Sociale munten: troeven voor de samenleving
Timo Van Gucht
18 mei 2014
In Londen hebben ze de Lambeth Pound, in Amsterdam maakt de Makkie zijn opmars en dichter bij huis zijn sinds 2011 ook de Torekes in omloop in de Gentse wijk Rabot-Blaisantvest. Leuk klinkende namen hebben deze zogenaamde gemeenschapsmunten, maar wat betekenen ze nu eigenlijk?
De initiatiefnemers van Troeven, een Turnhouts project met gemeenschapsmunten.
© Troeven
Gemeenschapsmunten zijn alternatieve betaalmiddelen die vrijwilligerswerk aanmoedigen en de sociale cohesie versterken. Dat soort munt is in volle ontwikkeling en wordt almaar populairder, ook in België.
Verwonderlijk is het niet, want de kracht van de munt is dat ze mensen verbindt: maatschappelijke en economische problemen samen aanpakken en zelf oplossingen zoeken, te beginnen bij de eigen buurt.
Sinds kort betalen ze ook in Turnhout niet meer alleen in euro. In maart werden de Troeven in het leven geroepen, een sociaal betaalmiddel dat inwoners kunnen verdienen door zich in te zetten voor een sociaal doel of voor andere burgers.
Verzilveraars
Zo wordt een halfuur zwerfvuil opruimen beloond met dertig Troeven. Een wandeling van twee uur met een oudere uit woonzorgcentrum Sint-Lucia levert dan weer 120 Troeven op. Die elektronische en papieren Troeven kunnen Turnhoutenaren dan ruilen voor diensten van andere buurtbewoners of verzilveren in de vorm van een korting bij plaatselijke winkels of organisaties.
‘Onze samenleving staat voor belangrijke maatschappelijke uitdagingen, waaronder de vergrijzing, een sputterende economie en de besparingen door de overheid’, zegt Suzy Maes, coördinator bij Time2care, de coöperatie achter de Turnhoutse Troeven. ‘Die zetten een aanzienlijke druk zetten op ons welvaartsmodel, dat gebaseerd is op economische groei en waar geld verdienen en consumeren belangrijke items zijn.
‘Die uitdagingen vormen tegelijk ook een opportuniteit voor transitie en nieuwe sociale modellen. Er is immers een schat aan vrijwillige inzet van mensen die de basis vormt voor een warme en solidaire samenleving. De vrijwillige inzet van mensen voor elkaar willen wij via de sociale munt versterken, zichtbaar maken en waarderen.’
Een wandeling met een oudere levert 120 Troeven op.
© Troeven
Om dat doel te bereiken begon Maes, die zelf uit de sociale sector komt en zes jaar schepen was in Turnhout, haar zoektocht naar partners. ‘Ik vind het heel belangrijk dat de verschillende stakeholders in de maatschappij betrokken worden bij het leggen van die verbindingen’, legt ze uit.
‘We werken daarom samen met het lokale bestuur, met sociale organisaties en natuurlijk met de gebruikers en het ondernemersleven. We hebben een aantal “verzilveraars” gevonden die bereid waren om kortingen te geven, zoals het cultureel centrum De Warande en een supermarkt in een sociale wijk.’
‘Versterken door te verbinden’
‘De munt heet Troeven, omdat we ervan uitgaan dat alle mensen troeven of kwaliteiten hebben die ze kunnen inzetten voor de samenleving’, verklaart Maes. ‘Dat kan juridisch advies zijn, maar net zo goed een luisterend oor voor een oudere of zwerfvuil opruimen. De vrijwilligers moeten de verdiende Troeven niet noodzakelijk zelf gebruiken. Veel mensen geven ze aan het hartenfonds en zo komen ze bij sociale organisaties en kwetsbare groepen terecht.’
‘We gaan ervan uit dat alle mensen troeven of kwaliteiten hebben die ze kunnen inzetten voor de samenleving.’
Het accent van Troeven ligt volgens Maes vooral op die kwetsbare groepen, ‘omdat vrijwilligerswerk een van de sleutels voor empowerment is.’ Time2care probeert samen met de stad Turnhout, huisvestingsmaatschappij DE ARK, SPK en Cirkant, een organisatie die kwetsbare jongeren begeleidt, die groepen ook meer te betrekken en te triggeren om zelf aan vrijwilligerswerk te doen en zo een breder netwerk en waardering krijgen. De slogan: ‘Versterken door te verbinden’.
