Honderdduizenden kinderen werken in Indiase katoensector
David Ongenaert
20 augustus 2015
Uit een rapport van een Nederlandse ngo blijkt een opvallend sterke stijging van kinderarbeid in de katoenteelt van de Indiase deelstaten Rajasthan en Gujarat. Op basis van die informatie vraagt het Hooggerechtshof van Rajasthan de regering om actie te ondernemen. Intussen beraadt de Nederlandse politiek zich over sectorafspraken.
Eind juli publiceerde de Nederlandse ngo Landelijke India Werkgroep (LIW) een rapport dat aantoont dat kinderarbeid vaak voorkomt in de Indiase katoenzaadteelt. Meer concreet zouden in de Indiase deelstaat Rajasthan 13.500 kinderen onder de veertien jaar en 15.500 jongeren tussen de vijftien en achttien jaar in de katoenzaadteelt werken. In de aangrenzende deelstaat Gujarat zouden 110.400 jonge kinderen en 163.200 tieners in de katoenvelden zwoegen. Zij worden vaak geronseld in Rajasthan.
De omstandigheden waarin deze kinderen werken zijn slecht tot gevaarlijk, zo stelt het rapport. ‘Blootstelling aan pesticiden en lange werkuren leiden ertoe dat veel kinderen vaak ziek worden’, verduidelijkt Gerard Oonk, directeur van LIW. ‘Om over de lange termijneffecten op hun gezondheid nog maar te zwijgen. Maar ook de studieprestaties van de kinderen lijden onder het lange en zware werk die ze op de velden moeten verrichten. Vaak zijn beide zaken zelfs niet te combineren en stoppen ze met school.’
Toename landbouwgronden
Vraag is evenwel waarom katoenbedrijven zoveel kindarbeiders aannemen. ‘Binnen de katoennijverheid moet veel handarbeid verricht worden. Daar zijn kinderen natuurlijk erg geschikt voor,’ verklaart Oonk, ‘maar het werk kan en moet natuurlijk door volwassenen worden gedaan.’ ‘Verder zijn kinderen natuurlijk makkelijker te manipuleren en kunnen katoenfabrieken op die manier de kosten drukken.’
Opmerkelijk: in beide deelstaten is het aantal kindarbeiders in de katoenzaadteelt de afgelopen jaren sterk toegenomen. Meer concreet was er in 2010 in Rajasthan amper sprake van kinderarbeid, terwijl Gujarat sindsdien 100.000 nieuwe jonge werkkrachten telt.
‘De toename van arealen in de katoensector ligt aan de oorzaak daarvan’, meent Oonk. ‘Het gemiddeld aantal kindarbeiders per boerderij is door maatregelen van bedrijven, lokale ngo’s en deels de overheid namelijk afgenomen, maar het aantal landbouwbedrijven is sterk gestegen. Waardoor er in het totaal dus meer kindarbeiders tewerkgesteld zijn.’
Stille dood
De lokale overheden zijn allerminst zuiver op de graat, zo blijkt uit het rapport. Meer bepaald werd een werkgroep, die kinderarbeid moet monitoren, dit jaar niet geactiveerd. Voorts houden hoge ambtenaren uit Rajasthan en Gujarat normaal gezien ieder jaar een bijeenkomst waar ze de problematiek bespreken. Probleem is evenwel dat de laatste vergadering al dateert van twee jaar geleden.
‘We stellen vast dat de lokale overheden wel initiatieven lanceren maar dat die na enkele jaren meestal een stille dood sterven’, geeft Oonk aan. ‘Daarom proberen we, in samenwerking met lokale partners, zoveel mogelijk druk uit te oefenen op de diverse regeringen opdat ze zich zouden houden aan hun na te komen verplichtingen.’
Tussenkomst Hooggerechtshof
Maar ook het Hooggerechtshof van Rajasthan is de situatie beu. Op basis van het rapport van LIW vraagt het nu de regering van diezelfde deelstaat om maatregelen te nemen.
‘Een Indiase krant (Rajasthan Patrika, red.) publiceerde een stuk dat gebaseerd was op ons onderzoek’, legt Oonk uit. ‘In een lokale zaak, waarbij een man een bejaarde vrouw heeft vermoord omdat hij dacht dat ze een heks was, kwam het artikel de bevoegde rechters ter ore. Zij zien dergelijke moord, die deel uitmaakt van een lokale traditie, als een teken dat de gehele regio onderontwikkeld is. Er is immers ook sprake van kinderarbeid en –uitbuiting, het wettelijke minimumloon wordt vaak niet uitbetaald, enzovoort. Het is in die context dat je de vraag van het Hooggerechtshof naar de regering toe moet situeren.’
Inmiddels heeft Nuziveedu, het grootste Indiase zaadbedrijf, maatregelen tegen kinderarbeid aangekondigd. ‘Ook andere grote bedrijven zijn nu bereid om hierover te praten’, vertelt Oonk. ‘Zij lijden immers imagoschade door deze zaak. Bovendien kunnen we het goede voorbeeld van Nuziveedu gebruiken om andere bedrijven aan te spreken, ook op het uitbetalen van fatsoenlijke lonen.’
Parlementaire vragen en sectorafspraken
De zaak zorgt echter niet alleen in India voor beroering. Ook binnen de Nederlandse politiek leeft het thema. Meer bepaald heeft Tweede Kamerlid Roelof Van Laar (PvdA) reeds diverse vragen over de kwestie ingediend die bestemd zijn voor de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Die zullen na de zomerreces behandeld worden.
‘Verder zullen er ook sectorafspraken gemaakt worden in alle economische sectoren waar kinderarbeid en andere mensenrechtenproblemen zich voordoen’, vertelt Oonk. ‘Daarvoor zal men samenzitten met onder meer alle zaadbedrijven die actief zijn in Nederland. Hopelijk kan op die manier kinderarbeid toch deels een halt toegeroepen worden.’
Het volledige rapport kunt u hier lezen.