“‘De naschokken van een politieke moord’
De voorbije drie maanden verbleef ik vooral in Afghanistan, Pakistan, Kasjmir en Washington, en sprak daar met allerlei experts, betrokkenen en gewone mensen over gewapende opstand, nationalisme en islamisme. In het najaar levert dat een boek op, nu al een opinie over de mogelijke effecten van de uitschakeling van Osama bin Laden.
Ik voelde me niet meteen geroepen om commentaar te geven op de politieke moord op Osama bin Laden. Ik ben immers geen Al Qaeda specialist, ik ken de organisatie niet van binnenuit. Maar intussen heb ik gemerkt dat die belemmeringen geen bezwaar zijn. Elke hond met een pet op geeft intussen zijn mening over het einde van negen en half jaar klopjacht en iedereen lijkt te weten hoe Al Qaeda in elkaar zit en zal reageren, een beetje zoals de pastoors perfect weten wat God bedoelde toen de mensen duizenden jaren geleden teksten in zijn naam schreven. Met enige bescheidenheid, dus, maar toch ook met enige kennis van het terrein.
1. Het effect op de gesprekken in Afghanistan
In Afghanistan is een ingewikkelde dans bezig waarin de zittende regering Karzai de gewapende opstandelingen probeert te verleiden tot vredesgesprekken. Daartoe werd een Hoge Vredesraad opgericht, waarin voormalige moedjahedien en machtige krijgsheren zitting hebben. Een mogelijk effect van het wegvallen van Osama bin Laden zou kunnen zijn dat Mullah Omar, de emir van de gelovigen en onbetwist leider van de Afghaanse taliban, meer manoeuvreerruimte krijgt om in te gaan op de uitnodiging tot gesprek. Niet dat ObL zeggenschap had over de operaties van de taliban of van andere gewapende groepen, maar de persoonlijke relatie van Osama en Omar was te diepgaand om op basis van politieke tactiek opzijgeschoven te worden. De cruciale voorwaarde van het Westen om een eventueel vredesakkoord te erkennen, is een publieke afstandname van Al Qaeda. Dat blijft heel moeilijk, zelfs al werken de Afghaanse opstandelingen onafhankelijk van Al Qaeda. De dood van Osama bin Laden creëert misschien een kleine extra opening daarvoor.
2. Het effect op de situatie in Pakistan
De Pakistaanse taliban werken wellicht veel nauwer samen met Al Qaeda dan hun Afghaanse naamgenoten. Ze opereren vanuit dezelfde tribale gebieden, hebben elkaars rugdekking en militaire effectieven soms nodig om aanvallen uit te voeren en legeracties af te wenden, en ze werken hoe langer hoe meer aan hetzelfde langetermijndoel: een islamitisch emiraat op basis van een streng-salafistische lezing van de sharia. Osama bin Laden functioneerde als de behoeder van die ideologische lijn. De Pakistaanse geestelijke leiders hebben geen van allen voldoende geloofwaardigheid, aanhang of middelen om die taak over te nemen. Het gevolg is wellicht dat de divergerende krachten in het amalgazam van rechts-islamistische bewegingen aan belang winnen. Pakistan is altijd al een kruitvat van sectaire, etnische en politieke tegenstellingen geweest. Daarbinnen werkten de jihadi’s de voorbije jare opvallend eendrachtig, wat hen ook een buitenproportionele impact verleende. Het is niet zeker dat ze die unity of purpose de volgende jaren kunnen behouden. Veel zal afhangen van de houding van de Pakistaanse deep state, de militaire beslissingscentra die vanaf de jaren zeventig de islamisering van het politieke leven gestimuleerd hebben en die tot vandaag steun blijven geven aan (sommige) gewapen,de groepen.
3. Het effect op de Amerikaanse aanwezigheid in Zuid-Azië
Eerst waren er de drones: onbemande vliegtuigjes die heel gericht raketten afvuurden op doelwitten op Pakistaans grondgebied. De actie werd getolereerd door de Pakistaanse overheid en werd door de VS als erg succesvol geëvalueerd. Dan was er de surge, het verdubbelen van de Amerikaanse aanwezigheid op Afghaans grondgebied–. Volgens Amerikaanse rapporten en Navo-berichten zorgen de 150.000 ISAF-militairen voor een ommekeer in de dynamiek van de negen jaar oude oorlog. De taliban zouden het initiatief verloren hebben, de Navo is misschien nog niet aan de winnende hand, maar kijkt in elk geval niet meer aan tegen een nederlaag op korte termijn. En dan zijn er nu de Navy SEALs in Abbotabad. De kans is groot dat Evere opnieuw in een overwinning gaat geloven en nog minder steun gaat verlenen aan het initiatief van president Karzai om echte onderhandelingen over vrede en verzoening te beginnen. De kans is ook groot dat in Washington nog meer gepleit zal worden voor gerichte militaire acties op Pakistaans grondgebied. Het feit dat Obama de Pakistaanse overheid bedankte, terwijl de helicopters enkele uren daarvoor letterlijk en figuurlijk onder de radar van diezelfde overheid op weg waren naar hun doelwit, kan alleen begrepen worden als een poging om de Pakistaanse machthebbers mee in het bad te trekken. Die hebben daar geen zin in, laten ze vandaag weten. Maar de overwinningsroes in Washington zou wel eens een dove president kunnen opleveren.
