeel toegangsverzoek in om de beelden van zichzelf te zien te krijgen. Zoals de wet het voorschrijft, voorzag ze dit toegangsverzoek van een motivering waarom ze de beelden wilde bekijken.
Resultaat? Geen enkel bedrijf of instelling verleende haar de toegang tot de beelden. De verantwoordelijken voor de verwerking van de beelden bleken zelf niet voldoende op de hoogte van de wet en waren bijgevolg niet vertrouwd met het behandelen van toegangsverzoeken. Galetta kreeg vaak een achterdochtige of verbaasde reactie wanneer ze vroeg om haar beelden te zien.
Incoherentie in de wet
Daarnaast spelen nog andere redenen mee die maken dat Galetta geen toegang kreeg. De timing is een daarvan. ‘Bedrijven moeten het beeldmateriaal niet bewaren. Als ze dit toch doen, dan mag het materiaal maximaal één maand bewaard worden’, zegt Eva Wiertz, woordvoerster van de Belgische Privacycommissie.
De periode waarbinnen de bedrijven verplicht zijn te antwoorden op een toegangsverzoek, bedraagt echter 45 dagen. Zet die timing af tegen de terughoudendheid om het beeldmateriaal te tonen en de periode dat de beelden daadwerkelijk bewaard worden – die nogal kan variëren – en het resultaat is dat Galetta’s verzoek vaak geweigerd werd omdat ‘het beeldmateriaal reeds vernietigd was’. De Privacycommissie is op de hoogte van de spanning tussen beide termijnen en heeft de bevoegde minister hierover reeds op de hoogte gebracht.
Een “goede” motivering
De Privacycommissie krijgt steeds meer vragen over bewakingscamera’s.
© Kristof Clerix
Naast de timing vormt ook de vage wettelijke bepaling van ‘een gemotiveerd verzoek’ een probleem. Wanneer is een verzoek voldoende gemotiveerd? In de wet wordt niet verhelderd aan welke criteria een motivering moet voldoen.
‘Elk geval is specifiek en het is dus moeilijk om richtlijnen te formuleren’, reageert Wiertz. De verantwoordelijke voor de beeldverwerking kan toegang tot de beelden dus naar eigen goeddunken weigeren. Zonder gevolg, want in de camerawet staat geen strafbepaling voor overtredingen.
‘Als de persoon die toegang wenst bij ons een klacht indient, kunnen we wel via bemiddeling proberen om alsnog toegang te verkrijgen. We doen echter geen bindende uitspraken, daarvoor dient men zich te richten tot de rechtbank of de politie’, zegt Wiertz.
‘De beeldverwerking van bewakingscamera’s is een van de veel bevraagde onderwerpen bij de Privacycommissie’, zegt Wiertz. ‘In 2012 behandelden we 503 dossiers op een totaal van 3532 [zo’n veertien procent, nvdr] klachten en vragen over bewakingscamera’s. We zien dat aantal elk jaar toenemen, dus je kan spreken van een groter privacybewustzijn.’
Galetta nuanceert: ‘Mensen lijken zich in het algemeen niet al te veel zorgen te maken over hun privacy. Dat komt door de mechanismes die grote bedrijven geïntroduceerd hebben: als de consument toegang wil tot hun diensten, moeten ze hun data delen. Geen data? Geen toegang.’
‘Bovendien zijn de gevolgen niet te overzien. Het delen van data wordt door deze mechanismes als normaal beschouwd’, aldus Galetta. ‘Maar als je dan leest over hackers die gaan samenwerken met dieven, dan zouden we beter moeten weten.’
Advies niet gevolgd
Opvallend: België is een van de weinige Europese landen met een aparte camerawet. In de andere landen vallen beelden van bewakingscamera’s onder de algemene privacywet. Die beschermt de persoonsgegevens – naam, adres, enzovoort– en vereist bovendien géén motivering om persoonsgegevens te kunnen raadplegen.
Bij de totstandkoming van de Belgische camerawet had de Privacycommissie erop gewezen dat die motivering een extra drempel was, en adviseerde ze dan ook om die vereiste te schrappen. Het parlement heeft dat advies echter niet gevolgd.
Toegang krijgen tot je eigen camerabeelden is niet evident.
© Kristof Clerix