‘Internationaal beleid is een zaak voor diplomaten, niet van generaals’
‘Naar verwachting zal de Europese Raad op 30 augustus a.s. een definitief besluit nemen over de invulling van de functies van Voorzitter van de Europese Raad en Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands- en Veiligheidsbeleid.’ Zo formuleert de agenda van de bijzondere bijeenkomst van de Europese staats- en regeringsleiders het. MO* vroeg enkele MO*academy-leden wat zij verwachten van die nieuwe topfuncties.
Luc Barbé: Internationaal recht en internationale solidariteit garanderen
In een context van enkele grote conflicten aan de rand van de Europese Unie -Oekraïne, Midden-Oosten en Noord-Afrika- klinken opnieuw felle stemmen voor meer investeringen in defensie en een “hardere” aanpak.
De uitdaging de volgende jaren voor de Europese Unie, met dus de Hoge Vertegenwoordiger in een sleutelrol, is om meer dan ooit de nadruk te leggen op diplomatie en onderhandelen.
Internationaal beleid is een zaak voor diplomaten, niet van generaals en al degenen die belang hebben bij een stijging van de defensie-uitgaven. De verschrikkelijke gebeurtenissen in Irak, Syrië en Oekraïne illustreren juist tot wat een militaire aanpak kan leiden.
De Europese Unie kan en moet altijd en overal haar model van diplomatie en overleg propageren en haar sterke economische macht gebruiken om dat model te propageren en te verspreiden.
Oorlog in de Balkan is heel weinig waarschijnlijk geworden, zeker veel minder dan 15 jaar geleden. Zo’n situatie kan ook op andere plaatsen in de wereld gerealiseerd worden.
We kunnen en moeten dus geloven en werken aan een wereld waarin oorlog in Noord-Afrika, het Midden-Oosten en elders ook heel onwaarschijnlijk wordt. Dat is een project van decennia, dat enorme mobilisatie van mensen en middelen zal vergen, maar een noodzakelijk project, een sterk waarden- en toekomstgedreven project.
De Europese Unie zou dus moeten optreden als eerste bewaker en verdediger van het respect voor het internationaal recht, de mensenrechten en internationale rechtvaardigheid & solidariteit.
Luc Barbé is zelfstandig consultant & trainer. Hij is energie-expert en schreef een boek over de betrokkenheid van ons land bij de ontwikkeling van kernwapens.
Sven Biscop: Begin met een duidelijke strategie
De eerste taak van de nieuwe Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlands Beleid van de EU is de opdracht die ook van elke nieuwe nationale minister van Buitenlandse Zaken verwacht wordt: een beleidsnota opstellen of, met een groter woord, een strategie uitdenken.
Het EU-beleid heeft nood aan meer focus. Welke prioriteiten zijn belangrijk voor alle 28 lidstaten en te groot om door wie van hen dan ook alleen opgelost te worden? Daarop moeten dan de middelen gericht worden en daarrond kan de EU een nieuw mobiliserend verhaal voor zijn internationale rol weven.
Prof. Dr. Sven Biscop is directeur van het programma “Europa in de wereld” aan het Egmont – Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen in Brussel, en doceert aan de Universiteit Gent en aan het Europacollege in Brugge.
Bruno de Cordier: Welke EU willen we?
Van de EU in zijn huidige vorm en van zijn huidige leidende kaste verwacht ik, op het vlak van een aantal breekpunten, kantelmomenten en een kritische massa aan turbulentie, hoegenaamd niets.
Maar als er één fundamentele taak is, dat is het wel deze: uitmaken welke EU we willen. Een echte entiteit met een rol en plaats in de wereldorde van morgen, of een quasi-machteloze onderaannemer van het trans-atlantische neo-imperium?
Dat impliceert het herzien van twee dingen. Eén: wil/hoort de EU nog bij de NAVO? Twee: wat doen we met het trans-atlatinische vrijhandelsverdrag (TTIP), dat de facto neerkomt op de definitieve verankering van het Angelsaksische neoliberalisme?
Bruno De Cordier is expert Eurazië. Hij leefde verschillende jaren in de zuidelijke voormalige Sovjet-Unie en in Zuid-Azië waar hij werkzaam was in het kader van de internationale humanitaire hulpsector.
Annemarie Gielen: Luisteren om conflicten te voorkomen
De Europese Unie zal baat hebben bij een nieuwe voorzitter van de Europese Raad die goed overweg kan met verschillen. Door goed te luisteren en door te vragen zal zij of hij beter begrijpen wat de ‘lidstaten’ willen, wat de partnerlanden willen, wat de verschillende belangengroepen willen.
Door alle kaarten op tafel te krijgen, kunnen de juiste beslissingen genomen worden. Proberen komen tot een consensus, keer op keer, vraagt geduld, luisterbereidheid, inzicht in de menselijke psyche, maar ook een grondige kennis van de geschiedenis, van de gevoeligheden van elke lidstaat, elk volk, elke regio, en van het juridisch of wettelijk kader.
Ten slotte zal een hoge dosis openheid en creativiteit de nieuwe voorzitter van pas komen bij het vinden van een echte consensus, van gedragen beslissingen. Deze combinatie zal haar of hem veel gezag opleveren, wat nodig is om het roer in handen te houden. In welke mate zij of hij ook de koers kan bepalen, zal afhangen van het welslagen van de inspanningen.
Wat mij betreft mag de nieuwe voorzitter een koers bepalen die werk maakt van meer vrede, meer stabiliteit, meer mensenrechten en meer gelijke kansen. Deze zomer blonk uit in escalerend geweld, waarvan de zin soms ver te zoeken is. De ontevredenheid van heel wat mensen in de wereld heeft blijkbaar zo’n pieken bereikt, dat er een blinde geweldmachine rondrijdt in heel wat landen en streken.
De Europese Unie zou een middenweg moeten vinden tussen het realiseren van de eigen noden en belangen aan de ene kant en die van de overige werelddelen aan de andere. 100 en 70 jaar geleden was heel Europa een slagveld, vandaag wordt er opnieuw gevochten aan de oostgrens.
Een goede analyse van de oorzaken van dat geweld is noodzakelijk om te kunnen komen tot een duurzame vrede. Dat vraagt niet alleen onderzoek door een legertje diplomaten, maar ook een beleid dat kansen biedt aan waarachtige vredesopbouw.
De nieuwe voorzitter en de nieuwe Hoge Vertegenwoordiger zullen werk moeten maken van een conflictpreventiebeleid, waar velen al zo lang op wachten. Investeren in strategieën en methoden die effectief een impact hebben op geweld en onrecht is noodzakelijk, wil de Europese Unie niet binnen de kortste keren geconfronteerd worden met een crisis, die kan uitmonden in haar ontbinding.
Iedereen weet dat voorkomen veel goedkoper is dan genezen, maar toch deinst men er voor terug om te investeren in preventie. De geschiedenisboeken en de kranten van vandaag staan vol met voorbeelden van hoe het niet moet: durf het dan ook anders aan te pakken.
Van geweldloze conflictoplossing bestaan ook heel veel voorbeelden, maar blijkbaar heeft men daar schrik voor, want die worden weggemoffeld. Nochtans ligt daar de sleutel voor het bereiken van de vrede en veiligheid, waarvan iedereen de mond zo vol heeft.
Annemarie Gielen is algemeen secretaris van Pax Christi Vlaanderen