Joris Luyendijk: "Het financiële systeem is rot"

Jef Cauwenberghs

20 februari 2014
Opinie

Joris Luyendijk: "Het financiële systeem is rot"

Joris Luyendijk: "Het financiële systeem is rot"
Joris Luyendijk: "Het financiële systeem is rot"

In 2008 ging de economie over kop. Zes jaar later lijkt de wereld herstellende. Tenminste: dat denken we. Volgens journalist Joris Luyendijk zal het nog erger worden. "Het bankensysteem is een monster waarin iets grondig fout zit", analyseert hij.

“200 Belgen die komen luisteren naar een Hollander. Dat moet wel belangrijk zijn!”, grapt Joris Luyendijk voor een volgepakte Amuze in Antwerpen. Daar komt hijuitleggen wat er precies misloopt met de banken. Nog voor Luyendijk het woord neemt, pleit John Crombez (sp.a) voor sterke transparantie, internationale wetgeving en een goed toezicht op het bankwezen. “We zijn er niet enkel om de banken te redden, maar ook om hun macht deels aan banden te leggen met wetten”, legt de staatssecretaris voor Fraudebestrijding uit. Hij oogst applaus.

Maar het publiek is gekomen voor Luyendijk. De Nederlander werkte in het verleden als oorlogscorrespondent in het Midden-Oosten, maar ruilde enkele jaren geleden het zand van Egypte in voor het beton van Londen. In het financiële hart van Europa verzamelde hij voor de Britse krant ‘The Guardian’ zo’n 200 interviews met mensen die in het bankwezen nauw betrokken zijn. Daarover blogde hij en schreef hij later ook columns voor De Standaard. Nu zijn interviewreeks afgelopen is, komt Luyendijk met een wel erg deprimerende conclusie: “Het financiële systeem is verziekt van binnenuit en hebzucht is het probleem niet!”

Zero jobsecurity

“Greed is good.” Het is een bekende oneliner van beursmakelaar Gordon Gekko (Michael Douglas) in de eerste Wall Street-film. Volgens Luyendijk is hebzucht in de bankierswereld echter helemaal niet hetprobleem. “Het probleem ligt bij de zero jobsecurity. Enkele jaren geleden stelde toenmalig Brits premier Tony Blair de Londense City vrij van bepaalde wetten binnen het arbeidsrecht. Het gevolg is dat wie in de bankensector werkt binnen de 5 minuten op straat kan staan. Een uitleg is zelfs niet nodig. Iedereen die ik heb gesproken kent wel zo’n horrorverhaal van iemand die een simpel telefoontje kreeg met de boodschap binnen 5 minuten zijn bureau leeg te maken, zijn jas te pakken en het gebouw te verlaten.”

“Wie Londen een beetje kent, weet dat je je blauw betaalt aan een woning in de stad. Scholen van een goed niveau zijn haast onbetaalbaar. Een bankier met een gezinnetje binnen Londen is dus als de dood voor dat ene telefoontje. Zeker als je weet dat de bankensector berucht is voor zijn ‘culls’ zoals de Britten het noemen. Daarbij wordt gekeken naar wie de zwakste resultaten haalde en die personen worden er simpelweg uitgezet. Het gevolg is dus dat al die bankiers niet werken omwille van hebzucht, maar wel door de angst om het slachtoffer te worden van zo’n ontslagengolf.”

Complex monster

“Zijn bankiers monsters?”, stelt Joris Luyendijk zich de vraag. “Het antwoord is neen. Is het bankwezen een monster? Wel, ja. Een zakenbank is een complex wezen met enkele disfunctionaliteiten. Een bank heeft nu eenmaal niet één taak maar meerdere. Zo moet ze dingen riskeren, koersen manipuleren of mensen belazeren. Stel je het maar voor als een olympisch dorp. Ze leven wel samen maar iedereen is met iets anders bezig.”

Luyendijk legt uit: “Binnen een bank heb je de front office-bankiers. Hun taak is om het geld en de deals binnen te halen. Daarnaast heb je ook de middle office wiens taak het is om de activiteiten van de front office te controleren. In de sector noemen ze de middle office ook wel eens de ‘Risk & Compliance’. Bekijk het als de militaire politie van de bank. Maar daar knelt het schoentje. Risk & Compliance wordt betaald met het geld dat voortvloeit uit deals die zij moeten goedkeuren. Zo goed als alle macht komt bij de front office terecht.”

“We kunnen de bank voorstellen als een ecosysteem, waarin de first office-bankiers leeuwen zijn en de middle office slaafse apen. Met de nuance dan dat in hetecosysteem van de bank Chinese muren zijn opgetrokken tussen alle tussenschakels. Niemand weet waar een ander mee bezig is en er mag buiten niet over werk gesproken worden. Alles is geheim en de transparantie is dus helemaal zoek”, analyseert Luyendijk.

Diens brood men eet,…

Waarom wordt er dan niet goed van buitenaf gecontroleerd? Dat probleem situeert zich volgens Luyendijk vooral de enorme salarissen die een bank aanbiedt ten opzichte van een controleorgaan.  “Het begint al op de universiteit”, zegt Luyendijk. “Er wordt tegen elkaar gepocht over wie waar gaat werken. De slimste studenten komen waarschijnlijk bij een grote bank terecht. De rest zal het moeten doen met een lager salaris bij een controleorgaan. Wie het daar goed doet, zal vroeg of laat wel weggekaapt worden door een bank die een driedubbel salaris aanbiedt. En waarom zou je dan nog aan de alarmbel gaan hangen als je toekomstige loon ervan af hangt?”

Voor de politiek geldt deels hetzelfde verhaal. Torenhoge lonen lokken politici naar de financiële sector. En waarom nog veel moeite doen als je ambtstermijn toch bijna afloopt? “Een ander probleem is dat politiek zo goed als altijd nationaal is. De bankensector is doorheen de jaren sterk geglobaliseerd en dus maakt dat het moeilijk om nationaal in te grijpen. Als de politiek op nationaal niveau toch wil ingrijpen worden vooral de kleine banken daarvan het slachtoffer. Europa kan als een sterk geheel ingrijpen maar dat zal heel moeilijk worden op zo’n groot niveau’, denkt Luyendijk.

Kan de journalistiek, als zogenaamde vierde macht, het bankwezen dan niet controleren? “De journalistiek heeft momenteel andere zorgen. De nieuwe internetmogelijkheden zorgen voor een enorme uitdaging en krantenredacties overal ter wereld proberen het hoofd boven water te houden. Komt daarbij dat zoals al gezegd de financiële sector intransparant en bijzonder groot is. We worden door hen weggespeeld. Neem nu bij The Guardian,” kijkt Luyendijk in eigen boezem, “we zijn met 2 journalisten om een bank van 10.000 of meer werknemers te doorlichten.”

Supercrisis

Volgens Joris Luyendijk is de crisis die we de afgelopen jaren meemaakten slechts een voorproefje van wat ons te wachten staat. “De omstandigheden waarin de vorige crisis ontstond zijn niet fundamenteel aangepakt. Bekijk het als iemand diezonder jas naar buiten gaat, ziek wordt en geneest. Daarna gaat hij weer zonder jas naar buiten. Hij wordt dan logischerwijs weer ziek. Er komt dus sowiesoweer een crisis, maar die zal erger zijn. Omdat de regeringen inmiddels veel minder geld hebben en de banken weer groter zijn geworden”, besluit Luyendijk.

© 2014 – C.H.I.P.S. StampMedia – Jef Cauwenberghs