Bleri Lleshi
“‘De GAS-minister’
Joëlle Milquet, minister van Binnenlandse Zaken heeft een wonderoplossing gevonden: de GAS-boetes. Bijna iedereen is er tegen, behalve de regering maar toch: de boetes gaan omhoog en de leeftijd omlaag.
Wat is een Gemeentelijke Adminstratieve Sanctie (GAS-boete)? Sinds 1999 kunnen de gemeentes zelf boetes opleggen zonder dat de rechter tussenkomt. Er zijn vier types administratieve sancties mogelijk. De meest bekende en toegepaste is de administratieve geldboete die tot 250 euro kan oplopen.
Boetes omhoog, leeftijd omlaag
De ‘topministers’ van onze regering raakten het erover eens dat de GAS-boetes fors worden verhoogd. Voor minderjarigen stijgen de boetes van 125 tot hoogstens 175 euro. Voor meerderjarigen worden ze opgetrokken van 250 naar 350 euro.
Als je over de GAS-boetes hoort zal je die waarschijnlijk vooral met jongeren associeren terwijl niet alleen de jongeren er de dupe van zijn. Naar schatting 98% van deze boetes gaat naar meerderjarigen en een kleine 2% naar jongeren. Desondanks wordt de leeftijdsgrens verlaagd en het bedrag verhoogd. Niet echt logisch als je het mij vraagt, maar onze ‘topministers’ zullen wel beter weten.
De kritiek op deze regeringsmaatregelen liet niet lang op zich wachten. Jeugdbewegingen (Scouts, Chiro), De Hangman (11 organisaties uit het bredere jeugdveld gaande van de Vlaamse Jeugdraad tot Kind en Samenleving), de kinderrechtencommissaris, zelfs een aantal politici (van Groen! en PVDA) en politiemensen (politiezone Hazodi) zijn niet blij met deze maatregelen.
Een aantal maanden geleden verscheen ‘Volle GAS vooruit in de voorbeeldige stad?’, een artikel gedragen door tientallen mensen uit het middenveld, mensenrechtenorganisaties, opiniemakers, academische wereld en politici, dat zich bijzonder kritisch uitliet over de GAS-boetes.
Eerder het probleem dan de oplossing
De kritiek is meermaals aan bod gekomen maar laat me toch de belangrijkste punten weergeven. Ten eerste zijn de GAS-boetes in strijd met de scheiding der machten want verbalisering, sanctionering en beroep aantekenen gebeurt bij dezelfde lokale overheid. Ten tweede moet een regel die de overheid wil invoeren, voor iedereen gelijk zijn. Ten derde heeft men het over ‘overlast’ maar men geeft geen definitie daarvoor en dat leidt tot willekeur. Niet alleen zijn er grote verschillen tussen de interpretatie die de gemeentes geven, maar de gemeentes kunnen ook gemakkelijk bijzonder anti-sociale en repressieve maatregelen doorvoeren. Ten vierde tonen de cijfers aan dat vooral armen worden beboet. Dat betekent dat het beleid mensen in armoede nog meer gaat bestraffen en dat men hun gezinssituatie nog moeilijker maakt. Men kan dan wel roepen om ‘meer responsabilisering van de ouders’, maar dat zal weinig helpen als die ouders zelf in armoede en uitsluiting zitten. Ten vijfde staat België al te kijk als een land dat de kinderrechten regelmatig overtreedt en dergelijke voorstellen, die duidelijk ingaan tegen kinderrechten en kinderbescherming, vragen gewoonweg om meer veroordelingen. Ten zesde worden steeds meer mensen via het GAS-beleid geproblematiseerd en gecriminaliseerd.
De conclusie is dus simpel: de GAS-boetes zijn niet de oplossing maar vormen zelf een belangrijk onderdeel van het probleem.
Uitbreiding GAS-boetes
Minister Milquet is een grote voorstander van deze boetes. Het beleid dat ze voert is dat van de hele regering. Er is een regeerakkoord, onderhandeld en ondertekend door de huidige regeringspartijen. Anderzijds heeft een minister heel wat ruimte voor de eigen inbreng. Haar inbreng tot zover kan je gemakkelijk samenvatten: uitbreiding van de GAS-boetes.
Actie voeren (zelfs symbolische acties), betogen, bijeenkomsten organiseren, uiten van seksisme, openbare dronkenschap, fout parkeren, straatverbod, opzettelijk niet betalen van goederen en diensten… zijn voorbeelden van die uitbreiding van de GAS-boetes. Milquet is zelfs van plan om hier nog een aantal inbreuken aan toe te voegen: weerspannigheid en smaad en inbreuken op de leerplicht. Ja, zelfs op scholen wil men GAS-boetes invoeren.
Strafbeleid
‘Dit is geen beleid’ hoor je van critici, wat op eerste zicht logisch lijkt als je weet hoe Milquet en de regering zich letterlijk verslikken in die GAS-boetes. Ik ben van mening dat dit wel een beleid is, maar dan een asociaal, kortzichtig en onrechtvaardig strafbeleid. Het is uiterst belangrijk dat al die organisaties en mensen die zich tegen de GAS-boetes verzetten ook begrijpen waarom de overheid die gebruikt en uitbreidt ondanks de breedgedragen kritiek.
