Philippe Lamberts, Bas Eickhout, Bart Staes
“‘Joris Luyendijk, kom eens kijken wat er écht in de cockpit gebeurt’
Drie Europarlementsleden van de groene fractie in het Europees parlement prijzen de publicatie van Joris Luyendijks boek “het kan niet waar zijn” waarin hij de perverste kanten van de bankensector blootlegt en terecht stelt dat er zeven jaar later niets is veranderd aan het systeem. Over zijn uitspraken als zouden “dé” politici niets doen, zijn ze echter niet te spreken.
The City - © kloniwotski (cc by-sa 2.0)
Het antropologische werk dat journalist Joris Luyendijk de afgelopen jaren verrichte in The City, dat bloedeloze hart van de financiële sector in Londen, kan niet genoeg worden geprezen. In zijn fameuze bankiersblog op de website van The Guardian (ook gepubliceerd in De Standaard en NRC Handelsblad) voerde hij zeker 200 mensen op die anoniem en eerlijk getuigden over de soms absurde praktijken op hun werkvloer. Hij slaagde er met zijn rake observaties in om duidelijk te maken dat de perverse kanten van die sector niet worden veroorzaakt door een bende monsters-zonder-ethiek, maar dat de meesten eerder zélf gevangen zitten in een op tilt geslagen systeem. Een systeem dat niet onder controle gebracht lijkt te kunnen worden. Lijkt.
Want ja, Luyendijk stelt zeer terecht dat er zeven jaar na het uiteenspatten van Lehman Brothers en andere financiële zeepbellen, ten gronde te weinig is veranderd aan het DNA van “Big Finance”. In het zopas gepubliceerde boek “Dit kan niet waar zijn” bekritiseert hij terecht dat veel overheden te lankmoedig en passief zijn als het gaat om het grondig inperken van de economische en daarmee politieke macht van de grootbanken en andere grote spelers. De risico’s die worden genomen in het mondiale casino zijn nog steeds onverantwoord groot en een nieuwe crisis kan - misschien niet morgen, maar wel op relatief korte termijn - weer plaatsvinden.
Luyendijk wijst daarom ook in elk interview terecht op dat huizenhoge probleem van “too big to fail” banken, die zo groot zijn dat ze eenvoudigweg niet failliet kunnen gaan omdat ze dan een cascade van faillissementen kunnen veroorzaken; de stabiliteit van hele samenlevingen in gevaar brengen, omdat bijvoorbeeld een blokkade van het financiële betaalverkeer dreigt. Geen geld uit de muur, en meer van dat soort “apocalyptische” scenario’s.
Wij spreken al jaren consequent van “too dangerous to exist” als het om deze grootbanken gaat.
Maar het is nog perverser dan dat. Impliciet worden deze banken door de overheid en dus de belastingbetaler overeind gehouden. Zij én de markten weten dat ze altijd gered zullen worden, omdat ze te veel schade veroorzaken bij een failliet. Hierdoor krijgen ze ook nog eens gigantische voordelen in de vorm van lagere rentes op hun leningen.
Op basis van een nieuwe studie over dit fenomeen, gemaakt door onafhankelijk consultant Alexander Kloeck, bleek dat Europese grootbanken 86 miljard euro aan impliciete subsidies genieten. De Europese Commissie schatte begin dit jaar dit bedrag nog op 72 en 95 miljard euro. Voor de “Belgische” grootbank Belfius ging het om 1,7 miljard euro en bij de KBC om bijna 800 miljoen euro.
Wij spreken daarom al jaren consequent van “too dangerous to exist” als het om deze grootbanken gaat. En we voeren al wat jaren een meestal eenzame strijd vanuit het Europees parlement om de risico’s van de financiële sector in te perken met nieuwe wetgeving.
Luyendijk erkent dat de politiek als enige iets kan doen aan de structurele gevaren. Maar hij suggereert ook dat “dé politici niets doen” omdat ze hopen op mooie bijbaantjes tijdens of na hun politieke carrière. Dat gaat zeker op voor sommigen maar zeker niet allemaal.
Het is een paradox van Luyendijk’s boodschap: alleen de politiek kan de augiasstal uitmesten, maar omdat de meeste politici volgens hem zelf in die stal zitten, gebeurt er niets. Daarmee zou Luyendijk een poujadistische of antipolitieke sentimenten en krachten kunnen aanwakkeren, die in strijd zijn met wat hij zélf wil: een doortastende aanpak. Een vergelijking met the Tea Party dringt zich op, deze Amerikaanse populistische anti-overheidsbeweging, kreeg wind de rug dankzij de steun van ideologen en hun geld uit Wall Street.
We zijn Luyendijk dus wel dankbaar dat hij in zijn eentje deze nogal belangrijke kwestie opnieuw op de radar van de publieke opinie heeft gezet. Om voor de leek te schetsen in welke situatie we zitten, gebruikt hij fraaie metaforen als: ‘Je zit in een vliegtuig en ziet dat er één vleugel in brand staat. Mensen worden nerveus. Je gaat kijken wat er in de cockpit gebeurt en stelt tot je ontzetting vast dat de cockpit leeg is.’ Of wat te denken van deze zin: ‘Democratie lijkt steeds meer een systeem waar kiezers bepalen welke politicus gaat uitvoeren wat de financiële sector dicteert.’
Wij proberen zoals gezegd net niet uit te voeren wat de financiële sector dicteert.
Wij proberen zoals gezegd net niet uit te voeren wat de financiële sector dicteert. En ja de lobby om te voorkomen dat er wél gemotiveerde politici in die cockpit gaan zitten is enorm. Die lobby blijft meestal onder de radar, tenminste als het gaat om het beïnvloeden en afzwakken van Europese wetgeving. Net daarom nodigen de heer Luyendijk en collegae journalisten uit om zélf in die cockpit te komen zitten en heel concreet de lotgevallen van één heel belangrijk wetsvoorstel te komen volgen.
De zogenaamde Bank Structural Reform (BSR), ingediend door de vorige Europese Commissie, wordt de komende maanden onderhandeld in de Europese cenakels. Dat gaat dus onder andere om precies aan te pakken wat Luyendijk en wijzelf als cruciaal probleem zien: too big to fail.
Meestal horen we aan het einde van de rit dat een wetsvoorstel niet ongeschonden door de strijd in het Europese parlement is geraakt. De BSR dreigt de komende maanden volledig gemutileerd te worden, al was het maar omdat vele Europarlementsleden hun “verzachtende amendementen op maat van “Big Finance” al indienden. En omdat de ministers van Financiën er niet over willen onderhandelen, in de hoop dat de BSR in zijn geheel wordt ingetrokken.
Wij hopen dus dat Luyendijk komt kijken en beschrijven wat er gebeurt. Alleen als journalisten hier hun licht op laten schijnen, weten burgers waar het echt over gaat en weten politici weer wat ze moeten doen. Op 26 mei stemt de ECON commissie over deze BSR wetgeving. Het kan toch niet waar zijn dat dit journalisten niet interesseert?
Philippe Lamberts, Bas Eickhout en Bart Staes zijn europarlementsleden van de groene fractie in het Europees parlement