Annuschka Vandewalle & Liesbet Vangeel
Brief aan Alexander De Croo, minister van Ontwikkelingssamenwerking (II)
“‘Economische groei is niet zaligmakend’
Annuschka Vandewalle (algemeen secretaris FOS) en Liesbet Vangeel (beleidsmedewerker FOS) namen de pen ter hand en schreven een brief aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo. Die legt de nadruk op mensenrechten en economische groei. Maar kunnen mensenrechten wel gerealiseerd worden, kan economie inclusief en duurzaam zijn zonder prioriteiten als waardig werk en sociale bescherming?
Beste de minister van Ontwikkelingssamenwerking,
Beste Meneer De Croo,
Graag maken we u onze beste wensen voor 2017 over. We wensen u een jaar toe zonder bijkomende besparingen, voldoende budget om uw ambities en een performante ontwikkelingssamenwerking waar te maken, om mee te bouwen aan een meer rechtvaardige wereld. Want steeds meer uitdagingen financieren uit een steeds kleiner wordend budget, dat wensen we geen enkele minister toe.
In uw algemene beleidsnota “Internationale ontwikkeling 2017” schreef u alvast uw goede voornemens voor dit jaar neer, en maakte u duidelijk welke keuzes u wil maken.
We juichen toe dat u resoluut kiest voor een rechtenbenadering
We juichen toe dat u resoluut kiest voor een rechtenbenadering, als eerste as van uw beleid. De vele ontwikkelingsuitdagingen waar de wereld vandaag voor staat, houden immers allen verband met internationaal erkende mensenrechten. U legt de nadruk op enkele specifieke rechten, zoals vrouwen- en kinderrechten, seksuele en reproductieve rechten en de rechten voor holebi’s en transgenders. Erg waardevol, zo lijkt ons, want investeren in deze rechten is essentieel om te komen tot duurzame en inclusieve ontwikkeling.
We zijn blij te lezen dat u vindt dat de positie van rechtenhouders versterkt moet worden en dat plichtendragers een niet te miskennen rol te spelen hebben. Onze partners in het Zuiden — middenveldorganisaties, vakbonden, vrouwenorganisaties — zijn het hier volmondig mee eens. Dagelijks zetten ze zich in om mensen bewust te maken van hun rechten en deze op te eisen. Dagelijks wijzen ze overheden, bedrijven en dienstverleners op hun verantwoordelijkheid. En dat is nodig, want zij zien hoe onder meer het recht op gezondheid, arbeidsrechten en het recht op sociale bescherming met de regelmaat van de klok geschonden worden.
Wij durven dit sterke geloof in economische groei in vraag te stellen.
De tweede beleidsas van uw ontwikkelingsbeleid is economische groei omdat, zoals u stelt, ‘alleen economische groei kan zorgen voor sterke, innovatieve bedrijven die werkgelegenheid, inkomens en welvaart creëren.’ Wij durven dit sterke geloof in economische groei in vraag te stellen.
Economische groei draagt immers niet automatisch of noodzakelijk bij tot de verwezenlijking van de mensenrechten, uw eerste beleidsas. Dat benadrukte u zelf reeds in 2014 in uw beleidsverklaring. Toen schreef u dat ‘hoge economische groei geen garantie vormt om ook de ongelijkheid te verminderen’ en nog, dat ‘recente groeiervaringen laten zien dat er vaak een zwakke relatie bestaat tussen economische groei en de daling van de armoede’. Laat de aanpak van ongelijkheid en armoedebestrijding nu net de kernopdracht van ontwikkelingssamenwerking zijn.
Het valt ons op dat u nergens melding maakt van het belang van herverdelingsmaatregelen zoals waardig werk en sociale bescherming.
Daarom valt het ons op, minister, wanneer u in uw beleidsnota spreekt over economische groei, dat u nergens melding maakt van het belang van herverdelingsmaatregelen zoals waardig werk en sociale bescherming. Ngo’s, onderzoekers en belangrijke instellingen als de OESO roepen al jaren uit dat de ongelijkheid in alle landen van de wereld groeit. Er is consensus dat deze toenemende ongelijkheid niet alleen een reële bedreiging vormt voor de zo gewenste economische groei, maar ook een gevaar betekent voor onze maatschappij, onze democratie, onze veiligheid.
