Canada en niet China grootste speler in mijnbouw Amazonegebied

Nieuws

Onderzoek Amerikaanse denktank

Canada en niet China grootste speler in mijnbouw Amazonegebied

Canada en niet China grootste speler in mijnbouw Amazonegebied
Canada en niet China grootste speler in mijnbouw Amazonegebied

IPS / Diálogo Chino / Robert Soutar

15 juli 2021

Canadese bedrijven investeren het meest in energie- en mijnbouwprojecten in de Amazone. Ze streven hiermee de Chinese bedrijven, die 10 procent van de waterkracht- en mijnbouwsectoren beheren, voorbij. Dit blijkt uit recent gepubliceerde gegevens van de Amerikaanse denktank “Inter-American Dialogue”

Peter Prokosch / Flickr (CC BY-NC-SA 2.0)

Gas dat vrijkomt tijdens olieboringen aan de oevers van de rivier Napo (Ecuador) wordt afgefakkeld.

Peter Prokosch / Flickr (CC BY-NC-SA 2.0)

Canadese bedrijven investeren het meest in energie- en mijnbouwprojecten in de Amazone. Ze streven hiermee de Chinese bedrijven, die 10 procent van de waterkracht- en mijnbouwsectoren beheren, voorbij. Dit blijkt uit recent gepubliceerde gegevens van de Amerikaanse denktank Inter-American Dialogue.

‘Ik denk dat niemand precies wist hoe actief Canada is in de Amazone’, zegt Lisa Viscidi, directeur van het programma Energie, klimaatverandering en winningsindustrieën van de Inter-American Dialogue. Ook zij was verbaasd door de lagere Chinese activiteitsgraad.

De denktank verzamelt gegevens over waterkracht, olie, gas en mijnbouw in het Amazonegebied om projecten van bedrijven en banken in een vitaal ecosysteem te monitoren.

Canadese bedrijven hebben in heel Latijns-Amerika dertig oliegebieden in handen. 24 daarvan liggen in Colombia.

Volgens het rapport Energy and Mining in the Amazon is de Amazone een essentiële opslagplaats voor CO2 en vormt het de thuisbasis van miljoenen soorten planten en dieren, en van inheemse gemeenschappen.

Uit de data blijkt dat in heel Zuid-Amerika 197 Canadese mijnbouwbedrijven projecten bezitten of exploiteren, ter waarde van een geschatte 6,8 miljard euro. In een gebied dat het rapport definieert als de ‘biogeografische Amazone’ - de bakermat van biodiversiteit, die de wettelijk-politieke grenzen overstijgt - bezitten deze bedrijven aandelen die gelijk staan aan 47 complete projecten.

Nationale en internationale bedrijven

Het Colombiaanse deel van de Amazone is het zwaarst getroffen door Canadese bedrijven. In heel Latijns-Amerika hebben zij dertig oliegebieden in handen, meer dan elke andere buitenlandse entiteit. 24 daarvan liggen in Colombia.

De meeste beursgenoteerde mijnbouwbedrijven met projecten in Latijns-Amerika zijn genoteerd op de beurs van Toronto (TSX), de grootste aandelenbeurs van Canada, met het hoogste aantal olie- en mijnbouwbedrijven ter wereld.

Binnenlandse staatsbedrijven investeren voornamelijk in olie en gas, de buitenlandse in mijnbouw.

Behalve de nationaliteiten van de investeerders, heeft het onderzoek ook gegevens verzameld over de operationele situatie van de projecten in sectoren met hoge sociale en milieurisico’s. Ook is bekeken of de projecten nieuw zijn of dat deelname via een fusie of overname plaatsvindt. Tot slot is onderzocht of de projecten in handen van staats- of particuliere bedrijven zijn.

Staatsbedrijven, zowel nationale als internationale, domineren de energie- en mijnbouwprojecten in de Amazonelanden, stelt het onderzoek. Binnenlandse staatsbedrijven investeren voornamelijk in olie en gas, de buitenlandse in mijnbouw.

China en de Amazone: langetermijnbelangen in energie

Met bijna 10 procent is China de grootste buitenlandse investeerder in waterkrachtprojecten in de Amazone. De belangrijkste projecten zijn onder meer de Coca-Codo Sinclair-dam in Ecuador – een project dat momenteel moeilijkheden kent – en de controversiële Belo Monte-dam in Brazilië. Maar de voornaamste Chinese belangen in Zuid-Amerikaans gas en olie liggen elders.

Volgens Viscidi komt dit omdat China zich zorgen maakt over energiezekerheid, en daarom grote, stabiele oliereserves beheert die doorgaans offshore liggen. Olievelden in het Amazonebekken hebben vaak een lagere output en trekken daarom de aandacht van kleinere bedrijven, legt ze uit. Een uitzondering is het Ishpingo-Tambococha-Tiputini (ITT)-veld, in het zeer biodiverse Yasuní Nationaal Park in Ecuador.

