'Humanitaire crisis in Oekraïne is onzichtbaar'
Marijn Sillis (IPS)
05 mei 2015
'Een onzichtbare humanitaire crisis', zo omschrijven Barbara Manzi van OCHA en Mamar Merzouk van ECHO de situatie in Oekraïne. Ruim één jaar na de aanvang van het conflict maken zowel de Verenigde Naties als de Europese Commissie zich zorgen om vijf miljoen mensen.
Het begon in maart vorig jaar met 17.000 Oekraïners die de Krim ontvluchtten. Na de eerste zware gevechten in april en mei 2014 telde Oekraïne plots 220.000 ontheemden in eigen land. In een half jaar tijd verdriedubbelde dat aantal, na het Akkoord van Minsk in februari ging het om een miljoen mensen.
Lilia (36) en Andri (40) ontvluchtten in oktober Makijivka. Ze verblijven nu met hun zeven kinderen in een gehuurd appartementje van dertien meter op zeven in Kramatorsk. Ze hebben alleen een paar bedden, kasten, matrassen en krukjes. Dochter Natasja, die viool speelt, gaat nu naar de plaatselijke muziekschool.
© Marijn Sillis
Ook de laatste weken blijven zich nieuwe ontheemden registreren, wat het totaal vandaag op 1,2 miljoen brengt (officieel geregistreerd, het werkelijke aantal wordt nog hoger geschat). “En het totaal aantal Oekraïners dat op dit moment behoefte heeft aan levensnoodzakelijke hulp, ramen we op 5 miljoen”, stelt Barbara Manzi, hoofd van OCHA, het VN-Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken. “Om aan alle noden tegemoet te komen, hebben we 316 miljoen dollar nodig. Op dit moment hebben we 68 miljoen opgehaald. Amper 20 procent, dus.”
Aleksander (35) met zijn zoontje op de schouder in Transition City, een dorpje van containers aan de rand van Charkov.
© Marijn Sillis
Geen ervaring of structuur
‘Dit land had nog nooit zoiets meegemaakt, heeft geen enkele structuur voor en ervaring in noodhulp. En dan gebeurt dit.’
De 1,2 miljoen ontheemden verblijven vooral in de grensgebieden van het conflictgebied. In de oblast Donetsk (een oblast is een bestuurlijke regio in verschillende landen uit de voormalige USSR, vergelijkbaar met een provincie, nvdr) gaat het om 454.000 mensen, in de oblasten Loehansk en Charkov allebei om zo’n 163.000. De eerste officiële registraties van ontheemden gebeurden pas in oktober, ruim een half jaar na de Krim-crisis. ‘Dat bewijst dat Oekraïne, dat gebonden is aan bureaucratische systemen, niet voorbereid was op een crisis als deze’, meent Manzi. ‘Dit land had nog nooit zoiets meegemaakt, heeft geen enkele structuur voor en ervaring in noodhulp. En dan gebeurt dit.’
Dat zegt ook Mamar Merzouk, hoofd van ECHO in Oekraïne, het Directoraat Generaal voor Humanitaire Hulp en Burgerbescherming van de Europese Commissie. ‘Oekraïne heeft niet de middelen om met een crisis als deze om te gaan, en ook niet het besef wat er net aan de hand is’, aldus Merzouk. ‘Al zeg ik niet dat de gezagvoerders van slechte wil zijn. De overheid heeft een probleem met prioriteiten. Er is een gebrek aan organisatie binnen de nieuwe regering, er is de economische recessie. Dat speelt ook allemaal mee.’
Transition City, een ‘modular village’ aan de rand van Charkov, opgetrokken door de Duitse overheid. Het biedt plaats aan 387 ontheemden, onder wie 178 kinderen.
© Marijn Sillis
Een onzichtbare crisis
Zowel Manzi als Merzouk noemen de situatie hoe dan ook een humanitaire ramp. ‘Buiten de landsgrenzen wordt de situatie niet zo gepercipieerd, maar er ontrolt zich een gecompliceerde crisis’, beweert Manzi. ‘Wereldwijd staat Oekraïne op plaats acht in de landenlijst met meeste intern ontheemden. Op een bevolking van vijftig miljoen mensen verkeren er vijf miljoen in nood. Do I need to say more? Ik doe dit werk meer dan zeventien jaar, heb in Somalië, Afghanistan en de Centraal Afrikaanse Republiek gewerkt. Het is hier subtieler, omdat de vluchtelingenstromen je niet in het gezicht slaan. Maar daarom is het niet minder problematisch. Oekraïne, een “level 3-crisis”, is op hetzelfde niveau als Syrië, de CAR en Nepal.’
‘Het is voor de buitenwereld een onzichtbare crisis, maar wel degelijk een crisis’
‘Het is voor de buitenwereld een onzichtbare crisis, maar wel degelijk een crisis’, bevestigt Merzouk, die voor 2015 over een budget van amper 15 miljoen euro beschikt. ‘Mensen die een normaal leven leidden, moeten van de ene dag op de andere in de rij staan voor brood. Onderschat de psychosociale last niet, de onzekerheid is slopend. De meeste intern ontheemden hoopten na enkele weken terug te keren, ondertussen zijn we al maanden verder.’
Larissa Polyakov (38) vluchtte met haar man, drie kinderen en ouders van Debaltseve naar Charkov. Nu verblijft ze in een huurhuisje met drie kamers in Pisochyn, een voorstadje van Charkov.
© Marijn Sillis
Vrees voor nieuw geweld
Internationale ngo’s drijven hun activiteiten ondertussen op. Maar zowel bij de VN als de Europese Commissie blijven ze zich zorgen maken over de beperkte middelen. ‘Het is van levensbelang dat we de budgetten verhogen’, meent Merzouk. ‘Hoe langer we deze situatie laten aanmodderen, hoe hoger de noden worden en hoe groter de kans dat de situatie verder escaleert. Ik wil niet dat dit een tweede Abchazië wordt, waar na al die jaren nog steeds kinderen opgroeien in centra.’
Hulporganisaties houden ook hun hart vast voor het geval het gewapende conflict opnieuw escaleert. ‘Als de frontlijn zich amper 30 kilometer verplaatst, zal er volgens een schatting van de VN een stroom van 600.000 mensen op gang komen. En dan schuift alles op richting de rest van EU’, stelt Petro Matiaszek, hoofdverantwoordelijke voor humanitaire hulp bij Caritas Oekraïne. ‘In dat geval is er niet langer sprake van een humanitaire crisis, maar van een gigantische humanitaire crisis. Om je een idee te geven: als een van de grootste hulporganisaties van het land hebben we tot nog toe 50.000 van de 1,2 miljoen intern ontheemden geholpen.’
Lilia (36) en Andri (40) ontvluchtten in oktober Makijivka. Ze verblijven nu met hun zeven kinderen in een gehuurd appartementje van dertien meter op zeven in Kramatorsk. Ze hebben alleen een paar bedden, kasten, matrassen en krukjes. De kinderen proberen er het beste van te maken.
© Marijn Sillis