Braziliaans buitenlandbeleid maakt economie prioritair
IPS
31 mei 2016
Economie en niet langer ideologische voorkeur wordt het criterium van het Braziliaanse buitenlandbeleid. Het buitenland wordt een belangrijke pijler onder het herstelbeleid van de nieuwe regering van interim-president Michel Temer.
Het is tekenend dat de nieuwe buitenlandminister, José Serra, geen diplomaat is maar een econoom. Hij krijgt er buitenlandse handel bij, een domein dat tot dusver bij het ministerie van Industrie en Handel hoorde.
Serra wil bilaterale vrijhandelsakkoorden kunnen sluiten, iets wat onder de vorige regering ondergeschikt was aan ‘de ideologische voorkeuren van een politieke partij’. Hij wil ook de handel met ‘traditionele partners zoals Europa, de Verenigde Staten en Japan opvoeren.’
Geen staatsgreep
In zijn eerste toespraak trok hij fel van leer tegen Bolivia, Cuba, Ecuador, Nicaragua en Venezuela, waar de linkse regeringen de afzettingsprocedure tegen Rousseff als een staatsgreep bestempelen. De procedure volgt de grondwet “rigoureus”, zegt hij. Dat El Salvador de nieuwe regering zelfs niet erkent en zijn ambassadeur terugtrok, wijt hij aan een gebrek aan kennis van de Braziliaanse wetten.
‘het beleid van de regering van interim-president Michel Temer betekent “een ruk naar rechts”.’
Volgens voormalig buitenlandminister Celso Amorim (2003-2010) betekent het beleid van de regering van interim-president Michel Temer ‘een ruk naar rechts’. Temer behoort tot de centrumrechtse PMDB, Rousseff tot de linkse Arbeiderspartij.
Rousseff wordt beschuldigd van begrotingsfraude. Ze moet zich nu verantwoorden voor de Senaat, een proces dat tot zes maanden kan duren. Zolang neemt vicepresident Temer het roer in handen. Wordt Rousseff daadwerkelijk afgezet, dan maakt hij de termijn rond tot eind 2018.
Oneindig aantal ambassades
De regeringen van de Arbeiderspartij waren bezig met ‘een derdewereldpopulisme, dat zich uitte in een voorkeur voor landen met minder internationaal gewicht, met een oneindig aantal ambassades en consulaten als resultaat’, zegt Marcos Azambuja, voormalig ambassadeur en bestuurder van het Braziliaans Centrum voor Internationale Betrekkingen (Cebri).
Hij pleit ervoor ‘de inspanningen te concentreren in grote centra met uitstraling’ in plaats van ‘diplomaten over afgelegen plaatsen te verspreiden, ver van de media en zonder duidelijke missie.’
Fysiek aanwezig zijn in bijna alle landen ‘was een tactiek om een permanente zetel te veroveren in de VN-Veiligheidsraad, maar dat is niet gelukt. Het aantal landen die er dan toe doet, is eigenlijk klein.’
Geen geld meer
Azambuja maakt deel uit van een groep diplomaten die het Braziliaanse buitenbeleid in de jaren tachtig en negentig bepaalden. Ze hebben zware kritiek op de regeringen van de Arbeiderspartij, geleid door Luiz Inácio Lula da Silva (2003-2010) en Rousseff.
Brazilië telt vandaag 227 diplomatieke posten. Bijna 30 procent is er sinds 2000 bijgekomen. Er is geen geld om die allemaal te betalen, zegt Serra. Hij bestelde een studie om de kosten en baten van de posten in Afrika en de Caraïben af te wegen.
De betaling van lonen en huur heeft grote achterstand. Volgens Serra is zo’n 200 miljoen euro nodig om te situatie te normaliseren.
Successen van Lula
Maar ambassadeurs die aanvankelijk kritisch waren voor het Zuid-Zuidbeleid van Lula en Amorim erkennen nu de successen van de nauwere banden met Afrikaanse, Arabische en Aziatische landen.
Ambassadeurs die aanvankelijk kritisch waren voor het Zuid-Zuidbeleid van Lula en Amorim erkennen nu de successen.
Ze wijzen ook op Braziliës hoofdrol in de BRICS-groep (Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika) en op andere initiatieven die het land nam als opkomende economie.
Serra kondigde aan dat hij de ruime waaier aan relaties zal behouden maar ze pragmatischer zal inzetten, met het oog op “effectieve economische uitwisseling”, en vanuit de Braziliaanse belangen en niet vanuit de “compassie” die tot de toenadering tot Afrika leidde of de “megalomanie” waarmee Brazilië vredesinitiatieven nam in het Midden-Oosten.
Serra wil ook een versoepeling van het Zuid-Amerikaanse handelsblok Mercosur. Elke lidstaat moet apart handelsakkoorden kunnen sluiten, zegt hij. Dat is mogelijk nu Argentinië en Brazilië, de twee grootste landen van Zuid-Amerika, politiek en economisch op dezelfde lijn zitten.