Terwijl de socio-economische problemen toenemen stellen we vast dat de politici onmachtig zijn om ze aan te pakken. Politici worden verkozen om de samenleving te besturen en de problemen aan te pakken. Ze moeten op één of andere manier laten zien dat ze daarmee bezig zijn. Lukt het niet om de echte problemen aan te pakken, dan is een beleid zoals dat van de GAS-boetes het makkelijkste en meest voor de hand liggend om hun macht te legitimeren en te laten zien dat ze de problemen ‘aanpakken’.
Politieke acties nodig
De vraag is nu wat al die tegenstanders zullen ondernemen? Zullen ze zich organiseren en actie voeren tegen het GAS-beleid? Als de overheid maatregelen neemt houdt ze er rekening me dat er bij aanvang kritiek komt. Zij die kritiek hebben mogen van geluk spreken als ze die in de media kunnen verkondigen. Maar na een aantal dagen gaan de media op zoek naar andere thema’s of andere onderwerpen. De overheid weet dit ook en daarom trekt ze zich van die kritiek weinig aan. ‘Het zal wel koelen zonder blazen. Kritiek is er altijd, maar wij kunnen niet anders’ denken ze en zo geschiedde.
Kiezen voor een GAS-beleid is een politieke keuze die sociale en economische gevolgen heeft. Wie met mensen werkt wordt geconfronteerd met die gevolgen. Voor mensen in de praktijk wordt de situatie bovendien stilaan onhoudbaar, want ze worden verplicht om mee te werken aan een antisociaal beleid. En als ze er zelf niet direct aan meewerken, dan worden ze door hun doelgroepen toch geassocieerd met de overheid en haar beleid. Het is geen wonder dat heel wat jongeren en mensen een soort degout hebben ontwikkeld voor deze organisaties terwijl die toch goede bedoelingen hebben en goed werk proberen te verrichten maar onder druk staan van het beleid en afhankelijk zijn van overheidssubsidies.
Het is tijd dat deze organisaties een duidelijk signaal sturen naar de beleidsmakers en de nodige politieke acties voeren wanneer zij het oneens zijn met wat de overheid voorstelt. De overheid vraagt een kritisch middenveld en vraagt om structuren die de problemen van de mensen aanpakken. Dat kan alleen als het middenveld structureel wordt gesteund en er rekening wordt gehouden met wat de mensen uit de praktijk denken en te zeggen hebben. In het geval van de GAS-boetes is het duidelijk wat zij denken en zeggen.
“We staan te springen om gehoord te worden in het GAS-debat en om mee te werken aan jeugdvriendelijker en betere principes. Maar we krijgen de kans niet of worden niet gehoord”, aldus Benjamin Vandervoort van Chirojeugd Vlaanderen. Harder op de tafel kloppen en de nodige acties ondernemen, is wat er moet gebeuren. Dat kan slagen als men de krachten bundelt en zich in één stem laat horen.
Turnhout als alternatief
Wij moeten terug leren omgaan met jongeren. Het is op zijn minst aangewezen om hen eerst en vooral te begrijpen en dus om met hen te praten. Dat begrijpen kan maar plaatsvinden als we vanuit de jongeren zelf vertrekken. We moeten rekening houden met hun realiteit. Een realiteit die constant in verandering is. Streven naar de onzichtbaarheid van jongeren door hen uit te sluiten en te straffen, lijkt me niet de oplossing.
Streven naar een geïntegreerd positief beleid lijkt me een veel betere oplossing. Hiervoor heb je samenwerking nodig tussen mensen uit de verschillende domeinen die een rol kunnen spelen, zoals jeugdwerkers, straathoekwerkers, buurtbewoners, lokale beleidsmensen en politiemensen.
Die publieke ruimte moeten we terug haar echte betekenis geven: een ontmoetingsplaats voor iedereen. Om die ontmoeting goed te laten verlopen is er dialoog en interactie nodig tussen jongeren onderling, tussen jongeren en buurtbewoners en met de verantwoordelijken voor het lokaal beleid. Een dialoog die vertrekt uit een positieve visie en de wil om de publieke ruimte te delen.
Turnhout is een positief voorbeeld. Ook daar ging men eerst hard optreden, maar dat leverde al gauw meer problemen met en vijandigheid van de jongeren op. ‘Repressie werkt averechts’ zegt Luc Gorris van de lokale politie Turnhout (DM 17/05). In hetzelfde artikel zegt Tine Lescoutiers, coördinator van het jeugdproject, dat ze nu ‘kiezen voor een positieve benadering, en dat moet bij alle instanties een reflex worden’. Volgens haar is de keuze voor repressief optreden in steeds meer gemeenten te begrijpen, omdat het ‘op korte termijn een houvast biedt’. Ze pleit echter voor een aanpak en investeringen op langere termijn. En die aanpak heeft in Turnhout gerendeerd. Andere gemeenten kunnen hier een voorbeeld aan nemen.
Bleri Lleshi is politiek filosoof. Hij werkt momenteel aan een nieuw boek ‘De neoliberale strafstaat’.
blog: blerilleshi.wordpress.com
FB: www.facebook.com/Bleri.Lleshi
Twitter: @blerilleshi