Navo buigt zich over turbulent Turkije

Nieuws

Navo buigt zich over turbulent Turkije

Navo buigt zich over turbulent Turkije
Navo buigt zich over turbulent Turkije

Eveline De Reu

28 juli 2015

Op verzoek van Turkije komt de Navo op dinsdag 28 juli in een buitengewone spoedzitting samen in Brussel. Na een turbulente week wil het land aandacht voor haar strijd met de Koerdische PKK-militanten en terreurbeweging IS. MO* verzamelde een aantal reacties van experten.

Maandag 20 juli kwamen 32 mensen om het leven bij een zelfmoordaanslag in het Turks-Koerdische Suruç waar Islamitische Staat vermoedelijk verantwoordelijk voor was. Op donderdag 23 juli vermoordde de islamitische terreurbeweging een Turkse grenswachter. Diezelfde dag doodden leden van de PKK twee Turkse politiemannen als vergelding voor de aanval in Suruç. Die beschouwen ze als een collaboratie tussen de regering en IS. 24 juli werden op Turkse bodem honderden verdachte IS-aanhangers en PKK-militanten gearresteerd, terwijl Turkse F-16-gevechtsvliegtuigen drie IS-doelwitten bombardeerden in Syrië. Zaterdag voerde Turkije luchtaanvallen uit op IS- en PKK-doelwitten in Syrië en Irak. Samenvattend, een woelige week voor het land.

UItzonderlijke spoedzitting

‘Het is het gepaste moment om de onrust in Syrië, Irak en Turkije onder de loep te nemen’

Jens Stoltenberg, secretaris-generaal van de Navo, roept een spoedzitting bijeen met de ambassadeurs van de 28 lidstaten. Hij doet dit op vraag van het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken dat een consultatie wenst onder Artikel 4 van het Navo-verdrag. Dat artikel moedigt leden aan om onderwerpen op tafel te leggen en zich zo open te stellen voor politieke discussie. De vergadering mag aangevraagd worden wanneer de territoriale integriteit en veiligheid van een land onder vuur komt te liggen. Het is slechts de vijfde keer in de Navo-geschiedenis dat zo’n zitting plaatsvindt.

Kārlis Dambrāns (cc by 2.0)

Na een woelige week vraagt Turkije een buitengewone vergadering van de Navo aan

Kārlis Dambrāns (cc by 2.0)

Stoltenberg noemt de aanvraag van Turkije terecht. ‘Het is het gepaste moment om de onrust en instabiliteit die we waarnemen in de omgeving van Syrië, Irak en de Navo-grenzen van Turkije onder de loep te nemen,’ meent hij. Bij zijn eerdere contacten met de Turkse eerste minister Ahmet Davutoglu beveelde Stoltenberg Turkije aan om stappen te ondernemen in het gevecht tegen IS en terrorisme, om de grenscontrole uit te breiden en de instroom van buitenlandse strijders in te tomen.

Strijd tegen Koerden of tegen IS?

Brigadegeneraal b.d. Jo Coelmont, verbonden aan het Egmontinstituut voor Internationale Betrekkingen, hoopt dat Turkije de spoedzitting zal aangrijpen om haar tot nu toe ambigue positie in het conflict te verduidelijken. ‘Het land moet duidelijk maken of haar zwaartepunt ligt bij de strijd tegen IS of de strijd tegen de PKK. Alleen dan kan Turkije een positieve rol beginnen spelen in het internationale debat rond de IS-bedreiging.’

Daarmee sluit hij zich aan bij  analisten die waarschuwen dat een Turks binnenlands conflict de rol van Turkije in een coalitie bemoeilijkt en de strategie van het Westen tegen de IS in de weg zou kunnen staan

Hoop op verduidelijking van het zwaartepunt voor Turkije binnen het conflict: de strijd tegen IS of de strijd tegen PKK?

Derwich Ferho, voorzitter van het Koerdisch Instituut, haalt aan dat de verkiezingsnederlaag van de parlementaire verkiezingen in juni nog zwaar op de maag ligt bij de AKP. De regeringspartij, de grootste partij in Turkije en partij van president Recep Tayyip Erdoğan verloor hierbij haar absolute meerderheid. ‘Erdoğan is uit op imagoverbetering nadat hij internationaal op de vingers getikt werd. Oorlogsvoering is zijn voornaamste middel daartoe.’

Ferho beweert dat ‘de Koerdische vrijheidsbeweging op militair vlak niet reageert’. Volgens hem zal de pro-Koerdische partij HDP, die bij de verkiezingen in juni de kiesdrempel haalde, er alles aan doen om een militair conflict te voorkomen. ‘De HDP spoorde de Turkse autoriteiten aan om af te stappen van de agressieve mentaliteit en drong sterk aan bij de PKK om niet te reageren.’

Politicoloog Dries Lesage (UGent) is het daar niet mee eens. Volgens Lesage draagt de PKK zelf een zware verantwoordelijkheid in het civiele conflict. ‘Op 11 juli heeft de PKK eenzijdig het staakt-het-vuren opgezegd. Toen viel al een dode.’ Lesage stelt het bestaansrecht van de gewapende groep met een verrottingsstrategie in Turkije in vraag en stelt dat een samenwerking met PKK voor elke Turkse regering politieke zelfmoord zou zijn.