TTIP zet ggo’s op Europees menu

Nieuws

TTIP zet ggo’s op Europees menu

TTIP zet ggo’s op Europees menu
TTIP zet ggo’s op Europees menu

Vincent Harmsen

29 juni 2015

De recente Europese goedkeuring van nieuwe ggo’s zou niets met het EU-VS-vrijhandelsverdrag te maken hebben. Documenten van de Europese Commissie vertellen echter een ander verhaal. 'Europa heeft de VS haar goodwill willen tonen.'

Eurocommissaris Vytenis Andriukaitis (Volksgezondheid) had het op 8 juni 2015 niet makkelijk. Hij was op bezoek in het Europees Parlement om over ggo’s (genetisch gemanipuleerde organismen) te praten, en de leden van de milieucommissie waren not amused.

‘We weten allemaal wie hier ingrediënten in de kookpot heeft gestopt.’

‘We weten allemaal wie hier ingrediënten in de kookpot heeft gestopt’, zei de Duitse sociaal-democraat Matthias Groote. ‘Er is druk geweest van buitenaf.’ Estefanía Torres Martínez (socialisten) noemde man en paard. ‘Uw concessies kunnen alleen maar worden gezien als gebaar richting grote bedrijven in het licht van het vrijhandelsverdrag TTIP.’

Andriukaitis wilde er echter niks van weten. ‘Er bestaat geen verband. Ik begrijp dat er zorgen bestaan, maar wij zijn op geen enkele manier onder druk gezet door welke autoriteit dan ook.’

Twee maanden daarvoor, op 24 april om precies te zijn, keurde de Europese Commissie met één enkel besluit negentien ggo’s goed voor import naar de unie. Het gaat om mais en soja gebruikt voor veevoer, maar ook om ggo-gewassen als katoen en bloemen.

Met haar beslissing vervulde de Commissie een langgekoesterde wens van de biotech-industrie, die met lede ogen moest aanzien hoe sinds november 2013 geen enkele nieuwe ggo-aanvraag meer was goedkeurd.

European Parliament (CC BY-NC-ND 2.0)

Vytenis Andriukaitis: ‘Ik begrijp dat er zorgen bestaan, maar wij zijn op geen enkele manier onder druk gezet door welke autoriteit dan ook.’

European Parliament (CC BY-NC-ND 2.0)

Lobbyclubs

Amerikaanse lobbyclubs roepen op de import van nieuwe biotechnologieproducten ‘zonder verdere vertraging’ te autoriseren.

Terwijl Andriukaitis het parlement meldde dat er geen druk van buitenaf was, vertellen interne TTIP-documenten een ander verhaal. Er blijkt in de maanden voor toelating druk te zijn uitgeoefend op de Commissie door de Amerikaanse agro-industrie. Ook zou de Obama-regering een duit in het zakje hebben gedaan. Doel: De EU bewegen om ggo-import toe te laten tot haar markt.

Zo roepen lobbyclubs van de Amerikaanse agro-industrie –waaronder de American Soybean Association en de invloedrijke American Farm Bureau Federation– op 12 februari 2015 Andriukaitis in een persoonlijke brief ‘met klem’ op om de import van nieuwe biotechnologie-producten ‘zonder verdere vertraging’ te autoriseren.

‘De onzekerheid van deze onterechte vertraging creëert onnodige kosten voor de producenten’, schrijft de lobby. Om daar aan toe te voegen dat ‘medewerking’ van Andriukaitis noodzakelijk zal zijn voor ‘een succesvolle uitkomst van de TTIP-onderhandelingen’.

campact (CC BY-NC 2.0)

Een demonstratie tegen TTIP in München, 4 juni 2015.

campact (CC BY-NC 2.0)

Geheim verslag

Ook ggo’s in handelsverdrag tussen EU en Canada

In september 2014 werd, na vijf jaar onderhandelen, een vrijhandelsverdrag gesloten tussen de EU en Canada: CETA. In dit verdrag komen ggo’s ook aan bod. Zo wordt in CETA afgesproken dat de EU en Canada intensiever gaan samenwerken op het vlak van ggo-wetgeving; wat in het jargon van de vrijhandelsverdragen ook wel ‘regulatory cooperation’ heet.