In een wereld waar de spanningen en het geweld anno 2016 hoog oplopen, waar democratieën - ook westerse - aan het wankelen gaan, waar de gevolgen van de economische crisis nog steeds voelbaar zijn voor miljoenen mensen die de eindjes moeilijk aan elkaar knopen, moet de aanpak van ongelijkheid centraal staan in ieder (ontwikkelingsamenwerkings) beleid.
Om armoede en ongelijkheid drastisch te verminderen, zijn sociale beschermingsmaatregelen cruciaal.
De 193 VN-landen waren het er in september 2015 op de VN-top over Duurzame Ontwikkeling over eens: armoede moet de wereld uit (SDG 1) en de ongelijkheid moet tegen 2030 drastisch verminderen (SDG 10). Om die doelen te bereiken, zijn sociale beschermingsmaatregelen cruciaal.
Een beleid van sociale bescherming kan de sociale uitsluiting en ongelijkheid, armoede en kwetsbaarheid in de samenleving structureel voorkomen en verminderen. Het kan scheve machtsverhoudingen in de samenleving rechttrekken, bijvoorbeeld ook de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen. En dat is nodig: vandaag zijn de laagst betaalde en minst beschermde werknemers vrouw. Globaal genomen verdienen ze 10 tot 30% minder dan mannen voor gelijkaardig werk. In vele landen is de kloof nog veel groter. Daarom is sociale bescherming ook een target in SDG 5 over gendergelijkheid.
We vertellen u niets nieuws. U weet dat België, als covoorzitter van de Group of Friends of Decent Work, in alle onderhandelingen sterk aandrong op de verankering van sociale bescherming in de nieuwe Duurzame Ontwikkelingsagenda. In uw beleidsnota schrijft u dat deze agenda het kader moet zijn voor het ontwikkelingsbeleid. Daar zijn we het met u eens.
Waarom vinden we nergens in uw nota iets terug over de aanpak van ongelijkheid of over het belang van sociale rechten?
Maar waarom vinden we dan nergens in uw nota iets terug over de aanpak van ongelijkheid of over het belang van sociale rechten? U legt de nadruk op mensenrechten en groei. Maar kunnen mensenrechten wel gerealiseerd worden en kan de economie wel inclusief en duurzaam zijn, als er geen prioriteit gemaakt wordt van waardig werk en sociale bescherming?
U zei zelf in september 2016 op de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van niet. Als covoorzitter van de lancering van het Global Partnership for Universal Social Protection, bevestigde u in aanwezigheid van Guy Ryder (directeur-generaal van de Internationale Arbeidsorganisatie) en Jim Kim (voorzitter van de Wereldbank) dat, ‘als we sterke, duurzame en inclusieve economieën willen, we zeker aandacht moeten schenken aan sociale rechten’ en dat ‘sociale bescherming en sterke economieën beiden kanten zijn van eenzelfde muntstuk’. We zaten te knikken toen we u hoorden zeggen dat als we écht de centrale ambitie van de SDG’s willen waarmaken - leave no one behind - we moeten kijken in de richting van sociale bescherming, niet als kortetermijnoplossing, maar als langetermijninspanning waarvoor actie niet langer mag worden uitgesteld.
60 ngo’s, vakbonden, mutualiteiten en middenveldorganisaties voerden 2 jaar campagne voor sociale bescherming wereldwijd; 82.089 mensen in België ondersteunden deze campagne vol enthousiasme en overtuiging. Allen zijn we ervan overtuigd dat actie voor sociale bescherming niet langer kan worden uitgesteld.
_Deze brief maakt deel uit van de reeks brieven “halfweg Michel I”, gebundeld in het januarinummer van Samenleving en Politiek
Dit opiniestuk verscheen ook op de website van Samenleving en Poltiek_Wij hopen daarom dat u uw goede voornemens voor 2017 bijstuurt. In New York bedankte Guy Ryder u en ons land voor het getoonde leiderschap in de strijd voor sociale bescherming voor iedereen. Laat dit leiderschap in 2017, en in de tweede helft van deze legislatuur, consequent zien, kom ermee naar buiten en maak van sociale bescherming écht een prioriteit in uw beleid.
Met vriendelijke groeten,
Annuschka Vandewalle en Liesbet Vangeel
Algemeen secretaris en beleidsmedewerker FOS, de solidariteitsorganisatie van de socialistische beweging