‘Geef Afrikaanse kunstenaars een naam’
A. D. McKenzie (IPS)
21 april 2015
Op een tentoonstelling zie je zelden de naam van de kunstenaar vermeld staan bij traditionele Afrikaanse kunst. ‘Ze krijgen niet dezelfde status als westerse kunstenaars’, zegt kunstcurator Eberhard Fischer.
De tentoonstellingsruimte voor Afrikaanse kunst in Quai Branly
Andreas Praefcke (cc0)
Kunt u voor de vuist weg een naam opnoemen van een beroemde Afrikaanse beeldhouwer? Zo ja, behoort u tot een select groepje kunstkenners. De grote meerderheid van museumbezoekers vindt het normaal dat er geen kunstenaar vermeld staat bij traditioneel Afrikaanse kunst die ze bekijken op een tentoonstelling.
Sommige kunstexperts willen daar verandering in brengen. Een uitgebreide overzichtstentoonstelling over Ivoriaanse kunst in het Parijse museum Quai Branly, gewijd aan inheemse kunst uit Afrika, Azië, Oceanië en de Amerika’s, brengt alvast hulde aan de kunstenaars achter de stukken.
Anonieme kunst
Meesters van de beeldhouwkunst van Ivoorkust toont 330 historische en hedendaagse kunstwerken en artefacten. Ivoorkust is een van de belangrijkste regio’s voor de productie van Afrikaanse kunst geweest. De tentoonstelling nodigt de bezoekers uit om ook de “meesters” achter de werken te ontdekken.
De verschillende kunstenaars worden in eigen land immers vaak als zodanig betitteld. Op deze tentoonstelling worden ze expliciet genoemd en gesitueerd. En dat is uitzonderlijk. Heel vaak tonen soortgelijke tentoonstellingen de werken als uitingen van tribale kunst en blijven de kunstenaars anoniem.
‘Mijn doel is om deze mensen op een voetstuk te zetten en het publiek te laten zien dat het grote kunstenaars zijn’, zegt de co-curator van de tentoonstelling Eberhard Fischer, etnoloog en directeur emeritus van het Rietberg Museum in Zurich. ‘Ze krijgen nooit dezelfde status als westerse kunstenaars. Het is tijd dat hun individuele vaardigheden worden benadrukt.’
Inspiratie voor Picasso en Braque
Andreas Praefcke (cc0)
In de catalogus bij de tentoonstelling schrijven de curatoren dat Afrikaanse kunst in het Westen ‘te vaak wordt beschouwd als zuiver artisanale productie ontstaan vanuit rituelen. Net als westerse kunst wordt Afrikaanse kunst geproduceerd door individuele kunstenaars die er hun grote artistieke en persoonlijke vaardigheden tot uiting in brengen.’
Een van de kunstenaars, Kuakudili, is zelfs aanwezig met een foto. De Duitse antropoloog en kunstverzamelaar Hans Himmelheber ontmoette de Ivoriaan in 1933 en maakte de foto van de kunstenaar die met zijn heilige maskers westerse kunstenaars zoals Picasso, Braque en andere aanhangers van het kubisme inspireerde.
Belgische kolonisten
De tentoonstelling komt op een moment waarop de vraag naar traditionele Afrikaanse kunst op de internationale kunstmarkt het hoogst is sinds enkele decennia. Volgens Jean Fritts van veilinghuis Sotheby’s is de gemiddelde prijs voor Afrikaanse kunst de laatste tien jaar verdubbeld. ‘Dit is deels te wijten aan de toegenomen waardering voor Afrikaanse kunst’, zegt ze.
Volgens Fritts zijn ‘sommige stukken onder meer afkomstig van erfgenamen van voormalige Belgische kolonisten.’
Een kwart van de aanwezige stukken op de internationale kunstmarkt wordt aangekocht door collectioneurs in het Midden-Oosten. De bestemming is onder meer het Louvre Abu Dhabi en het Nationaal Museum van Qatar, dat in 2016 de deuren opent.
Ook zakenlui zoals de Congolese ondernemer Sindika Dokolo zijn actief op de markt met als doel om de kunst terug naar huis te brengen. Dokolo had onlangs een afgevaardigde aanwezig op een veiling bij Sotheby’s in Parijs om mee te dingen naar een felbegeerd masker. Dat ging uiteindelijk voor 3,5 miljoen euro naar een andere bieder.
De kunstenaar eren
Soms beheersen de recordprijzen die worden geboden het publieke debat, soms de vraag of deze stukken niet zouden moeten worden “teruggegeven” aan Afrika.
Ook over de stukken uit de huidige tentoonstelling in Quai Branly loopt de discussie over wie de eigenlijke eigenaar is van werk dat het culturele erfgoed van een regio uitmaakt.
‘Kunst heeft niet echt een vaderland’, vindt Fischer. ‘Het belang van de kunstenaar is niet altijd hetzelfde als dat van een natie. Musea zijn verantwoordelijk voor de kunstenaar en moeten die altijd op de juiste manier eren’, zegt hij. ‘Afrikaanse kunst, Europese kunst en Indiase kunst moet over de hele wereld te zien zijn, we leven in de 21e eeuw.’
De tentoonstelling Meesters van de beeldhouwkunst van Ivoorkust loopt nog tot 26 juli in museum Quai Branly in Parijs.