Op deze plekken in Vlaanderen komen (hoogstwaarschijnlijk) nieuwe windmolens
De voorbije twintig jaar hebben projectontwikkelaars voor 2357 grootschalige windturbines bouwvergunningen aangevraagd bij de Vlaamse overheid. Intussen zijn voor 686 windmolens stedenbouwkundige vergunningen toegekend, zo blijkt uit overheidsdata die MO* in samenwerking met Ruimte Vlaanderen analyseerde. Dat meer dan de helft van de vergunde windmolens nog niet is gebouwd, heeft diverse redenen.
De eerste aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen om windmolens te plaatsen in Vlaanderen dateren van midden jaren negentig.
Een blik op de evolutie van de beslissingen per jaar toont dat de piek zich situeert rond het jaar 2010. ‘In die periode zag je een boom in windenergie’, zegt Liesbet Mijlemans, experte windenergie bij consultancybureau 3E.
Bron: Ruimte Vlaanderen
‘De technologie was matuur, er waren een aantal professionele spelers, er was een soort plan van aanpak, de vergunningswetgeving stond op punt [het vergunnen van windturbines werd in 2009 vereenvoudigd in bepaalde bestemmingscategorieën zoals industriegebied, agrarisch gebied, havengebied, nvdr], de bevoegde instanties wisten hoe ze er mee moesten omgaan, en er waren nog veel locaties beschikbaar.’
‘Die piek heeft een aantal jaar geduurd, maar daarna is het moeilijker en moeilijker geworden. Dat komt deels omdat er minder locaties over blijven. Daarnaast merk je dat een aantal instanties –waaronder actiegroepen– het moeilijker hebben gemaakt. Het aantal dossiers waarover de Raad voor Vergunningsbetwistingen zich tegenwoordig buigt, is groot.’
‘Het wachten op een uitspraak loopt in de helft van de gevallen twee tot vier jaar of langer op.’
Uit de data van Ruimte Vlaanderen blijkt dat er een beroep ingediend werd tegen 73 bouwdossiers, oftewel 224 windturbines. De Raad voor Vergunningsbetwistingen sprak zich intussen uit over 36 bouwdossiers (oftewel 114 windturbines). Voor 37 bouwdossiers (110 windturbines) is de beroepsprocedure nog lopende.
Bart Bode, algemeen directeur van sectorfederatie Organisatie Duurzame Energie (ODE) vindt dat de procedures veel te lang aanslepen. Bode: ‘Uit een recente bevraging bij onze leden blijkt dat tachtig windturbines al jarenlang geblokkeerd zitten bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Het wachten op een uitspraak loopt in de helft van de gevallen twee tot vier jaar of langer op. Wij vinden dat een beslissingstermijn binnen de zes maanden een noodzaak is.’
Windturbine in Dilsen-Stokkem
© Storm Windpower
Een blik op de vergunningsaanvragen
Stedenbouwkundige vergunningen voor grootschalige windturbines in Vlaanderen (>= 400 kW), periode 1996-2015
De voorbije twintig jaar hebben projectontwikkelaars voor 2357 grootschalige windturbines stedenbouwkundige vergunningen aangevraagd bij de Vlaamse overheid. Intussen zijn voor 686 windmolens bouwvergunningen toegekend, zo blijkt uit data van Ruimte Vlaanderen. Voor 703 turbines werd de vergunning geweigerd.
Al de andere dossiers zijn momenteel ofwel nog in aanvraag, ofwel ingetrokken (door de projectontwikkelaar zelf), teruggestuurd door de overheid (bijvoorbeeld omdat het aanvraagdossier niet volledig was), van rechtswege vervallen (bijvoorbeeld niet op tijd gebouwd: eens de nodige vergunningen op zak zijn, moeten de bouwwerken binnen de twee jaar starten) ofwel heeft de projectontwikkelaar ervoor gekozen de vergunning niet te gebruiken (bijvoorbeeld omwille van protest).
Onbenut potentieel
Opmerkelijk is dat anno 2015 voor 391 grootschalige windturbines een stedenbouwkundige vergunning is toegekend, terwijl die windmolens nog niet zijn gebouwd. Het gaat in totaal om een onbenut vermogen van 1139,3 megawatt. Die vaststelling is onder meer van belang in het kader van Vlaanderens ambitie om zijn aandeel hernieuwbare energie te verdubbelen van 5,9% in 2014 tot 10,5% tegen 2020.
Legende: groen: gebouwde windmolens / geel: windmolens waarvoor een bouwvergunning is toegekend maar die nog niet zijn gebouwd
Bron gegevens: Ruimte Vlaanderen. Kaart: Kilian de Jager (MO*)
Het Vlaams Agentschap voor Energie (VEA) mikt tegen 2020 op een groene stroomproductie op basis van windenergie ten belope van 2.036.939 megawattuur. Gesteld dat de windmolens 2000 draaiuren per jaar halen, is daarvoor een vermogen van 1018 megawatt nodig.
‘Er zijn al ruimschoots voldoende stedenbouwkundige vergunningen voor windmolens afgeleverd om aan de klimaatdoelstellingen te voldoen.’
