René Custers
“‘Europese regelgeving over nieuwe veredelingstechnieken moet duidelijker’
In een opiniestuk dat vorige week op deze website verscheen, beschuldigden Bart Staes en enkele andere Europese politici het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) ervan actief mee te lobbyen voor de regulering van nieuwe ggo’s. René Custers reageert op deze beschuldigingen: ‘Het gaat niet om lobbywerk, maar om het informeren van de beleidsmakers over de nieuwe technieken die gebruikt worden.’
De plantenveredeling maakt zoals elk ander domein een evolutie door. In de loop der jaren zijn er op grond van nieuwe wetenschappelijke inzichten en toegenomen technologische mogelijkheden nieuwe technieken in de plantenveredeling geïntroduceerd. Zo maken hybriden, in-vitro technieken en merker-geassisteerde selectie al jarenlang een onderdeel uit van de veredeling, ongeacht voor welk type van landbouw de gewassen ontwikkeld worden.
Lees ook het opiniestuk: Weet u straks nog wat u eet? Neen!
Als gevolg van die evolutie is er in de voorbije jaren een aantal nieuwe technieken ontstaan dat een rol kan spelen in het ontwikkelen van nieuwe variëteiten met nuttige eigenschappen voor de boer, het leefmilieu, de verwerkers en/of de consument. Het gaat daarbij om “genome editing”, “reverse breeding”, “RNA-dependent-DNA methylation” en nog enkele andere technieken. Ze worden gezamenlijk vaak “new breeding technologies” ‘(nieuwe veredelingstechnieken) genoemd. VIB heeft een achtergronddossier gepubliceerd om te duiden wat die technieken inhouden en op welke manier ze overeenkomen met of verschillen van bestaande veredelingstechnieken.
Europa kent twee soorten regelgeving in deze context, nl. een regelgeving voor plantenveredeling en daarnaast zijn er specifieke regels voor ggo’s. Sinds 2008 is er een debat aan de gang over de vraag of de producten van die nieuwe veredelingstechnieken onder de Europese ggo-regels vallen.
Tot op vandaag heeft de Europese overheid hier nog geen helderheid over verschaft. Het is die nalatigheid die VIB er toe heeft aangezet om zich actief in het debat te mengen:
door informatie te verschaffen over die nieuwe technieken – onder meer door het uitbrengen van het bovengenoemde achtergronddossier – ,
door bij overheden concrete voorbeelden op tafel te leggen van organismen die met behulp van die nieuwe technieken zijn gemaakt en
door juridische argumenten op te werpen om zo de juristen van (met name) de Europese Commissie tot actie te manen. Dat allemaal in de hoop dat de Europese overheid haar verantwoordelijkheid in dit dossier zou opnemen.
Iedereen heeft er baat bij dat de Europese overheid snel juridische helderheid verschaft. Wat dat betreft zouden de bedrijven, de wetenschappelijke instellingen én de groene beweging de handen ineen kunnen slaan en gezamenlijk een oproep doen aan de Europese overheid om duidelijkheid te brengen in dit dossier.
Er bestaat maar één correcte juridische interpretatie van de Europese GGO-wetgeving, en die wordt noch door VIB, noch door de bedrijven, noch door de milieubewegingen bepaald.
Het antwoord op de vraag óf de producten van nieuwe veredelingstechnieken onder de Europese GGO-regels vallen is overigens geen kwestie van opinie. Er bestaat maar één correcte juridische interpretatie van de Europese GGO-wetgeving, en die wordt noch door VIB, noch door de bedrijven, noch door de milieubewegingen bepaald. Enkel het Europees Hof van Justitie kan daar een rechtsgeldige uitspraak over doen. En stel dat bepaalde producten dan onder of buiten deze regels blijken te vallen, dan is vervolgens de vraag of de regelgeving aangepast moet worden.
Het doel van die regelgeving is duidelijk: het leefmilieu en de Europese consument beschermen tegen potentiële risico’s. Maar zowel oude als nieuwe regelgeving in dit domein moet steunen op een degelijke wetenschappelijke basis en moet proportioneel, niet-discriminerend en voorspelbaar zijn.
René Custers is Regulatory & Responsible Research Manager bij het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB).