Duitsland noemt Herero-bloedbad voor het eerst 'genocide'

Nieuws

Duitsland noemt Herero-bloedbad voor het eerst 'genocide'

Duitsland noemt Herero-bloedbad voor het eerst 'genocide'
Duitsland noemt Herero-bloedbad voor het eerst 'genocide'

Frank Schlömer

11 augustus 2015

Tienduizenden leden van het Herero-volk werden tussen 1904 en 1908 in de Duitse kolonie Zuidwest-Afrika uitgemoord door het leger van de kolonisator. Het gebied heet vandaag Namibië. Ook de Nama, breder bekend onder de naam Hottentotten, werden afgeslacht. Berlijn heeft er 111 jaar over gedaan om voor het eerst het woord 'volkerenmoord' in de mond te nemen. Officiële excuses zijn er nog niet, maar die volgen wellicht voor het einde van het jaar.

Het gaat, ook volgens de Verenigde Naties, om de eerste volkerenmoord in de twintigste eeuw en een Duitse regering durft deze term nu ook voor het eerst gebruiken. Weliswaar pas nadat de huidige oppositie (Die Grünen en Die Linke) minister van Buitenlandse Zaken Frank-Walter Steinmeier (SPD) aan een vroeger initiatief van hemzelf hadden herinnerd.

Steinmeier zit nu in de regering-Merkel, maar was in 2012 chef van de sociaal-democratische oppositie. Hij had toen in het parlement (Bundestag) een motie ingediend om het bloedbad in zuidelijk Afrika als genocide door Duitsland te laten erkennen. Het was voor de minister dus bijzonder moeilijk om nu passief te blijven in het dossier.

Buitenlandse Zaken in Berlijn liet onlangs dan ook weten dat voortaan deze zin voor de bondsregering als ‘politieke richtlijn’ geldt: ‘De vernietigingsoorlog in Namibië van 1904 tot 1908 was een oorlogsmisdaad en een volkerenmoord.’

Schrik voor herstelbetalingen

Tot nu toe was een politieke verwerking van de Duitse koloniale misdaden achterwege gebleven. Uit schrik voor de eis van hoge herstelbetalingen hadden de Duitse regeringsleiders, presidenten en het parlement altijd een grote bocht gemaakt rond de ‘Namibische kwestie’. Nu is dus het tegendeel waar geworden en spreken Duitse media over een historisch keerpunt. Er lopen al eerste gesprekken tussen Berlijn en de overblijvende Herero over schadevergoedingen.

Velden en kudden werden van de Herero afgenomen en de bevolking werd gebrutaliseerd.

Duitse troepen hadden het voormalige Deutsch-Südwestafrika eenendertig jaar (1884 - 1915) lang gekoloniseerd en de zwarte bevolking brutaal onderdrukt. Duitsland werd, na het verlies van de Eerste Wereldoorlog door het Verdrag van Versailles gedwongen al zijn kolonies af te staan.

De Herero zijn een bevolkingsgroep die in Namibië vandaag een minderheid van 7 procent vormt op het inwonersaantal van 1,7 miljoen. Aan het einde van de 19de eeuw verklaarde het Duitse keizerrijk het territorium van de Herero tot Duits grondgebied en ontscheepte troepen die dat in stand moesten houden.

Velden en kudden werden van de Herero afgenomen en de bevolking werd gebrutaliseerd. In 1904 kwamen ze, onder leiding van Samuel Maharero, in opstand tegen de kolonisator en dat staat in de geschiedenisboeken vermeld als een van de eerste pogingen om het kolonialisme te verdrijven.

Vernietigingsbevel

Maar de Duitsers wisten er wel raad mee en stuurden generaal Lothar von Trotha en het door hem gedecreteerde Vernichtungsbefehl op de Herero af.

Tussen de 80.000 en de 85.000 mensen werden brutaal uitgemoord - vrouwen, kinderen en ouderlingen incluis. Slechts een 16.000-tal overleefde de slachting omdat het hen gelukt was naar het naburige Bechuanaland, het huidige Botswana, te vluchten. Dat gebied stond onder Brits bevel en daar waren ze min of meer veilig.