‘Het is de bedoeling dat mensen zo snel mogelijk hun Troeven gaan ruilen of in omloop brengen, zodat je meer mensen in beweging krijgt’, gaat de Kempense verder. Daarom hoopt Maes in de toekomst ook de vervaldatum op te munt te activeren. ‘Maar omdat we pas in maart echt van start zijn gegaan, is die houdbaarheidsdatum nu nog niet van toepassing.’
Kruisbestuiving
Ondertussen merken de initiatiefnemers een grote diversiteit onder de deelnemers. ‘Denk maar aan het project van de inburgeringscoach, waarbij vooral “medioren” (mensen tussen de 55 en 65, red.) iemand van vreemde origine helpen integreren’, zegt Maes. ‘We willen een mix creëren. Stel dat jongeren gaan wandelen met ouderen, heb je kruisbestuiving tussen de generaties en krijg je een ander soort dynamiek.’
Toch blijft het voor de Troeven vaak moeilijk om meteen veel gebruikers te bereiken. ‘Zo hebben 75-plussers niets met internet en worden soms zorgafhankelijk’, verduidelijkt de coördinator. ‘Om die moeilijk te bereiken senioren te betrekken, moet je naar de mantelzorgers gaan.’
‘Om moeilijk te bereiken senioren te betrekken, moet je naar de mantelzorgers gaan.’
© Troeven
Om die reden zijn de Troeven ook niet zuiver elektronisch. ‘Met een virtueel systeem kan je de kwetsbare groepen onmogelijk bereiken. Enerzijds zijn er wel de website en Facebook, maar we hebben ook de papieren versie, heel simpele kaartjes. Als je een innovatief concept als Troeven wilt implementeren in de gemeenschap, moet je beginnen met iets tastbaar dat mensen in hun portemonnee kunnen steken.’ Dat zal nog even zo blijven, al is het wel de bedoeling om op korte termijn over te gaan naar een soort getrouwheidskaart met een code.
Proefproject
‘Het is een proefproject, dus het fijne eraan is dat je dingen kan uitproberen en zien waar het aanslaat’, benadrukt Maes. ‘Het is een langzaam proces van sociale innovatie, een andere manier van denken. Wat het moeilijkst op gang komt, is dat mensen onderling iets gaan doen. Daar willen we nu op inzetten met onder meer een sociale makelaar, die de verbinding tussen mensen kan vergemakkelijken.’
Dat is volgens de oprichters dan ook de belangrijkste opzet van Troeven: een andere manier van denken introduceren, niet langer in termen van geld, maar in termen van verbinding tussen mensen creëren. Op termijn is het de bedoeling dat de maatschappelijke actoren het volledige proefproject zelf in eigen handen nemen en de Troevengemeenschap beheren en verder uitbouwen.
‘De sociale munt is slechts het bindmiddel, in essentie gaat het om sociale cohesie, empowerment en de vermaatschappelijking van de zorg.’
Het testproject werd aangevuurd door de departementen Werk & Sociale Economie (WSE) en Economie, Wetenschap & Innovatie (EWI) van de Vlaamse Gemeenschap. Time2care kreeg zo’n 100.000 euro ter beschikking. ‘Daarmee hebben we Troeven kunnen ontwikkelen en implementeren. Daarnaast kunnen we via de proeftuin zorginnovatie LiCalab de munt verder afstemmen op de zorg voor ouderen’, besluit Maes.
‘De sociale munt is slechts het bindmiddel, in essentie gaat het om sociale cohesie, empowerment en de vermaatschappelijking van de zorg. Het zou heel goed zijn mochten de Vlaamse overheid en de gemeentes die transitie kunnen ondersteunen.’
De Vlaamse overheid nam daartoe onlangs in elk geval al het initiatief met het Handboek gemeenschapsmunten voor lokale besturen en organisaties, dat in april werd gelanceerd. In een tachtig pagina’s tellende analyse legt ze uit waarom gemeenschapsmunten precies zo belangrijk zijn en spoort ze organisaties aan om zelf initiatief te nemen.