“‘Als duivels uit (en in) een Belgisch doosje’
De veelkleurigheid van de Rode Duivels die het straks tegen Kroatië opnemen is geen exacte afspiegeling van de Belgische bevolking, dat weet John Vandaele ook wel. Maar ze geeft wel een demografische verandering aan, die ook een andere kijk inhoudt op wat België vermag.
Het stond in de sterren geschreven. Op 4 maart 2008 schreef ik in De Standaard dat ‘een vernieuwd België-project dat uitbundiger inzet op diversiteit, solidariteit en openheid, ons beter voorbereidt op de wereld en de toekomst buiten en ook binnen onze grenzen: steeds meer “nieuwe Belgen” zijn immers niet getekend door de trauma’s van het verleden.’ Tot zover het citaat.
Ik ben dus helemaal niet verbaasd dat het de Belgisch-Congolese Vincent Kompany is die zich als kapitein van de Rode Duivels sterk maakt voor team België. Of dat de Belgisch-Rwandese Stromae, alias Paul Van Haver, op de dag van de Franstalige gemeenschap een bomvolle Brusselse Grote Markt toeroept: ‘Spreken jullie Vlaams? In Brussel spreken we Frans en Vlaams.’
Diversiteit met de paplepel
Het moet niet verbazen dat de nieuwe Belgen opkomen voor België. En al zeker niet als het mensen van gemengde afkomst zijn. Die zijn de fysieke belichaming van diversiteit en zijn haast per definitie vertrouwd met verschillende culturen. Culturen die doorgaans veel meer van elkaar verschillen dan de Vlaamse en de Waalse — als die als dusdanig al bestaan. Omgaan met diversiteit is iets wat zij met de paplepel hebben meegekregen. Een land als België dat uit zichzelf divers is, ligt hen dus.
Bovendien hebben de nieuwe Belgen de communautaire conflicten uit het verleden niet meegemaakt. Ze vóélen die niet. Hun ouders zijn na 1945 níét in de gevangenis beland wegens (vermeende) collaboratie. Hun grootouders zijn niet vernederd door een hautaine Franstalige elite. België heeft voor hen niet die negatieve connotaties: het is het land waar ze zijn opgegroeid, dat hen al of niet kansen heeft gegeven en waar ze zich verbonden mee voelen zoals mensen dat doen met hun geboorteplek.
Eén zwaluw maakt de lente niet..
Christophe Deborsu heeft gelijk in zijn column: één opmerking verandert het land niet (DS 3 oktober). Maar dit is nog maar een begin. In Brussel en Antwerpen is meer dan de helft van de kleuters anderstalig. Allemaal potentiële Kompany’s en Stromae’s die de conflicten van het verleden niet in hun aderen hebben stromen. We weten gewoon niet hoe dat zal uitpakken als die allemaal groot worden. De Rode Duivels geven ze alvast een nieuwe dynamiek: aan diversiteit zit niet alleen een kost; ze is vaak een verrijking, bio
Demografie laat niet met zich sollen.
isch en cultureel.
Marc Reynebeau wees er terecht op (DS 2 oktober) dat deze generatie van nieuwe Belgen in een eclectisch universum woont: wat hen — vooral de minder gefortuneerden — wakker houdt, zijn heel andere vormen van machtsongelijkheid dan de oude Vlaams-Franstalige spanningen.
Natuurlijk worden sommige nieuwe Belgen gewonnen voor de Vlaamse zaak. Dat gebeurt evenwel niet met dezelfde emotionele onderbouw als bij de oude Vlamingen. Vaak speelt eerder een centennationalisme: de berekening dat als Vlamingen het alleen doen, het dan minder zal kosten en efficiënter kan.
…maar je moet hem wel willen zien
‘Dit is amusement, er is geen inhoud’, reageerde Peter De Roover van Doorbraak. Hij wist dus al dat het onbetekenend was. Het klopt dat Kompany of Stromae niet met een politiek programma uitpakken. Het is een spontaan, gevoelsmatig opkomen voor samenwerking over verschillen heen, een boodschap van Belgische vrede als het ware. Maar het is niet omdat ze geen inhoudelijk programma hebben dat zo’n programma ondenkbaar is. Vijf jaar geleden schreef ik al dat er puur rationeel veel te zeggen valt voor Vlaams-Franstalige samenwerking.
Het zal aan deze nieuwe generatie zijn om uit te maken of ze iets aanvangt met de complementariteit tussen Vlaanderen en Wallonië op economisch gebied die ik destijds schetste. Of met onze (Vlaamse) traditie van meertaligheid op de breuklijn van de Germaanse en Romaanse culturen. En wat doen de nieuwe Belgen met ons gebrek aan nationalisme, de zelfrelativering tot in het surrealisme toe? Die zijn ten dele het gevolg van het feit dat België een samenraapsel is, een Europese multicul, met alle nadelen maar ook voordelen van dien. In België moet je leren leven met andere culturen, empathie met de ander betonen, compromissen zoeken. Daarom worden we zo vaak gevraagd als Europese bruggenbouwers.
België is het hart van Europa, Europa in het klein. Wat wij doen, straalt door naar de rest van de EU en zo naar de wereld. Oplossingen vinden om met diversiteit om te gaan heeft mondiale relevantie. Enfin,the jury is still out maar de belgitude van nieuwe Belgen neersabelen als irrelevant is onverstandig. Demografie laat niet met zich sollen. Cruciale vraag is of de demografische dynamiek zich politiek kan vertalen voor het Belgische kalf verdronken is.
Dit artikel verscheen in De Standaard van 11 oktober.