De Herero zijn verwant met de Himba, die ook in Namibië leven en dezelfde taal spreken. In het koloniale tijdperk kleedden zij zich op dezelfde manier, totdat de missionarissen kwamen. De vrouwen liepen met ontblote borsten en de rokken die ze droegen waren dierenhuiden.

De Duitse missionarissen, die het gebied met de hulp van de militairen wilden kerstenen, vonden dat de ‘wilden’ er maar onzedelijk bij liepen en zich moesten aanpassen aan de Europese normen.

De Himba weigerden en zijn vandaag nog gekleed zoals vroeger, maar de Herero gaven toe aan de eis van de nieuwe kerk. De Herero-vrouwen dragen tot op vandaag kleurrijke lange jurken en een grote langwerpige hoed op hun hoofd. Onder andere om die reden zijn beide volkeren vandaag nog een ‘toeristische attractie’ in het moderne Namibië.

Duitse missionarissen waren al veertig jaar actief in de regio, voordat die Deutsch Südwestafrika werd. De rijke Duitse industrieel Adolf Lüderitz kocht aan de westkust een groot stuk grond, waar vandaag nog de stad ligt die zijn naam draagt. Die aankoop werd het prille begin van de Duitse kolonisatie.

Vandaag zijn er nog ongeveer vijfduizend Namibiërs van Duitse afkomst, en dat zijn bijna allemaal grootgrondbezitter, veetelers en fabriekseigenaars. Zuid-Afrika zwaaide tot 1990 de plak  in Namibië en dwong de plaatselijke bevolking het apartheidsregime op.

Onder druk van de Verenigde Naties, maar vooral door guerillaleider Sam Nujoma en diens SWAPO (South West African People’s Organization) moest Zuid-Afrika na de zogenaamde Grensoorlog zich terugtrekken. Op 21 maart 1990 werd Namibië onafhankelijk en Nujoma werd de eerste president.

Raymond June (CC BY-ND 2.0)

Gedenktekens in Namibië herdenken gestorven Duitse soldaten in Luderiz, waar een concentratiekamp gevestigd was waar honderden Herero en Nama stierven.

Raymond June (CC BY-ND 2.0)

Slachter van de Waterberg

Na de Conferentie van Berlijn (1884-‘85) begon het keizerlijke Duitsland daadwerkelijk met de kolonisatie van wat nu Namibië heet. Vanuit de kuststeden Lüderitz en Swakopmund - die vandaag nog zo heten - kwamen steeds meer kolonisten uit Duitsland over en na korte tijd werd in Otjimbingwe een beheerskantoor opgericht en rijksfunctionarissen geïnstalleerd.

Het bureau stond tijdelijk onder de leiding van de diplomaat Dr. Ernst Heinrich Göring, die zijn werkplek had ondergebracht in de missieschool en de titel van Kaiserlicher Kommissar mocht dragen. Hij was de vader van het latere nazi-kopstuk Hermann Göring.

Het Herero- en het Nama-volk kregen ‘beschermingsverdragen’ opgedrongen, maar de echte bedoeling was Namibië gewoon in te lijven bij het keizerrijk. Om te voorkomen dat beide volkeren samen tegen de bezetter in opstand zouden komen, werden vanuit Berlijn steeds meer soldaten, kolonisten en missionarissen gestuurd.

Het Herero- en het Nama-volk kregen ‘beschermingsverdragen’ opgedrongen, maar de echte bedoeling was Namibië gewoon in te lijven bij het keizerrijk.

De Herero verloren steeds meer landbouwgrond en kudden omdat die door de Duitsers werden ingepalmd. De onrust nam toe en begin 1904 zegden Samuel Maharero en andere Herero-chefs het ‘beschermingsverdrag’ op en vielen Duitse nederzettingen aan. In de lente stond een grote Herero-troepenmacht bij het stadje Okahandja en werden verschillende blanke kolonisten gedood.

De Schutztruppe, zoals het bezettingsleger eufemistisch heette, kon niet snel genoeg te plaatse zijn omdat ze in het zuiden werd opgehouden door de eveneens opstandige Nama.

Toch werden enkele maanden later de meest Duitse nederzettingen ontzet, vooral ook omdat de keizer een absolute scherpslijper op de Herero afstuurde.