Zowel het nastreven van een militaire overwinning in Afghanistan als het opvoeren van de militaire aanwezigheid in Pakistan zouden strategische fouten zijn. Als het Westen in die val trapt, dan slaagt Osama er een laatste keer in zijn uitverkoren vijand dieper in het moeras te trekken. Om die vergissing te vermijden, zal Obama echter zijn security-bonus moeten inleveren en aan zijn dansende landgenoten moeten uitleggen dat de VS niét alles kunnen, zelfs niet als ze er diep van overtuigd zijn. Ook niet als ze bij het afsluiten van een korte presidentiële toespraak tot tweemaal toe God aanroepen.
4. Het effect op de relatie tussen India en Pakistan
De aanwezigheid van Osama bin Laden in de garnizoenstad Abbotabad –en dus de meer dan waarschijnlijke betrokkenheid van het leger bij zijn onvindbaarheid– was voor Delhi een perfecte illustratie van de stelling dat Pakistan de terroristische centrale van de regio is. Islamabad ontkent dat op rituele wijze en heftige toon, maar staat toch wel een beetje bloot tegen de muur. Een van de belangrijkste ihadi’s in Pakistan, Hafiz Saeed, hield een speciale gebedsbijeenkomst met zijn volgelingen om het eeuwige belang van ObL en zijn martelaarsschap voor de islamitische zaak te eren. Saeed wordt door India verdacht van medeplichtigheid aan het plannen van de aanval op Mumbai in 2008. Toch denk ik niet dat deze onaangename woordenstrijd een impact zal hebben op de gesprekken die beide landen sinds enkele maanden opnieuw op gang proberen krijgen. Niet dat die gesprekken echt veelbelovend zijn of snel tot resultaten zullen leiden, maar het Osama-incident verandert de Indiase perceptie van Pakistan niet, ze bevestigt haar alleen maar.
In Kasjmir, de eeuwige twistappel tussen India en Pakistan, werd de dood van ObL begroet met betrekkelijke onverschilligheid. De opstand in de Vallei, die nu al meer dan twintig jaar duurt, is en blijft gebaseerd op nationalisme, niet op de interntionalistische ideologie van Al Qaeda. Toch had Al Qaeda een impact op de opstand: een aantal, door Pakistan gesteunde, gewapoende groepen had duidelijk banden met Al Qaeda, terwijl de gewapende opstand na 9/11 voor het Westen de verdachte kleur kreeg van het islamisme. Pakistan werd gedwongen zijn huurlingenoorlog in Kasjmir op een laag pitje te zetten en India kon zijn repressieve bezetting van de Vallei verantwoorden in Bushiaanse termen van Strijd tegen het Terrorisme. De levende Osama had dus op verschillende en tegenstrijdige manieren een impact op de toestand in Kasjmir, de dode heeft dat niet.
5. Het effect op de immobiliënprijzen in Pakistan
Volgens de berichten die overal herhaald worden, zou het schuiloord van Osama bin Laden tussen 700.000 en 1.000.000 dollar waard zijn. Dat lijkt me sterk, zeker als ik de gedetailleerde tekeningen zie die van de compound verschenen, onder andere in deze krant. Een villa in mijn eigen buurt staat te koop voor 500.000 euro –en geraakt natuurlijk niet verkocht– en het is geen geheim dat de levensduurte en –standaard een factor tien lager ligt dan in België. Ofwel gaat het hier om een stukje propaganda –om het sobere en consequente imago van bin Laden post mortem nog te ondergraven– ofwel is Abbotabad the place to be voor elke immobiliënspeculant. Het is maar één detail in de berichtgeving dat meer uitlegt en onderzoek verdient. We mogen niet vergeten dat het oorlog is en dat de waarheid dan altijd het eerste slachtoffer is.
Het journalistieke project van Gie Goris komt tot stand met steun van MO* en het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek. Het fotografieproject van Brecht Goris krijgt de steun van deBuren, de Beursschouwburg en de Warande (Turnhout).