Wim Soons
“‘‘De veiligheidscultuur van De Wever is niets meer dan symptoombestrijding'’
Wim Soons, nationaal voorzitter van Jong CD&V, ziet geen heil in de nieuwe veiligheidscultuur die de coalitiepartner van zijn moederpartij promoot. 'Veiligheid gaat ook om investeren in jongeren, in onderwijs, in verenigingen en cultuur.'
Het nieuwe jaar is intussen twee weken oud, en heel wat goede voornemers zijn al gesneuveld. Dat uurtje vroeger opstaan om te gaan sporten bleek toch wat ambitieus.
Andere minder goede voornemens staan intussen nog steeds als een huis. Zo ook het voornemen van Bart De Wever om een nieuwe veiligheidscultuur in ons land ingang te doen vinden. In een interview in De Zondag pleitte de N-VA-voorzitter daar eind december voor, nadat hij eerder al zei voorstander te zijn van een Belgische Patriot Act.
Deze nieuwe veiligheidscultuur betekent voor hem ondermeer ‘meer metaaldetectoren, meer kogelvrij glas en antirampalen, vooral aan bijzondere gebouwen. Meer standaardcontrole en standaardbeveiliging’. En ook: ‘Je moet eens een bezoek brengen aan de Verenigde Staten. Ze hebben die switch al na 9/11 gemaakt’.
Biljoen dollar
Het klopt dat de VS na de aanslagen van 9/11 zijn overgegaan tot het nemen van bijkomende veiligheidsmaatregelen. Maatregelen die ook een kostprijs hebben. Daarbij gaat het niet alleen om de extra uitgaven van de verschillende overheden, maar bijvoorbeeld ook de wachttijden die de extra controles op luchthavens (schoenen uit!) met zich meebrengen.
Onderzoekers John Mueller en Mark Stewart probeerden in 2011 in kaart te brengen hoeveel tien jaar bijkomende veiligheidsmaatregelen gekost hadden, en kwamen op een kostenplaatje van meer dan 1000 miljard, of meer dan één biljoen dollar.
Om dit in perspectief te plaatsen: wetende dat je voor zo’n 3 miljoen euro een basisschool kan neerpoten, komt dat neer op genoeg middelen om meer dan 300.000 nieuwe scholen te bouwen.
The zero risk bias
Geen goedkoop beleid dus, en de vraag is of deze uitgaven te verantwoorden zijn. Mueller en Steward moesten in hun onderzoek vaststellen dat de uitgaven op basis van een kosten-batenanalyse onmogelijk te verantwoorden waren, maar dat naast rationele, ook emotionele en politieke argumenten speelden.
Een boeiend fenomeen hierbij is de zero risk bias: een denkfout waarbij de mens van natura risico’s graag tot nul herleidt. Zelfs als het erg veel middelen vraagt om iets dat al 99% veilig is, 99,99% veilig te maken en het risico dat je hiermee vermijdt eigenlijk helemaal niet opweegt tegen de gemaakte kost…
Agent voor schoolpoort, supermarkt of café?
Ik vrees dat we deze fout vandaag maken. Even terugdenken aan de aanval, in augustus 2014, van man die in een supermarkt een peuter met een schroevendraaier in het oog stak. Een huiveringwekkend voorval. Een soort aanval ook, met een eenvoudig wapen op een publieke plek, die eenvoudigweg niet te voorkomen is.
Iedereen heeft thuis wel een scherp keukenmes liggen dat als moordwapen kan dienen. En terwijl we wel een aantal ‘bijzondere’ gebouwen als parlementen en belangrijke ambassades extra bewaken, is het volstrekt onmogelijk, en onwenselijk, om voor elke school en kinderopvang, voor elk café, elke supermarkt en in elke volle trein politieagenten te plaatsen, metaaldectoren of gewapend glas.
Terwijl de mensen in deze gebouwen minstens even kwetsbaar zijn, en waardevol, als zij die in grote overheidsgebouwen werken.
Investeren in veiligheid en mensen
Geen investeringen in veiligheid dan maar? Jawel, nieuwe intelligente technologie, zoals camera’s met nummerplaatherkenning, kunnen een ongelooflijk efficiënt wapen zijn tegen verschillende vormen van criminaliteit. Ook wetgeving kan innovatief zijn, een gedeeld beroepsgeheim voor politie en hulpverleners is bijvoorbeeld iets om grondig te bekijken.
En ja, in buurten waar vandaag onveiligheid heerst kan meer blauw op straat het verschil maken. Daar moeten onze politiediensten alle middelen krijgen om van deze wijken ieders veiligheid te garanderen. Het beveiligen van ‘belangrijke plaatsen’ pakt deze problemen niet aan.
‘Ook wetgeving kan innovatief zijn.’
Maar het moet meer zijn dan dit. Het gaat ook om investeren in jongeren, in onderwijs, in verenigingen en cultuur.
De veiligheidscultuur waar De Wever over spreekt is immers in essentie symptoombestrijding, niet het aanpakken van de problemen bij de wortels.
Baby-Reagan
Ik vrees dan ook dat deze nieuwe veiligheidscultuur een slag in het water zal zijn. Een dure slag die middelen zal opslorpen naar andere noden zouden kunnen gaan, en in het leven van de Vlaming echt een verschil zouden kunnen maken.
En zo stelt, een kleine dertig jaar nadat Guy Verhofstadt het koosnaampje Baby-Thatcher kreeg, Bart De Wever zich als Baby-Reagan op: voorstander van minder belastingen, minder sociale zekerheid en dus minder overheidsuitgaven… behalve als het over opzichtige veiligheidsuitgaven gaat. Terwijl elders, via onderwijs, welzijn, woonbeleid… veel nuttigere en duurzamere investeringen in het leven van mensen te maken zijn.
Wim Soons is nationaal voorzitter van Jong CD&V.