Is Vlaanderen klaar voor een derde industriële revolutie?

Nieuws

Is Vlaanderen klaar voor een derde industriële revolutie?

Is Vlaanderen klaar voor een derde industriële revolutie?
Is Vlaanderen klaar voor een derde industriële revolutie?

Timo Van Gucht

11 mei 2014

Droomt u ook wel eens van een wereld waarin energie volledig schoon wordt opgewekt, waarin vervuild water wordt omgezet in drinkwater en waarin afval naast bouwmaterialen ook energie kan opleveren? I-Cleantech Vlaanderen alvast wel. De netwerkorganisatie mikt met samenwerking op gebied van schone technologie op een duurzaam Vlaanderen.

© CC BY-SA 2.0 CORE-Materials

De structuur van grafeen, het ultradunne cleantech-materiaal van de toekomst.

© CC BY-SA 2.0 CORE-Materials

Ingenieurs zijn tegenwoordig tot veel in staat. Ze zetten oude stortplaatsen om in een duurzame vorm van cement, maken nieuwe materialen zoals grafeen of ontwikkelen systemen waarbij zeewater drinkbaar gemaakt wordt in enkele minuten. Een milieuvriendelijk huis uit een 3D-printer? Het kan bijna allemaal dankzij clean technology, kortweg cleantech.

Onderkoepelende structuur

Cleantech is een begrip dat de laatste jaren steeds meer valt in de industriële, ecologische en economische wereld. Maar wat betekent het nu juist? Volgens Peter Tom Jones, voorzitter van i-Cleantech Vlaanderen (iCTV), is er geen eenduidige definitie voor schone technologie. ‘Ruwweg gaat het over producten, diensten en processen die een zekere economische of maatschappelijke meerwaarde bieden zonder al te veel niet-hernieuwbare bronnen te gebruiken. Bijgevolg creëren ze dus ook minder afval in vergelijking met klassieke technologie.’

© Peter Tom Jones

Peter Tom Jones, voorzitter van i-Cleantech Vlaanderen.

© Peter Tom Jones

Precies om de onduidelijkheid rond deze “nieuwe” sector weg te werken, werd in 2012 I-Cleantech Vlaanderen opgericht onder impuls van Vlaams minister van Innovatie Ingrid Lieten (sp.a). De vzw wil een  ‘onderkoepelende structuur’ zijn voor alle cleantech-gelinkte organisaties ten noorden van de taalgrens. ‘Ze komen vandaag nog niet als één sector naar buiten’, legt Jones uit.

‘Het is de bedoeling om orde te scheppen en ze een gezicht te geven. Dat lukt vrij goed, veel belangrijke spelers zijn al lid bij ons. Voor KMO’s is het financieel moeilijker. Het hangt vaak af van de maatschappelijke bril van een bedrijf: moet iets onmiddellijk financieel renderen of kan de return on investment ook trager?’

ICTV vindt echter dat schone technologie alleen niet voldoende is voor duurzame oplossingen en mikt met industrie, transitie en onderzoek op drie specifieke thema’s. Zo probeert de organisatie in samenwerking met andere relevante actoren nieuwe transitienetwerken op te starten in  de domeinen klimaatneutraliteit, energiebeheer en waterbeheer. ‘We denken ook nog aan mobiliteit, maar dat is een zeer gevoelig domein. Denk maar aan de Antwerpse ring.’

Landfill Mining

De Vlaamse regering gaf in 2013 na een open call het beheer van het Milieu- en energietechnologie Innovatie Platform (kortweg MIP) aan een consortium geleid door i-Cleantech Vlaanderen. ‘Onderzoekscentra en bedrijven kunnen projecten indienen bij onze jaarlijkse oproep’, verduidelijkt de ICTV-voorzitter. ‘Dit jaar zijn er 43 voorstellen binnengekomen na onze call. In totaal zijn meer dan 200 Vlaamse bedrijven betrokken.’

Het MIP-programma is vooral innovatief omdat projecten ingebed moeten worden in een maatschappelijk transitieverhaal. ‘Bij de klassieke technologische ontwikkelingsprojecten gaat het meestal om de technische oplossing. Dan gaat men voorbij aan niet-technische barrières zoals de onaangepaste wetgeving,  industriële of sociale weerstand. Denk maar aan de protesten van de Vlaamse bevolking tegen windmolenparken. Sterke technologie op zich is niet voldoende, die moet ook geïmplementeerd kunnen worden.’

‘Sterke technologie op zich is niet voldoende, die moet ook geïmplementeerd kunnen worden. Denk maar aan de weerstand tegen windmolenparken.’