Generaal Lothar von Trotha kwam met een legermacht die over zwaar geschut en mitrailleurs beschikte, die duizenden Herero als kanonnenvlees deed sneuvelen. Von Trotha had zijn strepen verdiend in China waar hij de Bokseropstand (1900-1901) in bloed smoorde. Die revolte was een nationalistische opstand tegen de verregaande westerse inmenging in China, waarbij duizenden doden vielen.

Onmiddellijk bij zijn aankomst in Namibië maakte de generaal publiek geen dialoog meer met de Herero te voeren, maar hen de oorlog te verklaren. De brief waarin hij dat deed ondertekende hij met ‘De grote generaal van de machtige Duitse keizer.

De inhoud van de brief was uitermate duidelijk. ‘De Herero zijn geen Duitse onderdanen meer. Ik zeg tegen het volk dat iedereen die een van de leiders bij een van mijn posten brengt duizend mark ontvangt, wie Samuel Maharero brengt, krijgt vijfduizend mark. Het Herero-volk moet het land verlaten. Als dat niet gebeurt zal ik ze daar met zwaar geschut toe dwingen. Binnen de Duitse grenzen ( hij bedoelde dus Namibië, n.v.d.r.) zal elke Herero met of zonder geweer, met of zonder kudde, worden neergeschoten. Ik neem geen wijven (sic) of kinderen meer op, ze worden naar hun volk teruggedreven of ik laat op ze schieten.’

Deze Vernichtungsbefehl was niets minder dan een opvordering tot volkerenmoord. Degenen die niet werden doodgeschoten, werden de zandvlakten in gedreven, maar niet voordat de Duitsers de waterputten hadden vergiftigd. In de Kalahariwoestijn zijn duizenden Herero gecrepeerd, terwijl de vredesgezanten die Maharero stuurde door von Trotha standrechtelijk werden geëxecuteerd.

Op 11 augustus 1904 werd het Herero-volk definitief verslagen in de slag bij het Waterbergplateau.

Daar is vandaag nog een Duits soldatenkerkhof waar op herdenkingsplaten en grafstenen teksten te lezen zijn als: ‘Hier rusten soldaten en officieren, helden die voor keizer, volk en vaderland zijn gesneuveld.’ In het Duitsland van vandaag vragen velen zich af of het woord ‘helden’ hier niet erg misplaatst is. De strijd heeft ongeveer 1.700 Duitse mensenlevens gekost, een schril contrast met de meer dan 80.000 vermoorde Herero.

In navolging van het vernietigingsbevel tegen de Herero vaardige von Trotha ook tegen het Nama-volk een uitroeiingsbevel uit. In oktober 1915 verpletterde hij de Nama en de krijgsgevangenen werden in tegenstelling tot de Herero niet uitgemoord maar gedeporteerd naar andere Duitse kolonies zoals Togo en Kameroen.

Concentratiekampen

Vandaag is het dus 111 jaar geleden dat de ‘slachter van de Waterberg’ toesloeg en zoals elk jaar herdenkt het Herero-volk in Namibië op die dag het bloedbad. De Duitsers hebben in 1904 ook iets van de Britten overgenomen.

Die dreven tijdens de Boerenoorlog in Zuid-Afrika de Boerenbevolking bijeen in zogenaamde concentratiekampen waar ze dwangarbeid moesten verrichten. In navolging daarvan richtten de Duitsers kampen op voor de Herero en de Nama die na de nederlaag nog werden opgepakt. Daarmee deed het woord concentratiekamp, dat enkele decennia later nog een veel verschrikkelijkere betekenis zou krijgen, voor het eerst zijn intrede in de Duitse politieke terminologie.

In die kampen stierven ook weer duizenden aan ontbering en epidemieën. Dat de Duitsers redelijk fier waren op hun beestig optreden, werd aangetoond door weerzinwekkende prentbriefkaarten die soldaten naar hun familie in Duitsland stuurden. Die toonden uitgemergelde zwarten, opgehangenen en executies.

Maar de etnische zuiveringen van generaal von Trotha maakten toch ook in Berlijn iets los. Keizer Wilhelm II was niet echt gediend met de tienduizendvoudige moorden die in zijn naam werden gepleegd, hoewel hij tien jaar later wel de Eerste Wereldoorlog ontketende.