In maart dit jaar besloot de Waorani-gemeenschap PetroOriental SA aan te klagen.

Yasuní zorgde voor grote controverse in Ecuador en was het onderwerp van een mislukte poging van voormalig president Rafael Correa om internationale donaties aan te trekken in ruil voor het in de grond houden van de olie. In het park wonen geïsoleerd levende inheemse gemeenschappen.

Andes Petroleum, een joint venture van China Petrochemical Corporation (Sinopec) en China National Petroleum Corporation, investeerde volgens de database in drie olievelden in Yasuní. Een van die velden, nummer 14, wordt geëxploiteerd door het gelieerde bedrijf PetroOriental SA.

In maart dit jaar besloot de Waorani-gemeenschap PetroOriental SA aan te klagen: ze vindt dat de impact die de vervuilende praktijken van verbranding van gasbijproducten tijdens de oliewinning in veld 14 hebben, hun mensenrechten schendt. Het project is bovendien in strijd met de rechten van de natuur, zoals vastgelegd in wijzigingen in de Ecuadoraanse grondwet in 2008, stellen ze.

Druk op milieunormen

Conflicten met de Amazonebevolking van Ecuador hebben bijgedragen aan het beeld dat Chinese bedrijven minder strenge milieunormen hanteren dan andere internationale entiteiten die in het buitenland actief zijn.

Een onderzoek uit 2017 onder leiding van de Boston University, vond echter geen bewijs dat Chinese bedrijven beter of slechter presteren dan andere landen met projecten in Latijns-Amerika.

Naast de lange terugverdientijd gaan waterkrachtprojecten in de Amazone gepaard met ernstige sociale en ecologische gevolgen.

Maar volgens het rapport van Inter-American Dialogue, varieert de staat van dienst van Chinese bedrijven sterk, afhankelijk van ‘de eisen van het gastland’. Ook zegt het rapport dat de overeenkomsten die deze bedrijven sluiten minder transparant zijn.

‘Bij een Chinees project wordt er veel meer aandacht aan besteed’, legt Viscidi uit. Dat komt volgens haar door de perceptie dat Chinese bedrijven er minder hoge sociaalecologische normen op na houden en minder terughoudend zijn naar milieu-, sociale of bedrijfsrisico’s.

Grote internationale bedrijven houden afstand

Op enkele uitzonderingen na hebben internationale energie- en mijnbouwbedrijven afstand gehouden van activiteiten in het Amazonegebied. Het is moeilijk om allerlei productiemiddelen te verkrijgen op de afgelegen locaties. Bovendien krijgen ze steeds meer te maken met druk vanuit aandeelhouders om aan te tonen dat ze voldoen aan de hoogste normen op het gebied van milieu, maatschappij en bestuur.

De aanleg van reservoirs heeft vaak grootschalige ontbossing tot gevolg.

Het rapport heeft ook de geldschieters van de projecten onder de loep genomen. In het verleden hebben multilaterale banken zoals de Wereldbank, de CAF (de Latijns-Amerikaanse ontwikkelingsbank) en de Inter-Americaanse Ontwikkelingsbank langetermijnfinanciering verstrekt voor de ontwikkeling van waterkrachtcentrales en mijnbouw in de Amazone-landen. Volgens het onderzoek hebben ze sinds 2015 nog maar twee leningen verstrekt.

Naast de lange terugverdientijd gaan waterkrachtprojecten in de Amazone gepaard met ernstige sociale en ecologische gevolgen, zoals de hervestiging van inheemse gemeenschappen, veranderingen in de loop van rivieren, en de soorten en gemeenschappen die daarvan afhankelijk zijn. De aanleg van reservoirs heeft daarnaast vaak grootschalige ontbossing tot gevolg, waardoor in bomen opgeslagen CO2 in de atmosfeer vrijkomt.

Groter bewustzijn

Als staats- en multilaterale banken en bedrijven zich terugtrekken uit de regio, zou dat er volgens het rapport echter voor kunnen zorgen dat zij ook het toezicht verliezen op de projecten en op die manier de weg vrijmaken voor geldschieters met lagere standaarden.

Viscidi vindt dat er meer publiek bewustzijn moet komen en meer druk moet worden uitgeoefend op staatsbedrijven rond milieukwesties in het algemeen. Staatsbedrijven en oliemaatschappijen zijn verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de CO2-emissies van landen, zegt ze, en spelen een sleutelrol in de energietransitie.

‘Burgers zijn de belangrijkste aandeelhouders. Het vergt druk vanuit de samenleving en die zal er alleen komen als er veel informatie en bewustwording is’, besluit ze.

Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd op het Latijns-Amerikaanse platform Diálogo Chino