Cubaanse vissers willen niet weg van de kust
IPS
26 maart 2014
De 252 inwoners van Guanímar, een vissersdorpje aan de zuidoostkust van Cuba, zijn vastbesloten te blijven, ondanks het toenemende gevaar van orkanen en overstromingen. "Als we niet meer kunnen vissen, wat moeten we dan?", zegt de 63-jarige Maricela Pérez.
Pérez woont op slechts een paar meter van de kust. “We willen nergens anders wonen. We zijn hier geboren en getogen”, zegt ook Mayelín Hernández, een gezinshulp die twee jaar geleden terugkeerde naar het dorp. Ze zegt dat veel gezinnen die door de plaatselijke overheid verplaatst zijn naar veiliger gebieden, inmiddels zijn teruggekeerd naar de nederzetting met 152 gammele huisjes. Ze vissen nu weer in de Golf van Batabanó, net als hun voorouders.
“Ze waren meer hier in de quimbos (huisjes gebouwd van puin en restmaterialen van eerder verwoeste huizen) dan in Alquízar, de stad verderop”, zegt de 41-jarige Hernández, zelf ook afkomstig uit een vissersfamilie. Ze woonden een tijdlang op het platteland, op zo’n 9 kilometer van de kust, maar besloten toch terug te gaan.
Bodemerosie
De verhuiskwestie is weer actueel nu Cuba nieuwe regels heeft geïmplementeerd voor woongebieden en bedrijfsterreinen, en beschermde gebieden zoals de kustlijn. Het nieuwe beleid moet illegale bouw en illegaal landgebruik tegen gaan.
Guanímar ligt aan de zuidelijke kustlijn, die samen met de noordelijke kustlijn tot de meest kwetsbare gebieden voor overstromingen en stormen behoort. Wetenschappers schatten dat 2,3 procent van het huidige landoppervlak van Cuba tegen 2050 onder water zal staan als gevolg van de stijgende zeespiegel.
De nieuwe zoneringswetgeving richt zich met name op de Cubaanse kustlijn, inclusief Isla de La Juventud – het op één na grootste eiland van Cuba – en 2500 kleinere eilanden. In kwetsbare gebieden zijn activiteiten die bodemerosie in de hand werken, zoals bouwen of het gebruik van voertuigen in de duinen, verboden. Ook is het kappen van mangrovebossen en het introduceren van exotische soorten verboden.
In toeristenstad Holguín in het oosten van Cuba, werd de wet strikt geïmplementeerd. Sinds juli 2013 zijn 212 openbare gebouwen in de duinen afgebroken door de plaatselijke autoriteiten. “We willen de omgeving beschermen en maatregelen tegen de klimaatverandering doorvoeren”, zegt Yailer Sánchez, milieu-inspecteur van de Milieu Eenheid van de overheid.
Particulieren gaat het vaakst de fout in met illegale bouwactiviteiten, zegt Sánchez. De autoriteiten hebben zich tot doel gesteld alle illegale gebouwen in de komende twee jaar af te breken en de bewoners elders onder te brengen. Omdat de kwestie erg gevoelig ligt, heeft de overheid aangekondigd extra zorgvuldig om te gaan met de 245 kustdorpen in de regio.
Tijdelijke evacuatie
De nieuwe zoneringswetgeving heeft in Guanímar de gebruikelijke rust – die alleen doorbroken wordt als in de vier zomermaanden duizenden toeristen naar het dorp komen – verstoord. “Wij hebben het beste strand in de omgeving”, zegt Hernández. “We willen niet weg.” Nadat de overheid bekend had gemaakt dat iedereen die dichter dan 50 meter bij het stand woonde, weg moest, sloegen de bewoners meteen aan het meten. “Mijn huis staat 53 meter van het strand”, zegt Hernández.
Narciso Manuel Rodríguez, een 59-jarige visser met een eigen boot, zegt dat hij liever tijdelijk vertrekt als er een storm zit aan te komen. “Zo doe ik dat mijn hele leven al.” Rodríguez’ dochter kreeg een huis aangeboden in Alquízar, nadat haar huis in augustus 2004 werd verwoest door de orkaan Charley. Een andere groep inwoners van het dorp werd in 2008, na de orkanen Gustav en Ike ondergebracht in Alquízar. Gustav raasde in vol ornaat voorbij, zegt de visser, op 4 kilometer afstand van de kust.
In 1944 kreeg Guanímar te maken met een van de ergste stormen uit de Cubaanse geschiedenis. Het water kwam zes meter hoog en stroomde 12 kilometer landinwaarts. Bij de dreiging van een orkaan of vloedgolf, laden de 57 gezinnen die direct aan het strand wonen hun spullen, dieren en huisdieren in vrachtauto’s van de overheid om het natuurgeweld elders af te wachten.
Gewend aan gevaar
“De mensen zijn zich op dat soort momenten zeer bewust van het gevaar”, zegt Ricardo Álvarez, een gemeenteraadslid uit Guanímar. Maar de lokale bevolking weet volgens hem niet veel van milieuproblematiek. “We krijgen hier in het dorp de krant niet eens”, zegt hij. Volgens Álvarez moeten de mensen meer informatie krijgen en worden betrokken bij het besluitvormingsproces. “Het is belangrijk je te realiseren dat ze veel moeite hebben met de veranderingen”, voegt hij eraan toen.
De overheidswinkel in het dorp die via een rantsoensysteem basisbenodigdheden verkocht tegen gesubsidieerde prijzen, zal ook uit de duinen verdwijnen als gevolg van de nieuwe wetgeving. “Er verdwijnen steeds meer voorzieningen”, klaagt Álvarez. De basisschool sloot zes jaar geleden al. De mogelijkheid fysiotherapie te volgen op basis van medicinale modder, hield in 2008 op te bestaan nadat de behandelruimte was verwoest door de twee orkanen die Cuba dat jaar troffen.
“Mensen raken eraan gewend te leven met gevaar en ze hebben hun redenen om te blijven”, zegt bioloog María Elena Perdomo. “Er is voorlichting nodig om ze te overtuigen. En als de tijd rijp is, kunnen er ook wettelijke maatregelen volgen.”
Uit een onderzoek van architect Celene Milanés bleek in 2012 dat 90 tot 95 procent van de inwoners van de kustplaatsen Chivirico en Uvero en Santiago de Cuba, in het oosten, niet op de hoogte waren van de wetgeving.