‘Kledingmerken dragen bij aan kinderarbeid’
IPS
24 januari 2017
Internationale kledingmerken zoals H&M, C&A, Esprit en Marks & Spencer dragen indirect bij aan kinderarbeid in Bangladesh. Door de lage lonen in de textielsector zien veel ouders zich genoodzaakt hun kinderen uit werken te sturen, stelt een studie van Stop Kinderarbeid en SOMO.
Een gemiddelde werknemer in de Bengalese kledingindustrie krijgt slechts een derde betaald van wat wordt beschouwd als een leefbaar loon.
Lage lonen en lange werktijden blijken een belangrijke rol te spelen bij de beslissing van ouders om hun kinderen van school te halen en uit werken te sturen, staat in het rapport ‘Branded Childhood’.
Volgens de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) dragen veel kledingmerken en retailers, niet alleen de bovengenoemde, bij aan deze situatie. Bijna 50 procent van de textiel die in Bangladesh wordt geproduceerd, wordt geëxporteerd naar de Europese Unie.
Kinderarbeid afgenomen
Meer dan 3,5 miljoen Bengalese kinderen tussen 5 en 17 jaar oud werken. Kinderarbeid in op export gerichte kledingfabrieken is in de afgelopen jaren aanzienlijk afgenomen, meldt het rapport. Dat komt mede door een zero tolerance-beleid van inkopende bedrijven.
‘De verantwoordelijkheid van bedrijven om kinderarbeid aan te pakken strekt zich ook uit tot indirecte kinderarbeid’
Dit rapport richt zich volgens de organisaties echter op een ‘meer verborgen’ aspect van kinderarbeid.
De werkende kinderen uit het rapport maken geen deel uit van de toeleveringsketens van de inkopende bedrijven, maar zijn kinderen van de textielarbeiders.
Ze werken thuis of in andere bedrijven, soms in heel andere sectoren.
Volgens de auteurs is dit een gevolg van de lage lonen en lange werkdagen in de textielindustrie.
‘De verantwoordelijkheid van bedrijven om kinderarbeid aan te pakken strekt zich ook uit tot indirecte kinderarbeid’, zegt Gerard Oonk, beleidsmedewerker bij de coalitie Stop Kinderarbeid.
‘Daarom moeten bedrijven de invloed van hun inkooppraktijken op de werknemers én hun kinderen beoordelen.’
Passende maatregelen
Veel grote kledingmerken en retailers laten hun kleding in Bangladesh maken.
Er zijn nog veel meer bedrijven die hun producten laten maken in de onderzochte fabrieken. In het rapport werd gekeken naar zeven bedrijven. Naast de eerder genoemde bedrijven waren dat GAP, VF Corporation en Kmart Australia.
Veel grote kledingmerken en retailers laten hun kleding in Bangladesh maken.
‘De verantwoordelijkheid ligt echter niet alleen bij de merken en retailers die in dit rapport genoemd worden’, zeggen de onderzoekers.
Stop Kinderarbeid en de SOMO dringen er bij alle bedrijven die inkopen in Bangladesh op aan om ‘passende maatregelen’ te treffen om een leefbaar loon en goede werkomstandigheden voor de werknemers in hun toeleveringsketen te waarborgen.
‘Daardoor kunnen hun kinderen naar school en van hun kindertijd genieten.’
Nog tot 7 januari 2018 kan je in het MIAT in Gent naar de expo MADE BY CHILDREN - Kinderarbeid vroeger en nu. Meer info vind je in onze agenda.