Doel is om regels die een ‘negatief effect’ op handel hebben te beperken. Ook spraken de EU en Canada af zich te gaan inzetten voor een ‘efficiënt en op wetenschap gebaseerd toelatingsproces’. Die zin doet milieuorganisaties steigeren. De EU kent momenteel een toelatingssysteem waarbij de politiek uiteindelijk beslist over de goedkeuring van ggo’s. In Canada is dat voedselagentschap CFIA.

Ook wordt ‘internationale samenwerking’ afgesproken over ggo-vervuiling. Het gaat om sporen van in de EU nog niet goedgekeurde ggo’s –illegale ggo’s zo je wil. Met name voor Canada en de VS is de strenge Europese wetgeving (maximaal 0,1 procent ggo-vervuiling) een “handelsbelemmering”.

Brussel heeft altijd beweerd dat binnen TTIP niet over ggo’s wordt onderhandeld. Wat opvalt, is dat de Amerikanen daar met regelmaat andere uitspraken over doen. Zo vertrouwde VS-ambassadeur Anthony Gardner op 24 juli 2014 journalisten toe dat de toelating van ggo’s tot de EU een ‘zeer belangrijk issue’ is voor Washington, en dat het ‘de kern’ vormt van ‘de meningsverschillen’ die tussen EU en VS bestaan binnen de TTIP-gesprekken. Dat meldde nieuwswebsite EU Trade Insights.

Daarnaast zou de Amerikaanse overheid in het kader van TTIP specifiek druk heeft gezet rond de Europese toelating van ggo’s. Dat unieke inkijkje biedt een geheim verslag van de zogeheten Trade Policy Committee (TPC), een document dat MO* kon inkijken.

Binnen het TPC overlegt de Commissie met de EU-lidstaten over haar handelspolitiek. Tijdens een ontmoeting begin 2015 kwam TTIP ter tafel.

‘COM [Europese Commissie] deed verslag van EU-commissaris Phil Hogan’s bezoek aan de VS van 16 tot 19 februari 2015’, staat genotuleerd. ‘Hogan sprak met de Amerikaanse minister van Landbouw Tom Vilsack, (…) met bedrijven en met denktanks. (…) Tom Vilsack heeft in een gesprek met Hogan opgeroepen tot betere samenwerking op het vlak van ggo’s, en gepleit voor vorderingen binnen het Europese autorisatieproces.’

MO* kon de echtheid van het document niet definitief vaststellen. Een woordvoerder van Commissaris Phil Hogan bevestigt nog ontkent de authenticiteit.

European Parliament (CC BY-NC-ND 2.0)

Een woordvoerder van Commissaris Phil Hogan bevestigt nog ontkent de authenticiteit van het document.

European Parliament (CC BY-NC-ND 2.0)

In de sterren geschreven

Het Belgische Europarlementslid Bart Staes (Groenen) is niet verbaasd over de Amerikaanse druk. Volgens hem moet Europa niet naïef zijn over wat de Amerikanen willen.

‘De VS denken dat de Europese markt hun agrobusiness uiteindelijk 300 miljard dollar kan opleveren’

‘De VS denken dat de Europese markt hun agrobusiness uiteindelijk 300 miljard dollar kan opleveren’, zegt Staes. ‘Zij beschouwen veel van de Europese regelgeving daarbij als handelsbarrières. Dat moet uiteindelijk allemaal van tafel van de VS.’

Volgens Staes is het niet toevallig dat de negentien ggo’s in april werden goedgekeurd op het moment dat onderhandelaars uit EU en de VS in New York samen waren voor de negende TTIP-onderhandelingsronde. ‘Het stond in de sterren geschreven’, zegt Staes. ‘Het lijkt erop dat de EU met de toelatingen de VS goodwill heeft willen tonen binnen TTIP. Europa laat zo zien zich te laten leiden door de wetenschap.’

Waar Staes aan refereert, is het argument waarmee de VS Europa al sinds jaar en dag om de oren slaan: het feit dat de toelating van ggo’s in Europa –naast de wetenschappelijke risico-inschatting door het voedselagentschap EFSA– afhankelijk is van politieke besluitvorming.