Jones haalt Enhanced Landfill Mining aan als voorbeeld: ‘We beschouwen de tweeduizend stortplaatsen in Vlaanderen als de grondstofmijnen van de toekomst. Die liggen vaak in de buurt van stedelijke woonkernen. Als je zoiets top-down installeert, begrijp ik dat er protest komt. Als je echter van bij het begin de bevolking actief betrekt, zien ze dat er voor hen ook heel wat voordelen aan verbonden zijn waardoor ze een heel andere positie innemen.’

‘Dat beklemtonen we altijd in MIP-projecten’, gaat de iCTV-voorzitter verder. ‘Ook het middenveld wordt actief betrokken. Het programma is daarin uniek, want bij de reguliere onderzoeken zal je haast nooit maatschappelijke middenveldorganisaties zien. Dat maakt het veel eenvoudiger om projecten te integreren in dat ruimere transitieverhaal. Je zal dan minder snel op protesten stoten zoals bij de Oosterweelverbinding.’

Alles kan schoner

Toch blijft het voor ICTV moeilijk om de voordelen van de samenwerking in de verf te zetten. Het gaat vaak om jobcreatie, verbeteren van de gezondheidssituatie, het verminderen van de energiefactuur of het verbeteren van de grondstoffenautonomie. Zaken die niet rechtstreeks meetbaar zijn.

‘Je hebt daar verschillende visies op’, zegt Jones. ‘Mensen die vinden dat elke euro onmiddellijk moet opbrengen en visionaire mensen, die nadenken over hoe de investering op lange termijn voor de samenleving zal opbrengen. Als je de maatschappelijke kostenbatenanalyse maakt, heeft een cleantechproject veel meer voordelen en veel minder kosten.’

© CC BY-NC-SA.0 Den Flater

Zien we de horizon weldra overal volstaan met windmolens?

© CC BY-NC-SA 2.0 Den Flater

Daarom probeert iCTV projecten en bedrijven voor te stellen op een positieve manier, zoals de documentaire “Alles kan schoner” in samenwerking met onder andere Canvas en Dirk Draulans. Een project dat in de toekomst zeker nog zal terugkeren, want Jones wil cleantech absoluut bekend maken bij het grote publiek.  Het was dan ook een opsteker dat deze documentaire de persprijs duurzame ontwikkeling kreeg van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling.

De vzw wordt daarvoor ook deels gefinancierd door de Vlaamse overheid. De subsidies beslaan maximaal vijftig procent van de totale inkomstenstroom van iCTV. ‘Een documentaire maken kost geld, maar de impact ervan kan je niet concreet meten in economische cijfers. Het is dus een zeer grote uitdaging, net omdat je return on investment een deel maatschappelijk ligt. De subsidies zouden dus hoger mogen liggen, maar dat kan nu eenmaal niet’, blijft Jones nuchter.

Verkiezingen

Volgens Jones brengt cleantech een heel nieuw, veerkrachtiger economisch model met zich mee: ‘Bij de fossiele sectoren is een deïndustrialisering aan de gang, waarbij de jobs en het geld wegvloeien. Het nieuwe model, ook wel eens de derde industriële revolutie genoemd, biedt herindustrialisering van minder grootschalige, gedecentraliseerde bedrijven. De oplossingen zijn lokaal verankerd: renovatie van gebouwen of recyclage van afval kunnen moeilijk geoutsourcet worden naar China of India. Je krijgt een plaatselijke koppeling tussen ecologische, sociaal-economische en economische voordelen.’

‘Het middenveld betrekken maakt het veel eenvoudiger om projecten te integreren; je zal minder snel op protesten stoten zoals bij de Oosterweelverbinding.’

Vlaanderen en België zijn middelmatige leerlingen op gebied van schone technologie. Op de Global Cleantech Innovation Index van de Cleantech Group neemt België de achttiende plaats in, op een aanzienlijke afstand van nummer één Denemarken en andere Scandinavische landen. Jones benadrukt dat alles heel sectorgebonden blijft. Zo staat Vlaanderen bijvoorbeeld wel aan de top op het vlak van recyclage en speerpunt in het onderzoek in de energiesector.

I-Cleantech Vlaanderen draait nu meer dan een jaar op volle toeren en Jones is erg tevreden over de resultaten. ‘Niemand zou dit twee jaar geleden geloofd hebben, we zijn gestart onder een moeilijk politiek gesternte. Ondanks alle barrières hebben we veel bereikt. Het ziet er positief uit, maar de verkiezingen komen er natuurlijk aan. We zullen moeten zien wat de nieuwe minister van Innovatie erover denkt en wat onze resultaten zijn. Het succes van de MIP-voorstellen kwam daarom al erg gelegen.’