“‘Klimaatprobleem vraagt een ondernemende staat ’
Mariana Mazzucato’s boek “De ondernemende staat” doorbreekt het cliché van de overheid als het dode gewicht van de economie, en toont juist dat de staat de basis legt voor fundamentele technologische vernieuwing. Is juist dat niet wat we nodig hebben als antwoord op fundamentele problemen zoals klimaatverandering? Economen Paul De Grauwe en Yu Yongding reflecteren hierover.
Paul De Grauwe: De Belgische staat moet lenen om te investeren!
Ik denk dat moeilijk kan betwist worden dat de “techreuzen” van vandaag – Apple, Google, Amazon – veel te danken hebben aan fundamenteel onderzoek dat door de Amerikaanse overheid werd gefinancierd en dat heeft geleid tot het internet, de touchscreens of het gps. Dat is niet zo verbazingwekkend: fundamenteel onderzoek wordt dikwijls door de overheid betaald omdat de markt er niet toe komt. Gewoon omdat je geen patent kan nemen op de resultaten ervan: zodra Einstein zijn formule e=mc² op het bord had geschreven, kon iedereen ermee aan de slag.
Wel nieuw is dat die realiteit niet meer wordt erkend. In het huidige intellectuele klimaat komen creativiteit en nieuwe ideeën zogenaamd uitsluitend van het bedrijfsleven. De overheid is een lastpost die teert op andermans creativiteit. Toen ik student was, bestond er nog een evenwichtiger visie. Er werd erkend dat collectieve financiering noodzakelijk was voor fundamenteel onderzoek en vernieuwing, en dat de markt daar dan concrete producten kon van maken.
De omslag is er gekomen in de jaren tachtig, toen we naar een paradigma gingen dat de overheid als centrale actor afzwoer en alles naar de markt toeschoof: de markt zou zichzelf reguleren. Dat lag ook aan de basis van de grote crisis van 2008–2009. Bedrijfsleiders zijn nu de helden, men kijkt naar hen op, buigt voor hen en al hun geld. Toen ik student was, lag dat anders.
Als ik zeg dat ook België nog moet lenen om te investeren, zegt men dat ik gek ben. Men maakt geen onderscheid tussen investeren en consumeren.
Het huidige klimaat drukt op de publieke investeringen in fundamenteel onderzoek en kan zo de technologische vernieuwing droogleggen. Dit raakt tevens aan de bredere discussie of overheden hun investeringen niet moeten opvoeren op een moment dat ze gratis geld kunnen lenen.
Vooral in het geval van Duitsland is het bijna oogverblindend: hier is een land dat kan lenen tegen een negatieve rente, maar dat weigert omdat het overheidsschuld beschouwt als iets duivels. Nochtans zijn er noden genoeg zoals de aanleg van een slim elektriciteitsnet voor de Energiewende.
Als ik zeg dat ook België nog moet lenen om te investeren, zegt men dat ik gek ben. Men maakt geen onderscheid tussen investeren en consumeren. Men zegt: onze kinderen zullen schulden hebben. Ja, maar ze zullen ook die activa hebben. Je moet kijken naar het nettovermogen. Soms heb ik echt het gevoel dat rationele argumenten hier niet helpen. Dit heeft ook te maken met die visie dat de overheid niks productiefs kan en mag ondernemen.
Mazzucato heeft gelijk dat het problematisch is dat bedrijven die miljardenwinsten maken met producten die steunen op door de overheid gefinancierde research achteraf zo weinig mogelijk belastingen willen betalen aan die zelfde overheid. Dat maakt deel uit van een veel groter probleem, dat grote ondernemingen in de geglobaliseerde economie amper nog belastingen betalen. Dat moet worden bijgestuurd door middel van internationale samenwerking inzake fiscaliteit. Mazzucato’s idee dat de overheid zelf een aandeel moet aanhouden in de bedrijven die steunen op haar onderzoek, is sympathiek maar niet makkelijk in praktijk te brengen. Hoe weet je vooraf welk bedrijf succesvol wordt?
We heeft een ‘ondernemende staat’ nodig om oplossingen te vinden voor langetermijnproblemen. Met een probleem zoals klimaatverandering is dat belangrijker dan ooit: als we wachten op de markt voor oplossingen, zullen we lang mogen wachten. De overheid moet dus haar rol spelen in het fundamenteel onderzoek én door ervoor te zorgen dat er een juiste prijs wordt betaald voor de uitstoot van CO². Alleen zo zijn er genoeg prikkels om groen te investeren.
Yu Yongding: De overheid doet het niet alleen
Yu Yongding, econoom en senior fellow bij het Center for International Governance Innovation (CIGI) bevestigt dat de Chinese staat heel wat fundamenteel onderzoek financiert en probeert om de resultaten ervan breed te verspreiden. Het gaat wel niet zo ver dat dit onderzoek uitsluitend bij staatsondernemingen belandt.
Als het gaat om meer toegepaste technologie, speelt de privésector een grote rol. ‘Als China massaal hernieuwbare energie heeft ontwikkeld, is dat vooral via particuliere ondernemingen gebeurd. Zij het dat de overheid de ontwikkeling van die bedrijven wel heeft ondersteund door vlotte toegang tot financiering en belastingvoordelen te garanderen.’
Paul De Grauwe ziet een groot contrast tussen de manier waarop in China naar de overheidsrol in de economie wordt gekeken en in het Westen. ‘Daar is men er wel van overtuigd dat er een sterke overheid nodig is. Bij ons niet. Als dat tot gevolg heeft dat China meer investeert in fundamenteel onderzoek dan wij, bestaat het risico dat ze op langere termijn vernieuwender uit de hoek komen dan wij.’
Dit artikel werd geschreven voor het winternummer van MO*magazine. Voor slechts 20 euro kan je hier een jaarabonnement nemen!