Meningsverschil

Dat is iets dat de Amerikanen graag anders zien, zo bleek nog maar een keer op 27 januari toen Michael Froman, de US Trade Representative, op bezoek was in het Amerikaans Congres. ‘Onze positie in het algemeen, en inzake TTIP in het bijzonder, is dat we Europeanen niet dwingen iets te eten dat ze niet willen’, liet hij de Congresleden weten. ‘Maar we denken wel dat besluiten over veiligheid genomen zouden  moeten worden door de wetenschap en niet door de politiek.’

‘We dwingen Europeanen niet iets te eten dat ze niet willen.’

Het meningsverschli over ggo’s dateert al van voor de TTIP-gesprekken. In 2003 nog klaagde de VS binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) Europa aan vanwege haar voorzichtigheid inzake ggo’s. ‘Strijdig met internationale verplichtingen’, vond Amerika.

De WTO stelde de VS in 2006 in het gelijk. Maar ondanks dat de EU op haar vingers werd getikt, heeft ze haar toelatingssysteem niet veranderd. Althans, tot voor kort.

Sinds het aantreden van de Commissie-Juncker wordt de Europese ggo-wetgeving stevig onder handen genomen. De Europese Commissie is bezig met wat een ‘renationalisatie’ van het ggo-beleid wordt genoemd. Het idee is dat lidstaten ggo’s die door Europa zijn goedgekeurd in eigen land kunnen verbieden –de zogeheten ‘opt-out-mogelijkheid’.

U.S. Institute of Peace (CC BY-NC 2.0)

Michael Froman op de VS-Afrikatop in augustus 2014.

U.S. Institute of Peace (CC BY-NC 2.0)

Lastig

Europa’s afhankelijkheid van ggo’s

Terwijl Europeanen niet graag genetisch gemanipuleerd voedsel eten, is Europa toch een grote importeur van ggo-gewassen. Dat heeft te maken met de Europese veestapel, die voor een groot deel soja eet. De EU gebruikt voor diervoeding maar liefst 36 miljoen ton soja per jaar. Omdat in Europa slechts 1,4 miljoen ton soja per jaar wordt geproduceerd, moet het merendeel uit het buitenland komen. Voor 90 procent komt dit uit vier landen: Brazilië, Argentinië, de Verenigde Staten en Paraguay. In die landen is vrijwel alle soja van ggo-herkomst.

Sinds de introductie van twee wetten die dat voor elkaar moeten krijgen –één wet voor de teelt en een aparte wet voor de import– liggen Junckers ideeën zwaar onder vuur.

‘Ik kan simpelweg niet geloven dat de Commissie met een dergelijk voorstel is gekomen’, zei Junckers partijgenoot, Europarlementslid Peter Liese, in het ggo-debat dat op 8 juni plaatsvond. ‘Er zijn vele praktische problemen wanneer je dit zou invoeren. Denk bijvoorbeeld aan grenscontroles. En hoe is dit in lijn met de regels van de interne markt en het internationale recht?’

Ook ngo’s denken dat de nationale verboden voor ggo’s juridisch moeilijk stand zullen houden. Franziska Achterberg van Greenpeace Europa: ‘Het zal voor lidstaten heel lastig worden. Europese verdragen bieden slechts beperkte ruimte aan landen om maatregelen te nemen die tegen de Europese interne markt ingaan. Het is daarom onwaarschijnlijk dat de opt-out ooit succesvol zal zijn.’

Verdeel en heers

Waarom wetgeving voorstellen als de vraag is of die in de praktijk wel zal werken? Volgens Bart Staes heeft de Commissie een alternatieve agenda. Het werkelijke doel zou zijn om de status quo die in Europa rond ggo’s bestaat te doorbreken.

‘Lidstaten de opt-out bieden is een politiek trucje’, zegt Staes. ‘Er wordt lidstaten een snoepje gegeven en gezegd: ‘Verzet je niet langer tegen toelating want je kan er achteraf toch altijd nog onder uit’.’

Staes denkt dat de maatregelen de EU-landen die tegen gentech zijn zal verdelen, en het daarmee voor de Europese Commissie politiek makkelijker zal worden ggo’s goed te keuren.

