Regenwoud van Papoea-Nieuw-Guinea gaat voor de bijl
Catherine Wilson (IPS)
02 december 2014
Het tempo waarin Papoea-Nieuw-Guinea en de Salomonseilanden ontbost worden, ligt schrikwekkend hoog. Dat heeft ook rampzalige gevolgen voor de inheemse gemeenschappen, waar de praktijk vaak gepaard gaat met armoede, onveiligheid en conflicten.
IUCNweb (CC BY-NC-SA 2.0)
Paul Pavol is een inheemse landeigenaar in het district Pomio van East New Britain, een eilandprovincie ten noordoosten van het Papoea-Nieuw-Guineese vasteland. Hij verklaart dat de houtkap in het gebied tot permanente beschadiging van de bodem en de bossen heeft geleid. “Onze gemeenschappen zijn van het woud afhankelijk voor hun water, bouwmaterialen, natuurlijke geneesmiddelen en voedsel.”
Vier jaar geleden verkreeg een Maleisisch multinationaal houtkapbedrijf twee Special Agricultural Business Leases (SABL’s), een soort van kapconcessies, in het district. Maar de lokale landeigenaars beweren dat ze daar nooit toestemming voor hebben gegeven, en in november gaf de rechter het bevel aan de ontwikkelaar om zijn kapactiviteiten te stoppen.
Volgens de ngo Global Witness had het bedrijf toen al 7000 hectare bos vernietigd en voor meer dan 50 miljoen dollar aan hout uitgevoerd.
Landbouwprojecten
“We hebben voorafgaand nooit toestemming gegeven voor de SABL’s op ons grondgebied. Waarom zouden we ermee ingestemd hebben om ons land voor 99 jaar in de handen van een houtkapbedrijf te leggen?”, zegt Pavol.
Een derde van alle hout dat Papoea-Nieuw-Guinea (PNG) verlaat, is afkomstig uit gebieden die in 2012 als SABL’s te boek stonden, meldt de denktank PNG Institute of National Affairs. Nochtans waren deze concessies oorspronkelijk bedoeld om landbouwprojecten voor de lokale gemeenschappen te faciliteren.
Pavol spreekt ook van mensenrechtenschendingen door “het inzetten van de oproerpolitie om het houtkapbedrijf te beschermen en onze gemeenschappen te intimideren en terroriseren”.
Vorig jaar deed de ngo Eco-forestry Forum onderzoek in Pomio, samen met de politie en stakeholders van de regering. De conclusie bevestigde dat personeel van de politie door houtkapbedrijven in de arm werd genomen om lokaal verzet tegen hun activiteiten te onderdrukken. Ze zouden gewelddadige raids en zware aanvallen op de dorpelingen hebben uitgevoerd.
Corruptie
Papoea-Nieuw-Guinea heeft met 29 miljoen hectare bos, en vormt samen met de rest van het eiland Nieuw-Guinea het derde grootste regenwoud ter wereld. Maar het is ook de tweede grootste uitvoerder van tropisch hout.
De Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) voorspelt dat 83 procent van de commercieel interessante bossen verloren of gedegradeerd zullen zijn tegen 2021, als gevolg van de houtkap, mijnbouw en de omzetting naar oliepalmplantages.
Het land beloofde recent op een regionale regenwoudtop in het Australische Sydney om zijn plannen te ontvouwen die over tien jaar een einde moeten maken aan de ontbossing. Maar inheemse activisten zijn niet onder overtuigd.
“Binnen tien jaar zullen alle toegankelijke bossen al gekapt zijn. Aan de basis van dit probleem ligt endemische en systematische corruptie”, aldus een woordvoerder van de ngo Act Now PNG.
“Wie de wet overtreedt, wordt onvoldoende gestraft en onze wetten worden niet afgedwongen”, voegt Pavol eraan toe. De Londense denktank Chatham House deelt die mening.
China grootste afnemer
Milieuverwoesting en aan houtkap gerelateerd geweld verergeren de situatie in Pomio, al een van de minst ontwikkelde districten van East New Britain. Er is een gebrek aan gezondheidszorg, degelijke wegen, drinkbaar water en sanitair. De levensverwachting in Pomio bedraagt 45 tot 50 jaar, en ook de kindersterfte ligt er aanzienlijk hoger dan het nationale gemiddelde.
Op de nabijgelegen Salomonseilanden, waar 2,2 miljoen hectare bos meer dan 80 procent van het land bedekt, wordt hout geoogst in een tempo dat bijna vier keer het ‘duurzame’ tempo van 250.000 kubieke meter per jaar bedraagt.
Hout is goed voor 60 procent van de inkomsten uit export, maar dit zal naar alle waarschijnlijkheid niet blijven duren: het Solomon Islands Forest Management Project vermoedt dat de toegankelijke bossen tegen volgend jaar uitgeput zullen zijn.
De hoge vraag naar grondstoffen van de groeiende Aziatische economieën is een belangrijke drijfveer achter de legale en illegale houtkap in beide landen. Maleisische bedrijven domineren deze industrie, met China als belangrijkste afnemer.
Illegale ontginning
Maar er zijn heel wat onfrisse praktijken mee gemoeid, zoals smeergeld neertellen voor vergunningen en het schenden van de kapconcessies. Meer dan 80 procent van houthandel uit PNG en de Salomonseilanden is afkomstig uit illegale ontginning, goed voor een waarde van 800 miljoen dollar in 2010, aldus het VN-kantoor tegen Drugs en Misdaad (UNODC).
Sinds 2003 hebben internationale bedrijven zich de toegang verschaft tot 5,5 miljoen hectare bos in het land, bovenop de 8,5 miljoen hectare die al bestemd was voor houtontginning. Het betreft de frauduleuze bemachtiging van SABL’s, meldde een onderzoekscommissie en een studie van het Oakland Instituut in California.
Op de Salomonseilanden is houtkap al bijna twintig jaar een van de belangrijkste bronnen van inkomsten voor de regering. Maar het Pacific Islands Forum meldt dat de sterke economische groei door de ontginning van grondstoffen niet doorsijpelt tot de armen. Het land staat op de 157ste plaats (van de 187) op de lijst voor menselijke ontwikkeling.
“Op de Salomonseilanden hebben politici en buitenlandse kapbedrijven nauwe banden. We horen geregeld verhalen van politici die hun macht aanwenden om houthakkers te beschermen, de politie te beïnvloeden en in ruil voor geld belastingsuitzonderingen toestaan aan buitenlandse bedrijven”, besluit een woordvoerder van Transparency Solomon Islands.