Vandaag zijn de bestaande 295 windturbines al goed voor een vermogen van 690,6 megawatt. Tel daarbij het onbenut vermogen van 1139,3 megawatt (de reeds vergunde maar nog niet gebouwde windmolens), en de klimaatdoelstellingen lijken binnen handbereik.
‘Je kan besluiten dat er al ruimschoots voldoende stedenbouwkundige vergunningen afgeleverd zijn om aan de doelstelling te voldoen’, zegt Mie Van den Kerchove, woordvoerster van Ruimte Vlaanderen, het departement dat het ruimtelijke ordeningsbeleid van de Vlaamse regering uitvoert.
Ruimte Vlaanderen is samen met het departement Leefmilieu, Natuur en Energie en het Vlaams Energieagentschap dit mogelijk potentieel aan het analyseren. Van den Kerchove: ‘We onderzoeken wat er van dit onbenut vermogen van 1139,3 megawatt werkelijk als potentieel wordt voorzien.’
Mijlemans vindt de projecties van de Vlaamse overheid erg optimistisch. ‘Wegens het ontbreken van de milieuvergunning zal een deel van de turbines die een bouwvergunning hebben er kennelijk niet komen. Ook voor de andere projecten bedraagt de tijd tussen de vergunning(saanvraag) en de effectieve realisatie makkelijk toch enkele jaren.’
Dirk Ingo Franke (CC by-sa 2.0)
‘Bovendien lijkt het me toch opportuun om verder vooruit te kijken dan 2020. De 2020-doelstellingen zijn immers maar een tussenstap naar de verdere klimaatdoelstellingen. Beleidskeuzes die we nu maken en nieuwe ontwikkelingen die nu worden gestimuleerd of niet, beïnvloeden dus grotendeels de periode na 2020. Zo bekeken hebben we toch nog een hele weg te gaan.’
Ook Bart Bode van sectorfederatie ODE vindt dat de overheid veel ambitieuzer moet zijn. Bode: ‘Onze inschatting op basis van huidige regelgeving is dat we voor 2020 naar 2000 megawatt windenergie moeten –zowat het dubbele van de Vlaamse ambitie dus. Dat is geen luchtkasteel. Ik ga ervan uit in 2017 die Vlaamse doelstelling van 1018 megawatt al behaald zal zijn. Gaan we daarna drie jaar niets meer doen? Of gaan we op het elan door? We moéten gewoon, alleen al vanuit het oogpunt van energiebevoorrading, maar ook omdat we ermee jobs kunnen creëren en onze economie vooruithelpen.’
Daarom staan die 391 windmolens er nog niet
Gebouwde (donkergrijs) versus vergunde maar nog niet gebouwde (lichtgrijs) grootschalige windmolens per beslissingsjaar
Bron: Ruimte Vlaanderen
Blijft de vraag: waarom zijn die 391 windmolens dan nog niet gebouwd?
‘De redenen daarvoor zijn divers’, zegt Van den Kerchove. ‘In de eerste plaats speelt de timing. Voor het merendeel van de nog niet gebouwde turbines, 265 van de 391, is de stedenbouwkundige vergunning pas vanaf 2012 afgeleverd. Het duurt gemiddeld toch gemiddeld twee jaar alvorens de molen er uiteindelijk staat. Waarschijnlijk ga je de komende jaren toch een inhaalbeweging zien.’
Overzicht van het aantal niet gebouwde windturbines, in het jaar waarin ze de stedenbouwkundige vergunning kregen
De vraag is of de projectontwikkelaars voor al die 391 windturbines mét bouwvergunning ook al een milieuvergunning op zak hebben.
Een tweede factor die Van den Kerchove aanstipt, is de milieuvergunning. Om een windturbine te mogen bouwen heb je niet alleen een stedenbouwkundige vergunning nodig maar ook een milieuvergunning. ‘Bedoeling is om vanaf 1 januari 2017 die administratieve last te vereenvoudigen, en naar één omgevingsvergunning te gaan, maar tot op heden heb je dus twee vergunningen nodig.’
De vraag is dan ook of de projectontwikkelaars voor al die 391 windturbines mét bouwvergunning ook al een milieuvergunning op zak hebben. Probleem: de gegevens om daarop te antwoorden zijn niet voorhanden –toch niet gecentraliseerd. Aangezien het de provincies zijn die beslissen over milieuvergunningen, zitten de data verspreid.
Van den Kerchove: ‘De Vlaamse administratie is momenteel wel bezig om al die gegevens van de provincies toe te voegen aan onze Bredero-databank. Eind 2016 moet dat proces rond zijn. Pas dan kunnen we precies zeggen hoeveel milieuvergunningen er nog moeten afgeleverd worden voor windmolens die al stedenbouwkundig vergund zijn.’
Wat intussen wel duidelijk is –zo blijkt althans uit een onderzoek dat Ruimte Vlaanderen vorig jaar in samenwerking met de provincie Oost-Vlaanderen liet uitvoeren– is dat in twee op de drie gevallen wanneer de stedenbouwkundige vergunning wordt afgeleverd, de milieuvergunning ook aangevraagd en afgeleverd wordt.
Met dank aan Katleen Vermeiren en Stijn Vanacker van Ruimte Vlaanderen.