Flor Didden
“‘Drie jaar EU-Turkije deal: geen gelukkige verjaardag voor vluchtelingen in Turkije’
Binnen twee maanden trekken we naar de stembus. In partijprogramma’s en debatten zullen partijen van links tot rechts pleiten voor de ‘opvang van vluchtelingen in de regio, want’, zo klinkt het, ‘Europa kan niet alle lasten dragen’. Politici die opvang in de regio naar voor schuiven als een model voor de toekomst. Het blijft vreemd. Sinds er vluchtelingen zijn, is opvang in de regio namelijk meer regel dan uitzondering.
©EU/ECHO/Caroline Gluck (CC BY-NC-ND 2.0)
Binnen twee maanden trekken we naar de stembus. Hoewel het migratiethema in België wat naar de achtergrond verdween is het nooit helemaal van de politieke agenda verdwenen. In partijprogramma’s en debatten zullen partijen van links tot rechts pleiten voor ‘opvang in de regio’ want, zo klinkt het, ‘Europa kan niet alle lasten dragen’.
Politici die opvang in de regio naar voor schuiven als een model voor de toekomst. Het blijft vreemd. Sinds er vluchtelingen zijn is opvang in de regio namelijk meer regel dan uitzondering. Dat is vandaag zelfs meer dan ooit het geval. In heel Europa kwamen dit jaar nog geen 10.000 mensen aan via de Middellandse Zee. Dat heeft veel te maken met het Europese migratiebeleid dat er op gericht is om hen zo veel mogelijk tegen te houden. Hekken en muren, deals zoals die met de Libische kustwacht en de strijd tegen reddingsoperaties op zee maken dat beleid stilaan dodelijk efficiënt.
Veel vluchtelingen kiezen natuurlijk ook voor een verblijf dichter bij huis. Ze hopen snel terug te keren eens het conflict voorbij is of ze hebben niet de middelen om verder te reizen. Resultaat is dat 85% van de vluchtelingen wordt opgevangen in ontwikkelingslanden. Deze realiteit maakt dat opvang in de regio en de zoektocht naar manieren om die beter aan te pakken een terechte plaats verdient in de verkiezingsprogramma’s. Wat dat betreft is het nuttig enkele lessen trekken uit het akkoord dat de EU drie jaar geleden afsloot met Turkije, ondertussen het land dat met grote voorsprong het meeste vluchtelingen ter wereld opvangt.
Even terugspoelen naar begin 2016. Veel Syriërs vinden op dat moment al bijna 4 jaar onderdak in Turkije. De aanhoudende oorlog maakt dat velen de hoop op een snelle terugkeer verliezen. De trage toegang naar werk (slechts 2.000 mensen hadden op dat moment een werkvergunning), onderwijs, huisvesting en integratie maken duidelijk dat hun toekomst in Turkije somber is. Een deel van hen zoekt bescherming in Europa.
Bij gebrek aan legale manieren om Europa binnen te komen wagen zij hun leven in gammele bootjes. De Middellandse Zee wordt met voorsprong de dodelijkste grens ter wereld. In Europa groeit ongeduld over de meer dan 1 miljoen asielaanvragen in 2015. Het gebrek aan eensgezindheid om binnen de EU tot een eerlijke spreiding te komen dwingt Merkel om naar Turkije te kijken op zoek naar oplossingen.
Op 18 maart 2016 sluit de EU een deal met Erdogan. Turkije zal vanaf dat moment alle vluchtelingen die nog aankomen in Griekeland terug overnemen. Voor elke teruggestuurde vluchteling, wordt één Syrische vluchteling die al in Turkije verblijft overgenomen door de EU. In ruil krijgt Turkije 6 miljard euro aan hulp, een visumversoepeling – die er uiteindelijk nooit kwam – en worden de toetredingsgesprekken hervat.
Drie jaar later steekt de Europese Commissie de loftrompet over de deal. De aankomsten in Griekenland zijn nog een fractie van wat ze in 2015 waren. Commissaris Frans Timmermans verklaarde de migratiecrisis officieel voorbij. Voor veel van de 3.6 miljoen Syriërs in Turkije zijn er jammer genoeg minder redenen om te vieren.
Naar schatting 350.000 Syrische kinderen kunnen na vele jaren niet naar school. Kwetsbare families beroepen zich op sekswerk, kinderarbeid en kinderhuwelijk om te overleven.
