Seksueel misbruik door VN-vredestroepen krijgt staartje

Nieuws

Seksueel misbruik door VN-vredestroepen krijgt staartje

Seksueel misbruik door VN-vredestroepen krijgt staartje
Seksueel misbruik door VN-vredestroepen krijgt staartje

Thalif Deen (IPS)

13 mei 2015

Berichten over seksueel misbruik door VN-vredestroepen hebben een campagne op hoog niveau in gang gezet. De niet-gouvernementele organisaties (ngo's) achter de campagne eisen een einde aan geweld tegen vrouwen en kinderen, en de instelling van een onafhankelijke onderzoekscommissie.

Afgelopen maand kwamen opnieuw berichten naar buiten over seksueel misbruik, ditmaal door Franse vredestroepen in de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR). VN-woordvoerder Stephane Dujarric zei tijdens een persconferentie dat deze troepen ditmaal niet onder bevel of controle stonden van de Verenigde Naties. ‘We hopen dat de daders van deze afschuwelijke misdaden waar kinderen uit de Centraal Afrikaanse Republiek bij betrokken zijn, vervolgd en berecht worden.’

‘Lidstaten moeten VN-vredesmissies onderwerpen aan een rigoureuze, volledig onafhankelijke onderzoekscommissie’

‘Of het nu gaat om verwarring en incompetentie ter plaatse of doofpotaffaires op het hoogste niveau bij de Verenigde Naties in New York, lidstaten moeten VN-vredesmissies onderwerpen aan een rigoureuze, volledig onafhankelijke onderzoekscommissie die toegang heeft tot alle documenten en alle personeel’, zegt Paula Donovan, voormalig bestuurder bij het VN-Kinderfonds Unicef  en nu mededirecteur van AIDS-Free World, de organisatie die meehielp om het verhaal in de publiciteit te brengen. ‘Zo lang dat niet gebeurt, zullen nieuw beleid en procedures falen, net als het huidige beleid en de huidige procedures’.

De Zweedse VN-coördinator Anders Kompass bracht het interne rapport over het kindermisbruik in de Centraal Afrikaanse Republiek onder de aandacht van de Franse politie, toen de VN geen actie ondernamen om het misbruik te stoppen. Kompass werd afgelopen maand ontheven van zijn post als directeur Veldoperaties wegens het lekken van vertrouwelijke informatie en het schenden van protocollen. Afgelopen week werd die schorsing opgeheven door een geschillencommissie van de VN.

Onschendbaarheid

Vorig jaar werden meer dan vijftig gevallen van seksueel misbruik door VN-personeel gemeld. Waarschijnlijk ligt het daadwerkelijke aantal veel hoger. Het bestaan van diplomatieke onschendbaarheid zou daders echter de mogelijkheid geven ongestraft weg te komen met hun gedrag.

Een voorstel voor een internationale conventie die het mogelijk maakt daders van seksueel misbruik te straffen, dateert al uit 2008. Dat plan kwam nooit van de grond. Tegen de achtergrond van de huidige campagne, die “Code Blue” gedoopt is, kan het voorstel wellicht nieuw leven ingeblazen worden. Er wordt echter tegenstand verwacht van ontwikkelingslanden die de meeste militairen leveren voor de zestien huidige vredesmissies. Die missies tellen in totaal 106.595 militairen en 17.000 burgermedewerkers. De landen die de meeste mensen leveren voor de vredestroepen, zijn Bangladesh (9.307 militairen), Pakistan (8.163), India (8.112), Ethiopië (7.864) en Rwanda (5.575), blijkt uit de laatste VN-cijfers.

Kwesties op het gebied van jurisdictie tijdens vredesmissies zijn “ongelooflijk complex”.

Op de vraag of een internationaal verdrag seksueel misbruik effectief kan aanpakken, antwoordt Donovan dat kwesties op het gebied van jurisdictie “ongelooflijk complex” zijn tijdens vredesmissies. ‘Maar de waarheid is onthutsend en simpel: geen enkel nieuw mechanisme, nieuwe methode of nieuwe werkwijze zal in de praktijk leiden tot het voorkomen van misbruik of het vervolgen van personeel dat zich misdraagt. Dat komt doordat de VN-bureaucratie die verantwoordelijk is voor het implementeren van hervormingen, niet functioneert.’

Atlijd hoopvol

Mavic Cabrera-Balleza, internationaal coördinator van het Global Network of Women Peacebuilders, zegt dat het voorgestelde verdrag er al veel eerder had moeten zijn. ‘Als het er nu niet komt, wanneer dan wel? Het wordt tijd deze verantwoordelijkheidskloof te dichten.’

Cabrera-Balleza zegt dat haar organisatie zich zal inzetten voor aanname en ratificering van het verdrag. ‘In het maatschappelijk middenveld zijn we altijd hoopvol. Dat is een van onze bronnen van kracht te midden van groeiend conservatisme van regeringen, en als gevolg daarvan, onderdrukking van maatschappelijke organisaties. Tegelijkertijd zijn we ook realistisch, omdat we direct uit het veld horen wat er speelt. De informatie die wij ontvangen wordt niet gefilterd, in tegenstelling tot de rapportages die het VN-hoofdkwartier en regeringsmissies bereiken.’

Ze betwijfelt of landen die bijdragen aan vredesmissies, bereid zullen zijn een verdrag te steunen, met uitzondering wellicht van Canada en de Europese landen. Cabrera-Balleza zegt dat bijdragende landen zich ook moeten verplaatsen in de ontvangende landen. ‘Willen zij geen gerechtigheid zien, als er misdaden begaan worden tegen hun bevolking?’ De Verenigde Naties staan een zero tolerance-beleid voor als het gaat om seksueel misbruik, maar de lidstaten niet. De conventie kan hierin samenhang brengen, zegt ze.