Hij zette vonTrotha af en riep hem terug naar Duitsland, maar hij mocht wel legergeneraal blijven en ook zijn hoge onderscheidingen houden. Von Trotha nam een decennium nadien ook nog deel aan WO I en genoot wegens zijn Namibisch verleden zeer hoge achting bij zijn officieren.

WycliffeSA (CC BY-ND 2.0)

De Herero-vrouwen dragen tot op vandaag kleurrijke lange jurken en een grote langwerpige hoed op hun hoofd.

WycliffeSA (CC BY-ND 2.0)

August Bebel

Toch was in Duitsland niet iedereen het eens met de uitroeiing van de oorspronkelijke bevolking in Namibië. Al meteen in 1904 hield de legendarische sociaal-democratische leider, August Bebel, een opgemerkte toespraak in het parlement in Berlijn.

Hij veroordeelde de etnische liquidatie van de Herero en eiste het onmiddellijke beëindigen van de oorlog. Het bracht hem weinig sympathie op van grote delen van het Duitse parlement, zeker toen hij ook nog weigerde in te stemmen met de financiering door het rijk om de oorlog verder te zetten.

Volgens August Bebel was wat de Herero deden niets anders dan een gerechtvaardigde bevrijdingsstrijd tegen een buitenlandse bezetter.

Maar ondanks Bebel hebben alle opeenvolgende Duitse regeringen, van welke politieke samenstelling ze ook waren, steevast geweigerd de verantwoordelijkheid op te nemen voor de eerste genocide van de 20ste eeuw. De regering van Angela Merkel heeft nu wel de moed gehad het woord volkerenmoord te gebruiken, maar excuses aan Namibië zijn er nog steeds niet.

Nochtans hadden de VN al in het Whitaker Report van 1985 duidelijk gesteld dat het wel degelijk om een genocide ging.

Na Bebel was de Duitse minister van Ontwikkelingssamenwerking, Heidemarie Wieczorek-Zeul (SPD) de eerste die in 2004 zei dat haar regering het gebeuren in 1904 ‘betreurde’. Honderd jaar later dus.

Haar partijgenoot, kanselier Gerhard Schröder, maakte in hetzelfde jaar wel een rondreis door zuidelijk Afrika, maar Namibië heeft hij diplomatisch gemeden. De Duitse bondspresident Roman Herzog deed in 1998 nog straffer. Hij ging wel naar Namibië maar repte met geen woord over 1904.

Opruimen, ophangen, neerschieten

Aan de opstand was al een jarenlange brutale onderdrukking door de koloniale macht voorafgegaan. De inheemse bevolking was voor de kolonisten en hun militair apparaat niets anders dan ‘Untermenschen’, een woord dat later in de Duitse geschiedenis nog vaker zou terugkomen.

‘De Namibiërs van Duitse origine hebben het moeilijk met dit debat.’

De racistische logica hield in dat alleen de blanken in staat waren het land agrarisch te ontwikkelen en de zwarten in het beste geval alleen konden dienen als slavenarbeiders. Uit een brief die een missionaris aan zijn kloosteroverste in Duitsland, schreef blijkt duidelijk wat veel kolonisten met de Herero van plan waren. ‘Op dat vlak hoor je alleen over compromisloos neerslaan; je hoort enkel opruimen, ophangen, neerschieten zonder pardon en uitroeien tot de laatste man.’

Generaal von Trotha zelf schreef na het uitbreken van de opstand aan zijn oversten dat hij op een vernietigingsoorlog aanstuurde. ‘De neger houdt zich niet aan verdragen, hij begrijpt enkel bruut geweld; daarom meen ik dat dit volk in zijn geheel moet verdwijnen; ze moeten het zandveld (woestijn, n.v.d.r.) worden ingedreven en daar ten onder gaan. De opstand is en blijft het begin van een rassenstrijd.’

Het is zelfs zo dat nu nog lang niet iedereen aanvaardt dat het om een genocide ging. Heiner Naumann, functionaris van de Friedrich Ebert Stiftung schreef vorige maand in het tijdschrift ‘Internationale Politik und Gesellschaft’: ‘De Namibiërs van Duitse origine hebben het moeilijk met dit debat. Er zijn hier nog genoeg groepen die deze genocide blijven ontkennen.’