De overgrote meerderheid (90%) van de Syrische vluchtelingen verblijft buiten de officiële vluchtelingenkampen, vaak in grote steden. Bijna 70% van hen leeft onder de armoedegrens en heeft nauwelijks toegang tot water en sanitair. Naar schatting 350.000 Syrische kinderen kunnen na vele jaren niet naar school. Kwetsbare families beroepen zich op sekswerk, kinderarbeid en kinderhuwelijk om te overleven.
De toegang tot rechtspraak in geval van geweld en misbruik is minimaal. Ook de voedselzekerheid is zorgwekkend. Een studie van het Wereldvoedselprogramma geeft aan dat 34% van de mensen leeft in een toestand van voedselonzekerheid. Een op vier van de Syrische kinderen is chronisch ondervoed. De torenhoge Turkse inflatie maakt de toegang tot basisvoedsel nog moeilijker.
Toch ontkent niemand dat de Turkse overheid, lokale besturen, gastvrije burgers en hulporganisaties grote inspanningen leveren die op veel vlakken lovenswaardig zijn. Ook de EU kan enkele positieve lessen te trekken. Het Emergency Social Safety Net voorziet met maandelijkse cash transfers via een kredietkaart in de basisnoden van 1,5 miljoen vluchtelingen. Via een ander programma kunnen ondertussen 410.000 Syrische kinderen naar school.
Turkije maakt echter meer en meer duidelijk dat er een grens zit op de Turkse gastvrijheid. De economische malaise zorgt voor een toenemende ontevredenheid van veel Turken over de aanwezigheid van de Syriërs. In juni 2018 finaliseerde het land de bouw van een betonnen muur die bijna de volledige grens met Syrië afschermt. Niet veel later stopten de zuidelijke provincies de registratie van nieuwe vluchtelingen. Gelijktijdig kwamen berichten van grootschalige en gewelddadige push backs over de grens met Syrië. President Erdogan kondigde in januari ook plannen aan voor een “veilige zone” in het noorden van Syrië naar waar de vluchtelingen snel kunnen worden teruggestuurd. Deze acties vallen op geen enkele manier goed te keuren maar ze vinden plaats in een context waarin Europa steeds minder solidariteit toont met Turkije.
Het gebrek aan inspanningen inzake hervestiging ondermijnt elke Europese geloofwaardigheid om hervormingen van het Turkse vluchtelingenbeleid te vragen.
In 2018 werden nauwelijks 9.000 mensen uit Turkije hervestigd. Dat is 0,2% van de vluchtelingen in Turkije. Volgens de VN Vluchtelingenorganisatie hebben 375.000 mensen in Turkije in acute nood aan hervestiging. Enkel en alleen voor deze meest kwetsbaren zal het aan het huidige tempo meer dan 40 jaar duren eer ze hervestigd zijn. Hierin is Turkije helaas geen uniek geval. Minder dan 5% van de vluchtelingen die volgens de VN in acute nood zijn, wordt hervestigd. Drie jaar na de goedkeuring (ook door België) van de New York Declaration on Refugees and Migrants, die zich engageerde tot het voorzien in hervestigingsplaatsen voor álle mensen in nood, is dat een bedroevend laag cijfer.
Het gebrek aan inspanningen inzake hervestiging ondermijnt elke Europese geloofwaardigheid om hervormingen van het Turkse vluchtelingenbeleid te vragen. Door de interne verdeeldheid (die ook volop tot uiting kwam tijdens de discussies over het VN migratiepact) en de uitbesteding van het migratiebeleid aan bedenkelijke regimes kan de EU niet langer een leidende rol meer spelen inzake migratie en mensenrechten. In februari nog haalde Erdogan hard uit naar de Europese toenaderingen tot Egyptische president Al-Sisi. Het feit dat de EU Al-Sisi tegen de borst drukt terwijl die net negen mensen liet executeren, toont volgens hem aan hoe “onoprecht” het blok is. Erdogan heeft gelijk dat de EU de waarden waarop ze gebouwd is steeds meer onder de mat veegt, alleen klinkt het wrang om die kritiek net uit zijn mond te horen.
Het is goed dat onze politici aandacht besteden aan de regionale opvang van mensen op de vlucht. Meer investeringen in een kwaliteitsvolle opvang in de regio, graag. Maar die kan enkel slagen wanneer de Europese lidstaten zich zowel onderling als internationaal solidair tonen en mensenrechten terug centraal plaatsten in hun buitenlands beleid.
Flor Didden is beleidsmedewerker Migratie bij 11.11.11