Roeland Scholtalbers
“‘Eén klimaat, één doel bij de klimaattop in Durban?’
Tijdens de jaarlijks klimaattop van de Verenigde Naties, dit jaar in Durban, Zuid-Afrika, zal de internationale gemeenschap zich buigen over drie cruciale vraagstukken.
Als eerste, het Kyoto-protocol: het enige bindende internationale klimaatakkoord om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, loopt volgend jaar af. Daarnaast is het hard nodig om wetenschappelijk advies te volgen en wereldwijd meer te snijden in broeikasgassen om de oprukkende klimaatverandering een halt toe te roepen. Landen moeten het ook eens worden over het invullen van hun verplichtingen om ontwikkelingslanden te helpen om zich te wapenen tegen de consequenties van klimaatverandering.
Akkoord onwaarschijnlijk
Na de gelimiteerde vooruitgang tijdens de top van vorig jaar in Cancun, Mexico, lijkt het onwaarschijnlijk dat de onderhandelende partijen alle plooien glad zullen strijken en een ambitieus en bindend akkoord zullen onderschrijven. Dat is zonde, want het bestrijden van klimaatverandering, dat niet alleen een milieu-, maar ook een schrijnend humanitair- en ontwikkelingsprobleem is, zou eigenlijk iedereens prioriteit moeten zijn.
Het debat in ’s werelds meest ontwikkelde economieën lijkt zich vooral op de kosten van het bestrijden van het klimaatgevaar te fixeren. Men is bezorgd over de economische gevolgen van ambitieuze broeikasgasverminderingen en vraagt zich af wie zal opdraaien voor de kosten van het vertragen van en het aanpassen aan klimaatverandering.
De koude wind van de Europese kredietcrisis zal zonder twijfel ook de kust van Durban bereiken, maar economische tegenslag mag geenszins de kaars van ambitieuze klimaatactie uitblazen.
Inderdaad, want het het perspectief van een ontwikkelde economie is maar een van de velen en is relatief comfortabel. Het lijkt misschien terecht om prioriteit te geven aan andere kwesties als je in een land woont dat miljarden uitgeeft om je huis te beschermen tegen de stijgende zeespiegel. Maar wat als je aan de kust woont in Bangladesh en je huis en de grond dat je gezin van voedsel voorziet bedreigd wordt door het stijgende zeewater? Wat als je in ruraal Malawi woont en onregelmatige regenval en lange periodes van droogte keer op keer je oogst bedreigen en je kinderen geen eten meer hebben?
Solidariteit
We moeten ons allen herinneren dat klimaatverandering allereerst om mensenlevens draait en het daarom vanuit een perspectief van solidariteit zien.
Ook al heeft de Europese Unie tot dusver veel meer ambitie getoond dan de Verenigde Staten, beide wachten ze op signalen van opkomende economieën als China en India dat zij bereid zijn hun verantwoordelijkheid te dragen. Maar als we een kans willen maken tegen klimaatverandering dan is er geen tijd voor een schaduwspel waarin een land alleen bereid is te doen wat juist en hard nodig is als concurrerende landen dat ook doen.
Nu de klimaatonderhandelingen voor het eerst Afrika aandoen is het tijd om meningsverschillen aan de kant te zetten en solidair te zijn met de Afrikaanse bevolking en mensen in andere gebieden die het meest bedreigd worden door het veranderend klimaat.
Wetenschappelijk advies
De klimaatonderhandelingen moeten tot een tweede periode voor het Kyoto-protocol leiden dat de landen die het protocol in 1997 ondertekenden zal binden. Daarnaast is een collectieve doelstelling voor alle onderhandelende partijen hard nodig om de uitstoot van broeikasgassen wereldwijd drastisch te verminderen. Momenteel stellen landen hun eigen doelstellingen, in plaats van dat wetenschappelijk advies om de ergste gevolgen van klimaatverandering gevolgd wordt.
Volgens het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) zullen ontwikkelde landen als een groep hun uitstoot met 24 to 40 % moeten verminderen, in vergelijking met basisjaar 1990. Het is niet zeker dat dit genoeg is om het verdwijnen van sommige kleine eilandstaatjes en kuststeden te voorkomen.
Fonds
In Durban moeten landen ook op het gebied van financiering laten zien dat het menens is en er voor zorgen dat ontwikkelingslanden zich op tijd kunnen wapenen tegen klimaatverandering. In Cancun beloofden ontwikkelde landen om tegen 2020 100 miljard dollar vrij te maken voor een klimaatfonds dat door de Verenigde Naties overzien zal worden.
Nu moeten ze aantonen waar ze dit geld vandaan gaan halen. Nieuwe financieringsbronnen, zoals een belasting op financiële transacties die op steeds meer steun kan rekenen onder wereldleiders, kunnen hieraan een bijdrage leveren.
Eén ding is zeker wat betreft de top in Durban. Om de klimaatdoorbraak waar de wereld op wacht te bereiken zullen onderhandelende partijen eigenbelang en dollar tekens bovenaan hun prioriteitenlijstje moeten uitgommen en vervangen met een notie van compassie en solidariteit.
Roeland Scholtalbers is persverantwoordelijke van de internationale koepel van ontwikkelingsorganisaties CIDSE