Verdeeld Europa

Het Europese toelatingsproces voor ggo’s zit opmerkelijk in elkaar. Nadat voedselagentschap EFSA het groene licht heeft gegeven en een ggo heeft bestempeld als ‘veilig’, stemmen de lidstaten over de toelating. Daarbij moet er een ‘gekwalificeerde meerderheid’ zijn om een beslissing te kunnen nemen. Het betekent dat landen samen 65 procent van de EU-bevolking moeten vertegenwoordigen.

‘We verwachten dat ggo-maïs in de nabije toekomst zal worden goedgekeurd.’

Probleem: Europa is zo verdeeld dat zich nog nooit een dergelijke meerderheid heeft afgetekend. De regels dicteren dat in dat geval de Commissie moet beslissen. Die is echter in het verleden terughoudend geweest omdat ze ggo-sceptici als Duitsland en Frankrijk niet tegen het zere been wilde stoten.

Bart Staes is niet de enige die denkt dat de nieuwe wetgeving die blokkade nu gaat vlottrekken. Ook de Britse overheid, bekend ggo-voorstander, maakt die inschatting.

‘We verwachten dat ggo-maïs 1507 [een ggo-gewas dat wacht op autorisatie] in de nabije toekomst zal worden goedgekeurd’, schrijft het hoofd GMO and Regulation van het Britse ministerie van Landbouw in een e-mail naar aaanleiding van Juncker’s hervormingen, die de Britse krant The Guardian kon bemachtigen. ‘Ook zullen nieuwe ggo-aanvragen in de toekomst veel sneller worden goedgekeurd dan nu het geval is.’

‘De status quo is niet langer houdbaar’

In Europa wachten momenteel 21 ggo’s –die al zijn goedgekeurd door de EFSA– nog op een politieke beslissing. Het gaat om zeventien ggo’s voor import, en vier voor teelt op de Europese akkers, gewassen als rijst, mais, katoen en raapzaad.

‘De Commissie heeft gerealiseerd dat ze niet eenzijdig het democratisch opgestelde toelatingssysteem kan stopzetten.’

Beat Späth van EuropaBio, de lobbygroep van de Europese biotech-industrie, is tevreden met de recente toelatingen. ‘Het is een stap in de goede richting’, zegt Späth. ‘De Commissie heeft gerealiseerd dat ze niet eenzijdig het democratisch opgestelde toelatingssysteem kan stopzetten.’ Späth benadrukt de wettelijke verplichting van de Commissie. ‘Wanneer er geen gekwalificeerde meerderheid tegen is, moet de Commissie overgaan tot goedkeuring.’

Dat is wat Europees commissaris Andriukaitis, in tegenstelling tot zijn voorganger, nu van plan is om te doen, zo vertelde hij op 8 juni het Europees Parlement:

‘Ik ben beëdigd om mijn werk te verrichten, en de bestaande regels te respecteren. Veel lidstaten stemmen tegen [een ggo] of onthouden zich. Als gevolg daarvan moet de Commissie nu overgaan tot autorisatie om zo aan haar wettelijke verplichting te voldoen. Ik zou alle partijen willen oproepen verantwoordelijkheid te nemen. De tijd is aangebroken om te erkennen dat de status quo niet langer houdbaar is.’

Wensen en eisen

De aanpak waarbij de politieke besluitvorming naar de achtergrond verdwijnt, sluit aan bij de wensen van de VS binnen TTIP. Sterker: bij hun mogelijke eisen.

Op 19 juni stemde het Amerikaans Congres in met de zogeheten Trade Promotion Autority (TPA). De nieuwe wetgeving geeft Obama meer bevoegdheid om, zonder inmenging van het Amerikaans Congres, over verdragen als TTIP te onderhandelen.

Daarnaast geeft ze ook expliciet een opdracht mee aan Amerikaanse onderhandelaars. ‘Het primaire onderhandelingsdoel van de VS in relatie tot landbouw is om (…) meer open handel te creëren.’ Eén van de manieren waarop dit moet gebeuren? Het opheffen van handelsbelemmeringen voor nieuwe technologieën, ‘waaronder biotechnologie’.